De meeste internationale transacties geven aanleiding tot betalingen in geld van bepaalde landen of groepen van landen = buitenlandse deviezen of buitenlandse valuta.
Voor het economisch beleid van een land of groep van landen is het van belang statistieken te hebben over het geheel van de internationale transacties met het buitenland.
Betalingsbalans verschaft een overzicht van alle transacties van een land of groep van landen met het buitenland gedurende een bepaalde periode (vb 1 jaar)
Op de betalingsbalans worden enerzijds verrichtingen geregistreerd die aanleiding geven tot ontvangsten van buitenlandse deviezen, en anderzijds verrichtingen die uitgaven van buitenlandse deviezen met zich meebrengen.
We delen de betalingsbalans op in 3 rekeningen: de lopende rekening, de kapitaalrekening en de verandering in de officiële deviezenreserves.
- Lopende rekening = uitvoer en invoer van goed/diensten, inkomens ontvangen uit en betaald aan het buitenland en de lopende transfers. Om enkel de uitvoer en de invoer van goederen aan te duiden, wordt te term handelsbalans gebruikt.
Inkomens op de lopende rekening = inkomens uit arbeid verricht in het buitenland en inkomens uit kapitaal belegd in het buitenland.
Lopende transfers = leveringen van geld of van goederen, waar geen directe prestatie tegenover staat.
- Op de kapitaalrekening vinden we aan de ontvangstenzijde beleggingen (inclusief leningen) die door buitenlandse overheden, financiële instellingen, bedrijven en particulieren worden gedaan in de Eurozone.
- De officiële reserves van de Eurozone omvatten de deviezenreserves van de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale banken van de EMU-lidstaten.
In principe is de betalingsbalans in evenwicht vermits elke transactie aanleiding geeft tot een boeking aan de ontvangsten- en aan de uitgavenzijde. Blijkt dat er geen evenwicht is, dan wordt een post “vergissingen en weglatingen” toegevoegd.
Bij een economische analyse laten we de veranderingen in de officiële reserves buiten beschouwing. Anders uitgedrukt beschouwen we de som van de saldi van de lopende rekening en de kapitaalrekening. We spreken dan van een evenwicht op de betalingsbalans als de som van die twee saldi nul is.
Er is een positief/negatief saldo als de som van de 2 saldi positief/negatief is.
Bij een overschot nemen de officiële deviezenreserves toe, bij een tekort dalen ze.