Menu

Instructies, toelichting en lay-out

-Geef duidelijk aan wat de bedoeling is
-Plaats instructies bij vragen waar dat nodig is
-Maak vragen niet te lang
-Maak opmaak consistent en duidelijk
-Nummer de vragen

-Maak blokken waarin vragen over dezelfde onderwerpen gaan
-Geef duidelijke invul- en routine-instructies

Lees meer...

Volgorde routing

Vragen beïnvloeden elkaar; volgorde-effect: interpretatie gedeeltelijk bepaald door vragen die eraan vooraf zijn gegaan.
-Begin met aantrekkelijke vragen
-Vragen moeten logisch op elkaar volgen
-Ga van algemeen naar concreet
-Pas op voor referentiewisselingen; van persoon naar ander object etc.
-Plaats vragen met dezelfde antwoordschalen achter elkaar
-Plaats gevoelige en bedreigende onderwerpen in tweede deel lijst
-Eindig met gemakkelijke vragen

Routing = bewegwijzering; stuurt respondent door de vragenlijst.
> relevante vragen mogen niet worden overgeslagen!!
-Ook lastig wanneer slechts enkele respondenten een bepaalde vraag krijgen.

Lees meer...

Antwoordmogelijkheden

-Gesloten vragen: antwoordmogelijkheden zijn aangebracht op de vragenlijst.
-Open vraag: als het aantal mogelijke antwoorden te groot is. Ook als onderzoeker benieuwd is naar spontante reacties.

Eisen aan den antwoordcategorieën:
-Duidelijk interpreteerbaar
-Aansluitend bij de vraag
-Uitputtend ( dus niet eindeloos)
-Moeten elkaar uitsluiten

Keuzes;
-Hoeveel antwoordcategorieën
-Of er wel of geen middencategorie is
-Restcategorie; een ‘geen mening’
-Volgorde categorieën
-Gebruik toonmateriaal

Lees meer...

Vraagvorm en formulering

Begint met definiëren begrippen die rol spelen in probleemstelling.

> eerst kijken wat je wil meten en daarnaar vragen opstellen.

-Theoretische begrippen zijn complex=meervoudig; op te delen in meerdere onderdelen.

-Achtergrondkenmerken moeten ook een plaats krijgen in de vragenlijst.

- begrippen moeten geoperationaliseerd worden om dubbelzinnigheid te voorkomen.

-Voor veel kenmerken zijn standaarddefinities en standaardvragen beschikbaar bij markten opinieonderzoekbureaus: hebben lage item non-respons, een hoge validiteit en hoge betrouwbaarheid.

Richtlijnen formulering vragen:
-Zorg dat het taalgebruik in de vragenlijst aansluit bij het taalgebruik respondent
-Stel ondubbelzinnig interpreteerbare vragen
-Houd de vragen kort en eenvoudig
-1 vraag per keer
-Pas op met gevoelige onderwerpen

Lees meer...

Non-Respons

= wanneer je geen gegevens krijgt van sommige onderzoekseenheden.

Algehele non-respons = unit non-respons: Respondent doet niet mee aan vraaggesprek.

Feitelijke steekproef is kleiner dan oorspronkelijke.

Het kan ook dat de uitvallers niet willekeurig zijn, dan ontstaat er vertekening.

> unit non-respons= deel vragenlijsten dat ze niet terugkrijgen.

Item non-respons= groot bij invullijsten. Slaan vragen over.

Responsvertekening: als er verkeerde conclusies worden getrokken door verkeerde antwoorden. Komt veel voor bij gevoelige onderwerpen. Mensen antwoorden dan sociaal wenselijk.

Oorzaken non-respons:

-Persoon is onbereikbaar of niet in staat/bereidt om te antwoorden.

-Ook kan interviewer niet genoeg pogingen doen om respondent te bereiken

-Pogingen om proefpersoon te bereiken op verkeerd tijdstip

Bereidheid om mee te doen is grootst voor persoonlijk, daarna telefoon en daarna invullijst. Incentive= een cadeautje voor de moeite, om mensen over te halen mee te doen.

Lees meer...

Ontwerpen en trekken van een steekproef

Steekproefplan: omvat beslissingen over de wijze van trekken en grootte van de steekproef.

Steekproefkader: Steekproeven kunnen worden getrokken uit een administratie van de populatie.

Kaderfout: als elementen in de doelpopulatie, niet in het onderzoek kunnen worden betrokken. Dat is de oorzaak van onderdekking.

Onderdekking: eenheden behoren wel tot de populatie, maar komen niet voor in het steekproefkader.

Overdekking: Als er per ongeluk toch personen in de vergelijkingsgroep terechtkomen die wel betrokken zijn.

Kanssteekproef = aselect, at random, op toeval berust. > kan statistische uitspraak worden gedaan.

Kanssteekproeven
Enkelvoudig aselecte steekproef
Steekproefeenheden volstrekt willekeurig uit alle eenheden van populatie trekken.

Gestratificeerde steekproef
Populatie indelen in categorieën. Aselect uit elke categorie een steekproef trekken naar grootte van categorie in populatie. De steekproef is dan representatief qua bv leeftijd.

Clustersteekproef
Straten, klassen, huishoudens. Je neemt cluster dan als eenheid en ondervraagt alle leden ervan.

Getrapte steekproef
Als binnen cluster weer een steekproef wordt gedaan.
Niet-kanssteekproeven = monsters.

Quotasteekproef
Interviewers verspreidt over VS om respondenten te zoeken. Lijkt op een gestratificeerde steekproef alleen is bij deze niet bekend hoe groot de kans is dat je erin komt.

Sneeuwbalsteekproef
Geen goed steekproefkader. Bijvoorbeeld bij drugs. Dan ga je via politie naar drugsverlaafden toe.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen