Menu

Mechanisering en de wetenschappelijke revolutie.

Tijdens de wetenschappelijke revolutie werden veel belangrijke ontdekkingen gedaan en veel oude ideeën verworpen.

Zo stelde Aristoteles dat een steen naar beneden valt omdat hij zijn natuurlijke positie nastreeft. De verandering in de natuur verklaarde hij als het streven naar een bepaald doel, hij had een teleologisch wereldbeeld.

Tijdens de wetenschappelijke revolutie werd dit verworpen, men ging meer werken met wiskundige formules waarmee men voorspellingen deed.

Ook kwam er een mechanistisch wereldbeeld, Kepler vergeleek de wereld met een klok en Descartes benoemde dieren als ingewikkelde mechanismen.

Lees meer...

Interpretatie: een middenweg tussen zelfkennis en zelf kiezen

Veel filosofen voelen iets voor het idee dat wat belangrijk voor je is, geen gegeven kan zijn dat helemaal los staat van de keuzes die je maakt. Maar de vraag is of we daaruit de conclusie moeten trekken dat wat je zelf wilt, volledig terug te voeren is op je eigen keuzes. In tegenstelling tot het existentialisme zouden we kunnen zeggen dat je je dan ook afvraagt wat voor keuze beter bij jou zou passen. En van sommige dingen heb je misschien ontdekt dat ze niets voor jou zijn.Zelfinterpretatie: het bepalen wat je zelf wilt door je enerzijds te baseren op kenmerken van jezelf die al vastliggen, maar daar anderzijds ook weer iets aan toe te voegen door de manier waarop je die kenmerken interpreteert. Niet elke interpretatie is een goede interpretatie van wat je zelf wilt.

Charles Taylor: Wat belangrijk voor ons is, kan dus wel dergelijk ook een gegeven zijn dat we zelf niet kiezen. Dat gegeven is in ieder geval ten dele bepalend voor weke dingen we zelf zouden kunnen willen en welke dingen niet.

Voor Mill en Frankfurt is het uiteindelijk een natuurlijk gegeven dat bepaalde dingen belangrijk zijn.

Volgens Taylor veronderstel je dan echter dat datgene wat belangrijk voor je is, los kan bestaan van de beschrijving die je ervan geeft en dat die beschrijving er volgens een correct beeld van kan geven. Maar die veronderstelling isvolgens hem onjuist.

Ten eerste omdat je nooit helemaal met een neutrale, objectieve blik naar jezelf kunt kijken. Je interpreteert jezelf altijd al op grond van allerlei aannames over jezelf die het beeld van jezelf verstoren. Bovendien ben je in je manier van denken gevorm door je taal en je cultuur zodat je al met begrippen werkt die misschien niet goed passen op jouw persoonlijke gevoel van wat belangrijk is, zodat geen enkele interpretatie ooit helemaal bevredigd zal zijn.

En ten tweede is de veronderstelling onjuist omdat je wil zelf ook weer wordt veranderd en gevorm door de manier waarop je jezelf interpreteert.

Volgens Taylor is het geen natuurlijk gegeven dat onafhankelijkheid bestaat van je gedachten over wat je wilt.

Volgens Taylor zijn taal en cultuur vooral belangrijk voor zelfinterpretatie vanwege allerlei begrippen die een sterke morele lading hebben. Onze taal bevat moreel geladen woorden, woorden die in onze cultuur een bepaalde invulling hebben gekregen en die we kunnen gebruiken om onze keuzemogelijkheden te interpreteren. Omdat begrippen niet neutraal zijn, is het volgens Taylor belangrijk om in te zien dat je je ‘diepste gevoel’ van wat belangrijk is ook weer niet tot die begrippen kunt herleiden. Je moet je namelijk ook van die begrippen afvragen of dat wel de begrippen zijn die je zelf wilt gebruiken. Op deze manier probeert Taylor het aspect van reflexiviteit een plaats te geven.

Moeten kritisch zijn over culture begrippen: we moeten kunnen reflecteren over onze eigen culturele achtergrond en ons afvragen welke culturele begrippen we willen gebruiken en welke niet.

Lees meer...

Frankfurt over de samenhang tussen verlangens

Maakt een onderscheid tussen verlangens van jezelf en verlangens die dat niet zijn.

