Menu

Onderzoek IBM

  • Denken in 4 basisdimensies:

1) Individueel ó collectief: Natuurlijke culturen stellen het één en het ander voorop: Individueel: egocentrische cultuur, niet noodzakelijk moeilijker te organiseren.

2) Power distance: machtsafstand: Noord-Europa (kleiner) ó Zuid-Europa (groter)

3) Uncertaointy avoidance: Hoe gaan landen om met onzekerheid?

4) Mannelijkheid ó vrouwelijkheid (zachtere waarden): zachtere (vrouwelijke) waarden kunnen ook door mannen nagestreefd worden!!!

Lees meer...

Sonnefeld’s typology of carreer systems

  • Fortress:
    • Geen invloed op de omgeving: Vb een hotel aan de kust, afhankelijk van het weel dus in de winter sluiten.
    • Retrenchment: inkrimpen en opentrekken. Voorbeeld: fruitteelt: appels in september plukken => extra arbeiders
    • Kernpersoneel: vb kok, contract van onbepaalde duur.
    • Niet-kernpersoneel:vb serveerster, contract van bepaalde duur.
      • Alle organisaties die cyclisch zijn.
      • Bedrijven in crisis zoals Agfa Gevaert.
  • Club:
    • Mensen behouden, interne supply flow
    • Competitief voordeel afschermen van de markt => defensieve strategie
    • Competitieve strategie: Non-competitief vb grootbanken, maakten elkaar vroeger het leven zuur, VRT en De Post die hun monopolie beschermden.
  • Academy:
    • HR gericht op ontwikkeling: IBM, Microsoft, Ford.
    • Mensen vroeg aanwerven en voortdurend ontwikkelen
    • Strategie: Analyzer: mee zijn maar niet altijd onmiddelijk op de markt gaan springen. Vb autoconstructie, elk heeft een prototype op alternatieve energie, maar komt er nog niet mee op de markt. ‘Winner takes it al’: Belangrijk de 1e te zijn maar dit houdt zeer hoge risico’s in, vb 1e Europele monovolume: Renault (nog steeds hoogste verkoopcijfer): consumptiepatroon van de Europeaan is veranderd.
    • Competiteive strategie: differentiatie: houdt de kosten laag, je moet pas laat beslissen waar alles moet.
  • Baseball team:
    • HR: recruitment: Belangrijk de juiste mensen aan te werven
    • Strategische prospectie: telkens de eerste proberen zijn en je goed kunnen aanpasen
    • Competitieve strategie: Focusstrategie: gebaseerd op human skills: ‘We werven geen mensen aan maar skills’: Voorbeeld voetballer, een s de skill er niet meer is vervalt dit.
  • Voorbeelden:
    • VTM in het begin: Baseball team: geen tijd om mensen op te leiden dus mensen wegkopen van de VRT (Club)
    • VRT: van CLUB naar ACADEMY + gros van de succesprogramma’s worden gemaakt door een baseball team (woestijnvis).
  • Characteristics:
  • Praktische implicaties:

1) Afstemming: strategie ó HRM: Er moet een afstemming zijn tussen strategie van de organisatie en de manier waarop je je carrieère kan opbouwen.

2) Organisatietransities: mensen voelen zich thuis in bepaalde organisaties. Groep ó individu.

3) Differentieatie op afdelingsniveau.

4) Afstemming: Individu (cultuur) ó organisatie

Lees meer...

Allocatie vanuit de organisatie

2 centrale dimensies:

  • Supply flow:Hoe mensen binnenkomen in de organisatie
    • Intern: Op intredeniveau, vb bij banken, colruyt (onderaan en laten doorgroeien)
    • Extern: Intern quasi niet gekend, ze werven aan voor de job, niet voor de loopbaan. * chair pickers
    • De meeste bedrijven doen de beide met een sterke voorkeur voor één van de twee.
  • Assignment flow:
    • Group orieted: Op het niveau van het kantoor: Het laagste niveau waarop objectieven worden geformuleerd. Voorbeeld retail banking.
    • Individu oriented: Het individu komt sterk naar voor. Voorbeeld voetballer, consultancy wereld (doe je een project goed dan vraagt de klant de volgende keer specifiek naar die persoon en niet naar het bedrijf), advocaten. Voor verschillende skills krijgt men een verschillend inkomen. * Veel mensen kunnen hier niet mee om.

