Menu

Het religieuze begrip van ‘waarheid’

De rede denkt vanuit het onderscheid tussen waar en vals, waarbij waar overeenkomt met ‘echt gebeurd’ of ‘redelijk te verantwoorden’

Mythen en religieuze verhalen kunnen wel waar zijn, ook al zijn ze niet echt gebeurd. Religieuze verhalen hebben niet als bedoeling weer te geven wat echt gebeurd is, maar willen laten zien wie God is.

  • Waarheid en rede [logos]
    • Waar - echt gebeurd, redelijk te verantwoorden
    • Vals - het tegendeel
  • Waarheid en religie [mythos]
    • Niet - in de zin van echt of niet echt gebeurd
    • Wel - wat is uiteindelijk van belang


De vraag naar de waarheid in religieuze verhalen verondersteld een constant gevecht met God. Religie heeft niet te maken met de feiten (wat is) maar met de waardering van de feiten (zin) Het hangt in grote mate af van de manier waarop hij zij eigen bestaan en het geheel van de werkelijkheid kan, mag en wil beleven

Lees meer...

Religieuze taal, functioneren en ervaring

Elke Godsdienst leeft van verhalen. Ze geven geen beschrijving van God, maar toch openbaren ze iets over God. Deze verhalen zijn geen gewoon beschrijvende verhalen, ze zijn niet descriptief. Ze willen iets onthullen. Ramsey noemde deze verhalen disclosure-verhalen.

Religieuze verhalen vetrekken vanuit modelsituaties om dan via een bepaalde wending (qualifier) in het verhaal een onthulling (disclosure) op te roepen, hierop zal je frank dan vallen (the penny drops) en zal je een antwoord kunnen ontwikkelen.

Religieuze taal is dus niet empirisch-beschrijven, maar onthullend en getuigend, Deze taal geeft een richting aan. De religieuze mens ziet niet iets anders, hij ziet hetzelfde anders (onthullend). De religieuze taal staat niet los van de ervaring.

Disclosure verhalen roepen niet alleen die andere dimensie op maar wijzen ook een richting aan waarin die moet worden opgevat (getuigend). Elke godsdienst leeft vanuit een eigen ‘disclosure’.

Lees meer...

Taal, functioneren en ervaring

Taal kan op verschillende manieren functioneren (Jezus staat op uit zijn graf is niet hetzelfde als

Jezus staat op uit zijn stoel)

Het onderscheidt in woorden -> taalspelen/ Meaning is use ‘waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen’

Taal is volgens Wittgenstein de afbeelding van de werkelijkheid-> picture theory/ Meaning is verification

Taal zonder context is niet altijd helder, het heeft een context nodig om begrepen te worden. Taal functioneert op veel verschillende manieren. (omstandigheden, resultaten)

Taal sluit aan bij ervaringen van mensen

Woorden roepen een ervaringsdiepte op (evocatief) bij de persoon die ze uitspreekt. (bv een 18 jarige zegt liefje tegen zijn nieuwe vriendin, 60 jarige zegt op zijn jubileum liefje tegen vrouw)

Ramsey spreekt van integrator woorden, hoe verder wij kwalificeren, hoe rijker het woord wordt.

Lees meer...

Taal in onze cultuur vandaag

Lijden van een zinloos leven is de ziekte van deze tijd (Frankl)

Dit zorgt voor een gevoel van leegte bij vele mensen. Filosofen en sociologen spreken over het verdwijnen van het hemels baldakijn. Het traditionele geloof geraakt ontdaan van zijn magie. De hedendaagse mens heeft zich losgemaakt van de grote verhalen uit de traditie. De mens ontwikkeld een visie en omgang met de werkelijkheid die op beheersing is gericht, maar hierdoor kan de mens zich niet meer oriënteren. Ze ondervinden betekenisverlies.

1 van de oorzaken is de verschraling van de taal. Via taal wordt betekenis gegeven aan handelingen en ervaringen.

