Menu

Werk – familie conflict theorieën

1. Ecological systems theory

Deze theorie gaat uit van de mens als iemand die zich continu ontwikkelt (tijdens zijn of haar hele leven). De omgeving wordt omschreven/gekenmerkt door 4 systemen:

- Microsysteem:

- Mesosysteem: bestaat uit de verbanden/schakels tussen 2 of meer microsystemen (bijvoorbeeld werk en prive)

- Exosysteem: hetzelfde als een mesosysteem. Echter bevat een van de microsystemen die onderdeel uitmaken van deze schakel niet het individu zelf (bijvoorbeeld de relatie tussen prive en het werk van de partner). - Macrosysteem: combinatie van alle bovenstaande

2. Role theory

Gaat in op interrole conflict (zie eerder). Verder weinig aanvullende informatie

3. Boundary/Border theory

Gaan uit van de toepassing van role theory binnen ecological systems. Volgens deze theorie neemt elke rol van iemand een plaats in binnen een specifiek domein, en deze domeinen worden gescheiden door grenzen die fysiek, temporeel of psychologisch kunnen zijn. Hoewel deze theorie op alle aspecten van het leven toepasbaar is vind men deze theorie vooral terug als het gaat om de domeinen prive en werk. Kernbegrippen:

- Flexibiliteit

De mate waarin de grenzen tussen domeinen kunnen verplaatsen. Met andere woorden: kan een bepaalde rol buiten de grenzen van een domein aan worden genomen (denk bijvoorbeeld aan thuiswerken)?

- Permeabiliteit

De mate waarin aspecten van het ene domein het andere domein in mogen/kunnen treden. Met andere woorden: als iemand zich begeeft in een specifiek domein, hoe makkelijk is het voor mensen, materialen, gedachten enz. van een ander domein om dit domein binnen te treden.

Volgens de theorie faciliteren grenzen die flexibel en permeabel zijn de integratie tussen werk en thuis domeinen. Als deze domeinen redelijk geïntrigeerd zijn moet transitie makkelijker gaan maar is de kans op conflict groter. Omgekeerd, als deze domeinen erg gesegmenteerd zijn gaat overgang moeilijker, maar is de kans op conflict kleiner.

Concluderen: los van de situatie is het belangrijk om te bepalen wat het beste is.

Mensen die goed thuis kunnen werken kunnen er voor kiezen om dit toch niet doen vanwege risico’s op conflict bijvoorbeeld.

Lees meer...

Long Hours model

Weinig interessante informatie over in boek. Belangrijkste om te weten is dat er een balans moet zijn tussen werk en ontspanning. Als deze wordt verstoord kan dit vermoeidheid en strain tot gevolg hebben.

Lees meer...

Shift work model

Uniek aan deze modellen is dat er vaak een notie wordt gemaakt van een verstoring van het circadiaanse/biologische ritme. Mensen hebben een bepaald vast ritme waar tijdens nachtshiften bijvoorbeeld van af wordt geweken. Bepaalde biologische (circadiaanse) indicators geven dit ritme aan:

  • Lichaamstemperatuur
  • Melatonine synthesis
  • Blooddruk
  • Korte termijn geheugen prestatie
  • Alertheid


Bovenstaande processen pieken op verschillende tijdstippen maar zijn overdag over het algemeen hoger dan ’s nachts. Het circadiaanse ritme wordt bepaald door een sterk endogeen systeem en een zwakker exogeen systeem. Naast het feit dat bepaalde interne processen verstoord kunnen worden heeft ’s nachts werk nog andere nadelen, namelijk sociale verstoren (overdag slapen).

Dit leidt er toe dat er overdag korter wordt geslapen om te compenseren. Kortom: er zijn een aantal dingen die er toe leiden dat ’s nachts werken nadelige gevolgen heeft.

1. Stress-strain model

Weinig informatie over: idee is dat weinig slaap/andere momenten slapen leidt tot strain (op lange termijn). Een aantal aspecten dragen hier aan bij: psychologisch adaptie vermogen, persoonlijkheid, familie-situatie.

2. Destabilisatie model

Gaat uit van een verstoring van het equilibrium tussen werk, slaap en familie (verstoring balans). Verder belangrijk: deze theorie onderscheid fases:

- Adaptie ( 0 – 5 jaar)

- Sensitizatie en accumulatie ( 15 – 20 jaar)

Dus: nadelige gevolgen komen pas op lange termijn (tijdens de laatste fase: accumulatie).

Lees meer...

werkschema’s

Naast een verandering in het aantal uren dat mensen werken (over de afgelopen eeuwen/decennia) heeft er ook een verandering plaats gevonden in tijdstippen waar mensen op werken. Er zijn een aantal grote theoretische modellen m.b.t. dit onderwerp (met name gericht op shiftwerk en lange uren/dagen)

Lees meer...

Potentiele moderatoren m.b.t. individueel verschillen

1. Hardiness

Hiermee wordt gerefereerd naar de mate waarin iemand stress resistent is. Hierbij moet je denken aan de mate waarin iemand denkt controle te hebben over zijn/haar leven, het willen en kunnen aangaan van uitdagingen etc.

2. self efficacy

Cognitieve evaluatie of je denkt dat je in staat bent tot iets. Hoger is beter.

3. Internal locus of control

Ben je zelf verantwoordelijk voor bepaalde uitkomsten? Net als job control kunnen sterke overtuigingen m.b.t. dit punt een soort buffer opbouwen.

4. Type A/B persoonlijkheid

Type A mensen zijn onrustiger, vijandiger en maken zich zorgen over tijd. Het idee hierachter is dat Type A mensen anders copen met problemen dan Type B mensen en sneller stress ervaren.

5. Negative affectivity

Een algemene tendens om negatieve percepties, gedachten en gevoelens op te roepen.

Lees meer...

Potentiele omgevingsmoderatoren

De twee meest onderzochte omgevingsmoderatoren op rol stress zijn waarschijnlijk social support en job control.
1. Social support (vanzelfsprekend)
2. Job control

De mate waarin iemand controle heeft over zijn/haar werk of input heeft op het functioneren van zijn/haar werkplaats.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen