Discuss the relationship between well-being and autonomy.
- Gepubliceerd in Filosofie
- Reageer als eerste!
Persoonlijke autonomie is noodzakelijk voor welzijn. Men ervaart een grotere mate van succesvolle betrokkenheid in activiteiten die het waard zijn wanneer deze activiteiten zelf gekozen zijn. Autonomie betekend echter niet direct een goed welzijn. Het maken van eigen keuzes brengt ook lasten en gevaren met zich mee. Gevaren kunnen zich uiten op het moment dat mensen beslissingen nemen die niet goed zijn voor het welzijn. Een voorbeeld zou kunnen zijn, het deelnemen aan de ramadan. Dat is schadelijk voor de basis behoeften, die onder welzijn vallen. Ook in het geval van kinderen zou autonomie een gevaar kunnen opleveren. Zij zijn zelf niet in staat overwogen beslissingen te nemen, omdat zij niet de effecten op lange termijn kunnen overzien. Ouders nemen over het algemeen beslissingen voor het kind. Wanneer deze het welzijn van het kind in gevaar brengen komen we bij een belangrijk kernbegrip in deze discussie, gestructureerd paternalisme. De overheid bepaald niet volledig hoe mensen moeten leven, maar zij kunnen wel ingrijpen wanneer er slechte keuzes gemaakt worden. Het is niet alleen belangrijk om kinderen te kunnen beschermen, maar ook om volwassen te beschermen. Het gaat om een gevoel van algehele veiligheid. Mensen behouden dus wel hun autonomie, maar er zitten grenzen aan de keuzes die zij mogen maken. Door middel van (gedeeltelijke) autonomie kan een individu zijn levensomstandigheden en welzijn maximaliseren, zonder hierbij schade aan anderen aan te doen.