Koopkrachtpariteit
- Gepubliceerd in Economie
- Reageer als eerste!
De theorie van de koopkrachtpariteiten stelt dat de evenwichtswisselkoers tussen 2 munten bepaald wordt door de verhouding tussen de prijsniveaus in de 2 landen of groepen van landen.
Volgens de theorie is de evenwichtskoers van USD, uitgedrukt in euro gelijk aan:
meer algemeen stijgt bij een prijsstijging in Europa de koers van de dollar tot de koopkracht van de munten van Europa en de VS weer gelijk wordt. Vandaar de naam koopkrachtpariteit. De gelijke koopkracht van de 2 munten is dus gebaseerd op een soort arbitrage nl goederenarbitrage. Die bestaat erin dat goederen worden verscheept van landen waar ze goedkoper zijn, naar landen waar ze duurder zijn.
de koerswijziging van de dollar is bij benadering gelijk aan(wiskundig):
in deze uitdrukking duidt elk van de termen een proportionele verandering aan. Wanneer we vermenigvuldigen met 100, krijgen we procentuele veranderingen.
Dat suggereert dat, wanneer men de wisselkoers tussen 2 munten constant wil houden, het inflatiepercentage in beide landen ongeveer gelijk moet zijn.
De theorie van de koopkrachtpariteit houdt geen rekening met het bestaan van transportkosten en importbelemmeringen en evenmin met het feit dat vele goederen en diensten niet over de grenzen heen verhandelbaar zijn. Deze omstandigheden impliceren dat de wisselkoers kan afwijken van de koopkrachtpariteit.
We kunnen afwijkingen van de koopkrachtpariteit in ons voorbeeld uitdrukken als:
In deze uitdrukking stelt WK de geobserveerde wisselkoers voor. De parameter R geeft de verhouding aan tussen de wisselkoers en de koopkrachtpariteit. Als R = 1 dan is WK = WK* en houdt de theorie van de koopkrachtpariteit stand.
Als R1 is er een afwijking van de koopkrachtpariteit:
De uitdrukking aan de rechterzijde interpreteren we als de reële wisselkoers van de dollar, dwz de geobserveerde of nominale wisselkoers (WK) van de dollar uitgedrukt in euro, gecorrigeerd voor de verhouding van de prijsniveaus in de VS en Europa. De reële wisselkoers meet de verhouding tussen de prijzen van Amerikaanse goederen en diensten, uitgedrukt in euro, en de prijzen van Europese goederen en diensten.
Uiteraard kan de reëel wisselkoers in de tijd veranderen. Ze neemt toe als de nominale wisselkoers stijgt of als de prijzen in de VS sneller stijgen dan in Europa. Uitgedrukt in euro worden Amerikaanse goederen en diensten dan duurder dan Europese. In dat geval zeggen we dat de euro in reële termen deprecieert ten overstaan van de dollar de Europese uitvoer wordt gestimuleerd en de invoer ontmoedigd.
Een stijging van de reële wisselkoers van de dollar = een depreciatie van de euro
Een daling van de reële wisselkoers van de dollar = een appreciatie van de euro