Theorie van de delinquente subculturen
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 2728 keer
- waarom reageert in eenzelfde situatie de één met rebellerend gedrag en de ander met conformistisch gedrag?
→ koppeling Merton aan Sutherland
- Cloward en Ohlin over jeugdbendes
→ in gemeenschappen waar de kansen om op een legitieme manier succes te verwerven zeer beperkt zijn
→ accepteren algemene waarden, maar die waarden worden op een eigen manier opgevat, aangepast aan eigen subcultuur
=> schema verschillende soorten reacties op anomie
- Albert Cohen: geen al te rigide onderscheid mag getrokken worden
→ leven in delinquente buurten is altijd gebaseerd op afwijzing van de dominante cultuur
Labeling theorie
- Symbolisch interactionisme: gedrag/interactie van menen hangt af van betekenis die ze geven aan elkaar, aan de wereld, aan de situatie
→ labelling = definitie geven aan bepaald gedrag, deviant en crimineel noemen bv. moordenaar
- interactieproces tussen devianten en niet-devianten: hoe komen mensen ertoe anderen als deviant te beschouwen?
- machtsverhouding
→ Verhouding tussen diegene die labels kleven en diegene die labels opgeplakt krijgen (devianten) = machtsverhouding
→ Labels worden gekleefd door de vertegenwoordigers van de wet en de gevestigde orde; een label dient om wat in die orde past te onderscheiden van wat er niet in past
Bv. rechters: veel macht en hebben het recht om labels te kleven; straffen die ze uitdelen zijn definities
Bv. artsen: ziekterol
Bv. Machtigen = diegene die labels geven
=> Kleven van een label : middel om bestaande orde en duidelijkheid te handhaven
→ Eenzelfde gedrag wordt in het ene geval beschouwd als deviant en in het andere niet, naargelang de sociale status van de betrokkene
→ Eenmaal een jongere gelabeld is als een delinquent, wordt hij door anderen (leraars, werkgevers,..) als onbetrouwbaar beschouwd en zal zo vaak hervallen in crimineel gedrag zodat het labelling proces nog intensiever wordt
=> hoe hoger op de maatschappelijk ladder, hoe hoger de definitorische macht
- primaire en secundaire afwijking
→ primaire: overtreden van de norm zelf
→ secundaire: wanneer individu zichzelf gaat beschouwen als deviant
=> vergt leerproces: paradox: instellingen zijn bedoeld om devianten op het rechte pad te helpen (bv. asielen, gevangenissen) maar spelen tegelijkertijd een belangrijke rol in het leerproces waarbij de deviant zichzelf leert zien als deviant
- stigmatisering
= wanneer een individu er door anderen zo vaak op gewezen wordt dat hij een crimineel is, kan hij zich gaan vereenzelvigen met dit label
→ impact is zo blijvend dat de betrokkene dat kenmerk als beslissend basiskenmerk van zichzelf zal beschouwen, en heeft dus zeer vergaande gevolgen; manier waarop men over mekaar praat kan dus vergaande gevolgen hebben en is dus een vorm van machtsuitoefening
=> leidt tot self-fulfulling prophecy: eens ‘x’ altijd ‘x’
bv. prostituee zijn: blijkt niet beperkt tot beroep maar strekt zich uit over je hele leven, men kan zo geïsoleerd worden
- Belang van labeling theorie:
1. daden zijn niet op zichzelf deviant
2. labels kleven is een middel van machtsbehoud
- zwakke kanten
1. verklaart niet waarom individuen bepaalde gedragingen stellen
2. niet helemaal duidelijk in hoeverre het labelingproces het afwijkend gedrag in de hand werkt
3. niet duidelijk waarom in een bepaalde maatschappij bepaalde activiteiten als deviant gelabeld worden en in een andere maatschappij niet