Doel, belang, thematiek en methode van filosofie op school
- Gepubliceerd in Filosofie
- Reageer als eerste!
Wie zelf niet meedenkt begrijpt niets. Dit opleidingsonderdeel reikt verder dan een oppervlakkige kennismaking met de filosofie. Filosoferen is immers iets heel anders dan iets slaafs herhalen.
“De student moet geen gedachten leren, hij moet leren denken.” Waarom denken?
We gaan inzichten verdiepen. Eerst vanuit het denken van Kant ( 1724-804).
Hij gebruikt de term verlichting, deze maakt duidelijk hoe de 18e-eeuwse mens zijn tijd begreep. De verlichting kwam tot uiting in grote successen van de moderne wetenschap en in de doorbraak van de emancipatiegedachte. Kant knoopt aan op de emancipatiegedachte. Zelf denken was een onderdeel van vrijheid, maar dit noemde Kant een lastig karwei. Kant vond het publieke gebruik van de reden (openbare uitwisseling van gedachten) belangrijk. Mensen konden hun meningen uiten, maar moesten die dan ook verantwoorden. Dit is dus niet hetzelfde als de vrije meningsuiting van nu. Nu is er gemakzucht ( geen verantwoording) en het liegen
- Filosoferen is een gevaarlijke bezigheid. Het overstijgt het bestaande en dit kan in botsing komen van het mens en maatschappijbeeld waarin we opgroeien. Om vanuit dit mensbeeld tot filosofie te komen worden 3 fasen doorgaan:
1. Het geleefde of geëxisteerde beeld Dit is het beeld dat we van onze ouders en omgeving meekrijgen. Volgend de waarden en normen van ons milieu (bv de verschillende godsdiensten). Dit mensbeeld is dus onbewust en bepaald heel ons denken en handelen.
2. Het gesproken mensbeeld Hierin wordt het onbewust geleefde beeld uitgesproken wordt. Van kindertijd naar volwassenen wordt gevierd. Dit gebeurt ook nog niet zo bewust, maar het is meestal de eerste keer waarin je zelf kiest in het beeld waarin je bent opgegroeid. (meestal blijf je in het beeld van waarin je bent opgegroeid, maar dat kan ook verworpen worden) Veel mensen groeien nooit boven deze 2de fasen uit en blijven in het overgeërfde beeld.
3. Het besproken mensbeeld. De eigen en andere paradigma’s worden kritisch bekeken. Dit vereist dus een dieper inzicht en de moed dit inzicht ook in praktijk om te zetten.
- Filosofie is ook een noodzakelijke bezigheid voor mensen die van nature nieuwsgierig zijn. Een mysterie is iets anders dan een probleem. Problemen zijn in principe steeds oplosbaar, mysteries daarin tegen zijn vraagstukken die ons omvatten en waarbij we geen behoefte voelen ze op te lossen.
“Wij voelen aan dat, zelfs wanneer alle mogelijke wetenschappelijke vragen beantwoord zijn, onze levensproblemen nog in het geheel niet aangeroerd zijn.” (Wittgenstein)
De verwondering is niet alleen de aanvang van het filosoferen, maar ook het ‘einde’. Verwonderingbrengt een besef van onwetendheid, van niet-begrijpen tot stand. Verwondering zet het denken in beweging. Filosofie of wijsbegeerte verondersteld niet wijs te zijn, en hierdoor ontstaat al verwondering.
De behandelende thematiek
We hechten steeds meer belang aan ethische reflectie. We hebben angst om niet te handelen volgens de rechtsregels. We vragen ons af of ons handelen overeenstemt met ethische inzichten. In alle beroepen van de gezondheidszorg ga je met mensen moeten werken. Bepalend voor dit contact is hoe je tegen mensen aankijkt. Reflectie over het mensbeeld dat je hebt is dus zeer belangrijk.
Ieder van ons heeft een bepaalde opvatting over de mens. Deze opvatting bepaald het handelen. Men leeft en werkt vanuit deze opvattingen zonder er altijd bewust van te zijn. Pas als we problemen ervaren hebben zullen we over ons mensbeeld terugbuigen en daar dieper over beginnen nadenken.
Je moet dus op voorhand hierover nadenken.
Andersom kan je ook de vraag stellen: wat leren de heersende waarden en normen ons over onszelf en de maatschappij waarin we leven?