  • Hoe beeldrijker de taal is, hoe rijker de interpretatiemogelijkheden zijn en des te interessanter onze ervaringen van de werkelijkheid wordt.
  • Hoe schraler de taal is en hoe meer het woord verzakelijkt des te armer onze verbeelding wordt en des te minder we de wereld als zinvol beleven. Er wordt steeds maar mee geschreven en gepraat, maar alsmaar minder gezegd.


Wittgenstein zegt ‘ De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld’

Lees meer...

Perspectieven rond religie en ontwikkeling

Vormen van ontwikkeling

Het is eigen aan levende wezens . De ontwikkeling werd vanuit verschillende invalshoeken bekeken:

  • Cognitieve – Jean Piaget
  • Sociale – Robert Selman
  • Psychosociale – Erik Erikson
  • Morele – Lawrence Kohlberg


We gaan dieper in op de morele ontwikkeling van Kohlberg.


Morele ontwikkeling

Er zijn verschillende dilemma’s waarover je moreel moet oordelen. Ook jongere kinderen beginnen moreel te redeneren. Kohlberg schetst de evolutie in waarom mensen zo handelen en niet anders.

Er zijn 6 fasen die we groeperen op 3 niveaus. Voor de eerste fasen kan het kind geen antwoord geven en handelt die willekeurig

Religieuze ontwikkeling

De mens vraagt zich steeds af naar de zin van zijn bestaan. Dit typeert het mens zijn. We bezitten een vermogen dat ons tot religieuze omgang met de werkelijkheid kan brengen, daartoe uitgedaagd door vragen die ons door diezelfde werkelijkheid worden gesteld. Wij verlenen de werkelijkheid zin.

Dit heet een religieuze dieptestructuur. Deze dieptestructuur kan verschillende vormen aannemen: ofwel onbewust, of zeer sterk ontwikkeld.

Religieuze ontwikkeling wordt beïnvloed door de interactie tussen wat als mogelijkheden aanwezig is in de mens , zijn manier van omgaan hiermee en de wisselwerking met anderen. Ook fundamentele levensgebeurtenissen kunnen hierop een invloed uitoefenen.

James Fowler – ‘Faith development’

Faith = zingeving en levenshouding. Hoe je in het leven staat met jouw waarden normen en overtuigingen. Het is een hele reeks interacties met zichzelf, de wereld en anderen. Het ontstaat uit een ontwikkelingsproces.

Fritz Oser

Hij heeft aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van de algemene beoordeling van religiositeit

Hij beschreef het religieuze (wat je overstijgt) als datgene wat boven of onder de alledaagse werkelijkheid en de perceptie is. het maakt mogelijk door te gaan met het leven.

Religious construction = De manier waarop de mensen een verbinding leggen tussen de werkelijkheid en wat die werkelijkheid te boven gaat

De ervaring van het religieuze geeft richting aan het leven van de mens… - ‘das Letzgültige, ‘the

Ultimate’, ‘de laatste geldige’ of ‘God’ Ontwikkeling = Transformaties in de manier waarop de relatie met God worden gedefinieerd

Hij gelooft niet dat de mens een religieus orgaan bezit die zich spontaan ontwikkeld. Mens heeft wel capaciteit tot religie, maar zonder opvoeding wordt deze capaciteit niet uitgebouwd. Hij wil een religieuze opvoeding met als doel : religieuze autonomie.( = existentiële vragen van het bestaan onder ogen zien en hierin een oriëntatie vinden)

Overdracht van geloofskennis brengt nog niet tot religieuze volwassenheid, Informatie wordt opgeslagen en ingepast in een religieuze oordeelstructuur

Hij en Gmünder onderscheiden 6 fasen in de ontwikkeling van het leggen van de relatie tussen de werkelijkheid zoals die zich voordoet en de andere werkelijkheid.