Een verlangen dat over een ander verlangen gaat (verlangen om het verlangen naar drugs niet meer te hebben) noemt hij het tweede-orde verlangen.

Het verlangen om drugs gaat niet over een ander verlangen: puur gericht op iets buiten jezelf waar je naar verlangt; eerste-order verlangen. Volgens hem is het tweede- orde verlangen een noodzakelijke voorwaarde om iets zelf te willen.

Dat betekent dat als een verslaafde een verlangen naar drugs heeft, zonder dat hij ook een verlangen heeft om dat verlangen te hebben, dat hij de drugs dan niet zelf wil gebruiken. In het voorbeeld van onwillige verslaafde is het bovendien zo dart die verslaafde wel een tweede- orde verlangen heeft om het verlangen naar drugs niet te hebben.

Toch is een tweede- orde verlangen nog geen voldoende voorwaarde om iets zelf te willen. Het feit dat je iets verlangt dat je iets verlangt, betekent nog niet automatisch dat je het zelf wilt.

Je kan conflicterende 2e orde verlangens hebben. Als er een conflict bestaat moet je misschien een derde orde verlangen hebben om te weten welk tweed-orde verlangen nu uitdrukt wat je zelf wilt. Zodra je een orde hebt bereikt waar geen conflict bestaat, houdt de regressie op.

Hij probeert te begrijpen hoe verschillende verlangens met elkaar samenhangen wanneer je iets echt wilt. Een persoon die zelf iets wil, heeft niet zomaar allerlei losse verlangens maar verlangens die met elkaar een bepaalde structuur hebben. Structuur moet in ieder geval een hiërarchie zijn tussen het eerste en tweede-orde verlangen. Moet ook een samenhang door de tijd heen zijn.

Er is sprake van een bepaalde structuur van drijfveren wanneer een persoon iets zelf wilt.

Het gaat allemaal om de psychologische structuur: liefde. Je hebt er zelf niet veel controle over: als je eenmaal ergens van houdt, dan is dat gewoon een feit over jezelf waar je niets aan kunt doen. Liefde heeft geen rechtvaardigheid nodig. Als het een feit is dat je ergens van houdt, dan zorgt dat feit ervoor dat er dingen zijn die je zelf wilt. De verlangens die daarmee overeenkomen zijn van jezelf.

Einde bladzijde 86?

Het feit dat er een conflict kan zijn tussen verschillende dingen waar van je houdt, betekent niet dat de liefde niet bepalend is voor wat je zelf wilt. Het betekent wel dat er situaties zijn waarin het niet eenduidig is wat je zelf wilt, zodat je niet kunt bepalen welke keuze je wilt maken.

Lees meer...

kan je sterkste verlangen in strijd zijn met je eigen wil?

Op grond van de filosofie van Hume kunnen we onze wil slechts zien als een verscheidenheid van verlangens, waarbij sommige verlangens sterker zijn dan andere. Uit vrije wil handelen is dan niets meer dan het onbelemmerd bevredigen van het sterkste verlangen.

Als je een groter verlangen hebt om te roken dan om te stoppen, rook je in dit geval dus wel dergelijk uit vrije wil. Er is immers niemand die je ertoe dwingt. Frankfurt: is van mening dat je de verslaving ook kunt zien als een soort van dwang waardoor je belemmerd kunt worden om te doen wat je zelf wilt. Onwillige verslaafde: iemand die zelf de drugs niet wil gebruiken, ook al is zijn verslaving zo sterk dat hij het toch doet.

Als het mogelijk is om een onwillige verslaafde te zijn, dan kun je dus een eigen wil hebben dieverschilt van de optelsom van je verlangens in termen van hun motiverende kracht: verwerpt Hume.

Jean- Paul Satre, Charles Taylor: Zelfverwerkelijking is hen juist mogelijk omdat menselijk handelen op een andere manier begrepen moet worden.

John Stuart Mill en Harry Frankfurt: geloven in zelfverwerkelijking maar die toch ook zoveel mogelijk aan de uitgangspunten van Hume willen vasthouden. Proberen uit te leggen wanneer een verlangen wel ‘van jezelf’ is en wanneer niet.

Jonathan Haidt en John Gray: menselijk gedrag vooral begrijpen als een product van onbereflecteerde motivaties en die net als Hume sceptisch zijn over Zelfverwerkelijking.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen