Zo weinig mogelijk kans antwoordtendenties
- Gepubliceerd in Sociologie
- Lees 1546 keer
Sommige respondenten hebben de neiging vragen niet te beantwoorden al naar gelang hun daadwerkelijke mening over het onderwerp, maar aan de hand van de uiterlijke verschijningsvorm van de vraag.
Antwoordtendenties treden met name op als schaaltjes worden gebruikt om de mening van respondenten te peilen. In de praktijk worden 5 tot 7 categorieën gebruikt – dit omdat oneven vragen gelegenheid geven tot een vraag in het midden, het neutrale standpunt – het innemen van een centraal standpunt is immers wat anders dan het niet innemen van een standpunt. Antwoordtendenties kan men als ruis beschouwen; men kan ze ook als veelzeggend beschouwen over de persoonlijkheid van de respondent.
- Neiging tot het gemiddelde (error of central tendency, fencesitters)
- als de respondent vrijwel voordurend gemiddelde antwoorden geeft. Dit kan men zien als sociale wenselijkheid. Men kan het neutrale respondenten moeilijk maken door geen neutraal alternatief te verschaffen. Deze dwang kan zich echter wreken in een slechte response rate, onbruikbare of missende antwoorden etc. – Een andere optie is de schaal zo op te rekken om de respondent te stimuleren nog eens over zijn antwoord na te denken.
- Neiging tot extreem antwoorden – tegenovergestelde van neiging tot het gemiddelde.
- Nabijheidsfout – Respondenten hebben dan de neiging om vragen die in elkaar nabijheid op het vragenformulier staan, gelijkelijk in te vullen.
- Zigzageffect – het tegenovergestelde van de nabijheidsfout.
- Welwillendheidsfout – (agreement response of acquiescence) Respondenten die er moeite mee hebben het oneens te zijn met stellingen die hun worden aangeboden.
- Logische fout – deze respondenten hebben de neiging om een kloppend geheel van antwoorden te geven. Ze presenteren zo een consistent beeld van zichzelf en hun denkbeelden. Validiteitsprobleem hier is dat we niet zien wat de respondent écht denkt.