  • Stadium 0 – Voorreligieuze zijnswijze
    • Verschillende krachten rond en in zichzelf worden niet onderscheiden
  • Stadium 1 – Deus ex machina-perspectief
    • Een ogenschijnlijk vastgelopen situatie oplossen door God ten tonele te voeren
    • De almacht en autoriteit van God overheersen. De mens is heteronoom
  • Stadium 2 – Do ut des-perspectief
    • Eigen initiatief van de mens krijgt een plaats
    • Door bepaalde activiteiten kan de mens invloed uitoefenen op God
    • Wederkerigheid, Voor wat, hoort wat…
  • Stadium 3 – Deïsme perspectief
    • God staat los van de autonome mens
    • Twee-rijken-leer
    • God grijpt niet (meer) in in het leven van mensen
    • De mens wendt zich af van God of is een toegewijd gelovige
  • Stadium 4 – Perspectief van de correlatie, de autonomie van de mens en aanvaarding van het Absolute (God) gaan samen
    • God geeft de mens de vrijheid of zelfstandigheid
    • De mens kan in alle vrijheid beslissen of hij meewerkt aan het heilsplan van God
    • De mens voelt zich als een partner verbonden met God
  • Stadium 5 – Perspectief van religieuze autonomie en absolute intersubjectiviteit
    • Mens en God staan in directe relatie met elkaar
    • Vanuit een echte omgang met de Ultieme kan men zijn vrijheid beleven.
    • Een model van religieus cognitieve stijlen
    • Het is niet alleen belangrijk of iemand gelooft, maar ook hoe iemand gelooft


Gordon Allport: onderscheid tussen intrinsieke (om het geloof zelf – niet onverdraagzaam) en extrinsieke gelovigen (geloven om niet religieuze motieven – talrijker - onverdraagzamer).

Aandacht verschuift naar hoe mensen met geloof en geloofsinhouden omgaan.

Wulff - Hutsebaut: ontwikkelde een post-kritische geloofsschaal (PKG) hierdoor krijgen we zicht van hoe mensen met geloof omgaan. Omgaan met de religieuze werkelijkheid wordt bepaald door twee loodrecht op elkaar staande assen,

  • die vier velden definiëren als telkens een combinatie van deze assen of
  • vier brillen of
  • vier religieus cognitieve stijlen


NB. Dit model is een typologie… niemand is een zuiver type…

Orthodoxie = de letterlijke gelovigen, willen het geloof onderstrepen en beschermen, ze lopen het risico het geloof op een rigide manier te beleven en zelfs onverdraagzaamheid en in extreme gevallen fundamentalistisch te worden in opvattingen.

Externe kritiek = de letterlijk ongelovigen, ze worden even letterlijk gelezen, maar meteen afgewezen. Ze willen bewijzen dat het vals is. ze geloven niet in symbolische vormen.

Relativisme = de ongelovige, symbolische houding. Ze geloven niet in een werkelijkheid buiten de mens. Ze beseffen dat alles dat over God, de mens en de wereld gezegd wordt interpretaties zijn. ‘iedereen gelooft wat die wil, als men elkaar maar respecteerd.’

Lees meer...

Religie, zingeving en levensbeschouwing

Inleiding

Verhaal Jacob in het gevecht met de Engel en God

Over de verhouding tussen mens, wereld en God kan gesproken worden met metaforen uit de godsdienst, omgaan met mensen en God verloopt niet rimpelloos, maar kan ook heel verrijkend zijn voor je eigen identiteit. niet de kennis van God, maar de relatie met de transcendente dimensie van het leven - die we God mogen noemen - staat centraal

Els mens heb je God en de (mede)mens niet in je broekzak… en leef je in relatie met God, mensen, jezelf…, God laat zich niet zo maar (in)pakken. Hij is te ontdekken in het leven, in het omgaan met andere mensen… -> hermeneutiek = de uitleg en vertaling van berichten die door de goden aan mensen werden gegeven

Houdingen worden gestuwd door het beeld mensen hebben over God; deze ontwikkelingen worden soms beschouwd als een teloorgang van de authentieke religiositeit.

De Bijbel is 1 groot gevecht met God en vooral met namen en beelden van God Gauchet zei ‘La religion de la sortie de la religion’. Het is niet alleen een religie van de uittocht, laar een religie van de uittocht uit de religie. Het is een cultuur die geen God meer nodig lijkt te hebben, maar die zelf helemaal is gegroeid uit een cultuur die van God was doordrongen. Christendom is de godsdienst van de interpretaties. We kennen God enkel door bemiddelingen. (bv jezus, Mozes,…) Een gesloten christendom gaat in tegen de kern van het christendom

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen