Inleiding
Het denken in Parijs na WOII werd gekenmerkt door 2 stromingen:
o Existentialisme kent hoogbloei na de val van nazisme. Het werd door Sartre uitgewerkt. Het is een vorm van humanisme, de menselijke vrijheid is belangrijk.
o Het structuralisme loste het existentialisme af.
Sartre is belangrijkste figuur van het existentialisme . de walging over het bestaan is de grondhouding hiervan. Hij houdt een pleidooi voor de spontaniteit van de vrijheid (katholieke christene namen hem dit kwalijk). Binnen de gedachtelijn van de Katholieken kunnen we stellen dat een handeling goed is als ze congruent is met de antropologische structuur van de mens (bv zelfbehoud, overleven.)
-> het handelen volgt uit het zijn.
De stelling dat de onveranderlijke menselijke natuur het uiteindelijk argument is van de moraliteit is ondenkbaar voor existentialisten. De eeuwige normen en God moeten worden geschrapt om menselijke vrijheid mogelijk te maken ( atheïsme, de mens kan niet vrij zijn onder het alziende oog van God) het bestaan kan niet worden bepaald vanuit het eeuwig zijn (: l’existence précède l’essence) De mens is niets anders dan wat hij doet. De mens wordt volledig verantwoordelijk gesteld voor zijn eigen daden en bestaan (: individualisme)
De ‘ik-ander’ –relatie
Sartre maakt een psychologisch toneelstuk en zo rekende hij op een theatrale manier het geloof in anderen af. Hij projecteert 3 mensen in het hiernamaals, het speelt zich af in een salon waar je dus met elkaar moet leven. Er zijn geen deuren, geen vensters en geen spiegels (je bent geïsoleerd van de buitenwereld en kan je enkel spiegelen in de ogen van een ander). Ze hebben alle3 iets mis gedaan (zoals de meesten wel iets misdoen) en kunnen het niet lang verborgen houden. E vermoorde haar kind, I was lesbisch en G was een lafaard. Alle ingrediënten voor een driehoeksverhouding zijn aanwezig.
Wat is deze blik niet?
Het vatten van de blik van een ander is niet het waarnemen van het oog .
Wat betekent deze blik dan wel?
Het is een ervaring, aanvoelen of zich bewust worden van bekeken te worden. Ik wordt teruggeworpen op mijn eigen kwetsbaarheid, ik begrijp onmiddellijk dat ik bekeken wordt. De blik is dus een intersubjectief gebeuren (object-subject)
Wat betekent bekeken worden voor mij?
3. De dood van mijn subject zijn
Door een ander bekeken te worden openbaart mijn blik. Het kost mijn eigen subjectiviteit. Ik verlies mijn levend-subject zijn.
Dood-subjectzijn betekent:
- de ander ontneemt mijn subjectiviteit als oorzaak en oorsprong van de betekenis van objecten
- de blik betekent de dood van mijn subjectiviteit als kunnen –zijn. Ik ben geen meester meer van de situatie en houd mijn modelijkheden niet langer meer in mijn handen
- tenslotte moet mijn vrijheid onder de blik van een ander verdwijnen. Ik ben niet langer vrij, maar de slaaf van een vrijheid van de ander
4. De schaamte
Schaamte door het bekeken te worden. Ik schaam me over mezelf en mijn vrijheid. Schaamte is het herkennen van object te zijn.
5. Ma chute originelle, c’est l’existende d’autrui
Deze zin synthetiseert de betekenis van de subjectiviteit van de ander. Als een subject me bekijkt wordt ik een object. Ik ben dus altijd in gevaar om van subject naar object te veranderen.
6. Et, par la, je me récupère
Het is duidelijk dat er maar 1 manier is om mijn subject terug te winnen . Om mij van objectzijn te bevrijden, probeer ik mijn blik op de ander te richten. Zo wordt die een object. Zo herwin ik mijn subject.
Dus de menselijke relaties voor Sartre zijn: ofwel verwerpt de ander mij en reduceert die mij tot een object ofwel behoud ik mijn subjectiviteit door de ander als object te zien. Andere mogelijkheden zijn er niet voor hem..
Bestaat er dan geen ‘wij-ervaring’?
In sommige omstandigheden kan een solidariteit ontstaan tussen meerdere mensen onder de blik van 1 persoon die hen alle beheerst (= wij object ervaring) ofwel heeft men de ervaring samen hetzelfde doel na te streven (= wij subject ervaring). Toch is deze ervaring steeds beschreven vanuit
1 persoon. De subject-ervaring is niet deelbaar.
Komt men in de liefde niet tot inter-subjectiviteit?
Volgens Sartre is dit niet mogelijk in de zin van subject-subject relatie. Toch zal de mens niet stoppen dit te willen bereiken. Bv liefde is bemind willen worden, dat betekent dat je de ander zijn subject zijn zal ontkennen of bezitten.