Lees meer...

Loopbaanverloop

  • Exploration: Wat wil je gaan doen. G.I.A.W. = Getting Into the Adult World
    • In identity fase
  • Intimacy fase:Nadat je weet wat je zoekt (identity fase), dit proberen relatelen met anderen.
    • Networking: Je laten opmerken door zelf mensen te kennen en te leren kennen.
    • Professionele relatei (zelf niet voor gekozen) ó Privé-relatie: Het is vaak een gebrek als je dit verschil niet kan hanteren: enkel omgaan met mensen die je graag hebt beperkt je loopbaan.
    • S.D.= Settle Down: in een bepaalde expertise (niet in een bepaald bedrijf)
  • Generativity:is breed, voor iedereen verschillend = het gevoel deel uit te maken van een bepaalde generatie: ‘Hebben het voor een stuk gemaakt’
    • Mentors: als je in deze fase komt zie je mentors verdwijnen: Je wordt je er van bewust dat de vorige generatie is weggevallen en voelt de adem van de volgende generatie in je nek.
    • Growth: sommigen hebben hier geen last van en groeien gewoon door.
    • Maintenance: anderen vallen wat stil.
    • Stagnation: Nog anderen krijgen een crisis.
    • Verschil tussen droom en daad: de tijd wordt de kort om de droom nog te realiseren: droom bijstellen of droom toch nog najagen, dit leidt tot overacting en heeft een omgekeerd effect
    • B.O.O.M. = Becoming Ones Old Man: Geeft heel wat mensen het gevoel er alleen voor te staan, op eigen benen te moeten staan.
    • Peter principle:als we niet opletten in een organisatie wordt iedereen gepromoveerd tot op het niveau van hun incompetentie (kunnen de job niet aan).
      • Integrity: Einde van de loopbaan. Mensen hebben niet veel te verliezen en krijgen een grotere integriteit. Deze is er vaak niet meer door brugpensioenen.
Lees meer...

Mijn levenstaart

  • Vrije tijd: Volledig uit eigen wil
  • Engagement: Iets dat je in je vrije tijd doet dat een voordeel heeft voor derden.
  • Rolconflict: Je kan maar op elk moment op één plaats zijn. Hoe verdelen? => Fysieke aanwezigheid.
  • Instrumentele relatie: Je moet werken om geld te hebben om te leven en de dingen te doen die je graag doet
  • Compensatie:In de ene rol een andere rol compenseren:
    • Afstompend werk => creatiever in de vrije tijd
    • Leidinggevend werk => Thuis helemaal niet leidinggevend.
    • De enige rol waar we impact op hebben is de werkrol maar de andere rollen hebben er een grote impact op
  • Onderzoeksresultaten:De werkrol neemt bijna dubbel zoveel tijd in beslag dan het gezin.
    • Transitie vanuit de taart: we worden ineens verplicht meer tijd in een andere rol te steken, voorbeeld na een ontslag, een pensioen. “Zwart gat”: gros van de tijd wordt ineens niet meer ingevuld, het vergt tijd om daar aan te wennen
    • Soms wordt de werkrol ook een stuk gezien als engagementsrol.
Lees meer...

Het loopbaanproces

  • Loopbaantransities: 3 aspecten
    • Het einde of opportuniteit: Iemand die zijn ontslag niet heeft kunnen aanvaarden mag nog niet zoeken naar ander werk.
    • De neutrale zone: Geen andere beslissingen nemen in het leven bij jobverlies => verandering van het waardepatroon. Op het einde van de neutrale zone moet het waardepatroon terug vastliggen.
    • Het nieuwe begin
  • Kritieke levensmomenten:
    • Biosociale cyclus: Gevecht tegen de leeftijd, mentaal en fysiek aftakelen.
    • Werk cyclus: job verliezen/ promotie krijgen
    • Familiale cyclus: voortplantingscyclus, bv. Krijgen we een kind, kinderen die het huis verlaten, samenwonen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen