Stress, burn-out en bore-out
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 1150 keer
Burn-out is een specifieke vorm van stress. Het is een psychologisch probleem van emotionele uitputting, depersonalisatie en gevoel van afnemende competentie. Burnout leidt tot klachten op lichamelijk, psychisch, emotioneel, cognitief en sociaal gebied.
- Emotionele uitputting: het verlies van energie, gevoel van frustratie en bedroefdheid, lusteloosheid.
- Depersonalisatie: men beschouwt zichzelf als een object en niet meer als een individu. Men ontwikkelt een negatieve houding tegenover het werk.
- Gevoelens van afnemende competentie: een negatief zelfbeeld waarbij men het gevoel heeft minder succesvol te zijn.
Het verschil tussen stress en burn-out is dat men zich bij stress weer snel kan herstellen en in balans komen eens men de oorzaak wegneemt. Bij burn-out blijven de verschijnselen en vindt men de balans niet terug. Burn-out ontstaat meestal door een opeenstapeling van stressoren over een lange termijn, meestal over jaren. Burn-out ontstaat zowel door persoonlijke kenmerken (vb. hoge verwachtingen, loopbaanprogressie, sociale ondersteuning) als door kenmerken van het werk (vb. veel direct contact met mensen, rolconflicten) of organisatiekenmerken (vb. gebrek aan positieve feedback).
Van te veel werkdruk en werkstress kan je een burn-out krijgen. Van het tegenovergestelde, nl. een te gemakkelijke job met te weinig uitdaging, kan je een bore-out krijgen. De symptomen, lusteloosheid en depressie, zijn dezelfde. Uit onderzoek blijkt dat 15% van de werknemers niet voldoende uitgedaagd wordt.
Een bore-out krijg je niet zomaar. Het proces verloopt langzaam. Een werknemer zit in een weinig creatieve job en zijn verantwoordelijke delegeert slecht. Gefrustreerd omdat hij te weinig werk krijgt en te hoog gekwalificeerd is, vraag hij om meer werk. De werknemer krijgt echter enkel nog meer niet-uitdagende en té gemakkelijke taken. Dus vraagt hij na een tijdje geen extra werk meer. Hij doet zijn werk zo traag mogelijk en doet desnoods alsof hij druk bezig is. De werknemer voelt zich nutteloos, leeg en krijgt een hekel aan zijn werk. Hij is ’s avonds geïrriteerd en ploft lusteloos neer in de zetel, hoewel hij niet echt moe is. Het resultaat is ziekteverzuim en efficiëntieverlies. Werknemers die te weinig uitdaging ervaren op het werk, durven dit niet altijd te bespreken met hun werkgever. Ze hebben schrik als luiaard bestempeld te worden. De oplossing voor een bore-out is een job met een grotere uitdaging en verantwoordelijkheid. Soms vindt men dit in dezelfde job, soms moet men hiervoor van job veranderen.