Menu

Ontwikkelingen na Kant

·Kant ging er van uit dat er in de geest een stelsel van onbetwijfelbare, a priori geldige uitspraken over de buitenwereld bestond dat voor altijd vast lag. Verandering in wetenschappelijke kennis was niet mogelijk. Aan het begin van de 20e eeuw bleek dat Kants synthetisch a priori uitspraken niet onbetwijfelbaar waren. Einsteins relativiteitstheorie, de kwantummechanica en grote sociale en culturele revoluties trokken de veronderstelling dat kennis voor eeuwig vast staat in twijfel.

·Het probleem is nu niet langer een verklaring te zoeken voor de mogelijkheid van objectieve kennis, maar voor de verandering en verbetering van kennis. Dit probleem spitst zich toe op de vraag hoe wetenschappelijke van niet-wetenschappelijke uitspraken onderscheiden moeten worden, of hoe verouderde, slechte kennis van nieuwe, betere kennis onderscheiden moet worden, de vraag naar het demarcatiecriterium.

·Hiermee verschuift de vraag van het proces van wetenschappelijke kennisverwerving zelf (= context of discovery), naar de vraag of en hoe een uitspraak (idee, uitspraak, hypothese, theorie) gerechtvaardigd is (= context of justification). Deze filosofische omwenteling wordt de linguistic turn genoemd: de aandacht is vooral gericht op het onderzoek van theoretische uitspraken over de werkelijkheid. Niet, maar.

·Voorbeeld: Friedrich Kekulé kwam door een droom (twee slangen die elkaar in de staart beten) tot een wetenschappelijk gerechtvaardigde oplossing voor de structuur van het benzeenmolecuul; na de linguistic turn besteden we geen aandacht aan hoe de droom in Kekule’s hoofd kwam, we onderzoeken alleen of zijn uitspraken daarna wetenschappelijk relevant (gerechtvaardigd) zijn.

Lees meer...

Immanuel Kant

·Kant ging er net als Hume van uit dat zintuiglijke waarneming niet door het experiment gezuiverd kan worden, maar hij wilde Humes conclusie dat zekere kennis over de werkelijkheid daardoor onmogelijk is niet accepteren. Volgens hem was zekere kennis over de werkelijkheid wel mogelijk en hij onderzocht hoe zulke kennis mogelijk was. Hij deed dit door aan te tonen dat synthetisch a priori uitspraken (zekere uitspraken over de werkelijkheid voorafgaand aan de waarneming) mogelijk waren.

·Zekere kennis over de werkelijkheid is mogelijk door de structuur van de menselijke geest. Onze kennis is zoals die is omdat die vormgegeven wordt door aanschouwingsvormen en categorieën die in de geest zelf aanwezig zijn. Kant noemde ons aangeboren besef van ruimte, tijd, kwantiteit, kwaliteit, relatie (oorzakelijkheid) en modaliteit (mogelijkheid, zijn, noodzaak). De geest registreert niet passief indrukken uit de buitenwereld, maar is zelf actief in het construeren van kennis. Dit wordt genoemd de copernicaanse wending van Kant: zoals Copernicus aantoonde dat de zon niet om de aarde, maar de aarde om de zon draait, toonde Kant aan dat menselijke kennis niet voortvloeit uit het ding, maar uit de geest. Ons kenvermogen speelt een actieve rol in de constructie van onze kennis van de werkelijkheid; kennis is niet een passieve registratie van ervaring. Eigenlijk zegt Kant dat onze geest een gereedschapskistje heeft waarmee kennis van de werkelijkheid in ons hoofd komt: niet maar. Het betekent dat de geest niet de wereld van de dingen zelf (Dinge an sich) kent.

·De vormen en categorieën van de menselijke geest zijn niet empirisch vast te stellen. Zij zijn transcendentaal. Het zijn geen dingen maar voorwaarden zonder welke kennis niet mogelijk is. Tezamen heten die vormen en categorieën het transcendentaal subject.

·Menselijke kennis was volgens Kant niet subjectief, niet volkomen afhankelijk van de individuele geest. De vormen en categorieën waarmee de geest kennis construeerde, waren kenmerken van de menselijke geest als zodanig. Ieder mens beschikt over die vormen en categorieën. Het transcendentaal subject was universeel.

·Volgens Kant waren synthetische a priori uitspraken (zekere kennis voorafgaand aan de waarneming) mogelijk op grond van het transcendentaal subject.

·Ook in de ethiek: naar analogie van de copernicaanse wending: de menselijke geest heeft transcendentale, ethische regels die zijn gevoel in toom houden. Bijvoorbeeld: de gulden regel: behandel een ander zoals je zelf behandeld zou willen worden.

·Kants vertrouwen in de rede (zowel in de filosofie als de ethiek) maakt hem een belangrijke vertegenwoordiger van de Verlichting.

Lees meer...

David Hume

·David Hume trok de uiterste consequentie uit de kloof tussen geest en materie. Voor zijn analyse onderscheidde Hume twee soorten uitspraken:

–analytische uitspraken die alleen ‘in de geest’ ontstaan en waar zijn op grond van definities; op grond van de betekenis van de woorden die er in voorkomen; A=A, vrijgezellen zijn getrouwd. Volgens Hume zijn analytische uitspraken noodzakelijk waar: ze drukken a priori kennis uit: kennis voorafgaand aan de waarneming.

–synthetische uitspraken over de ‘materie’ die waar zijn op grond van feiten: deze stoel is blauw. Synthetische uitspraken drukken volgens Hume a posteriori kennis uit: kennis na waarneming.

·Volgens Hume waren synthetische uitspraken per definitie onbetrouwbaar. Je kunt zintuiglijke ervaring niet door een systematische werkwijze (experimenten) zuiveren:

–inductieprobleem: je kunt niet uit eindige uitspraken tot een universele uitspraak komen; je kunt domweg niet een oneindig aantal waarnemingen doen.

–probleem van causaliteit: causaliteit veronderstelt een noodzakelijke relatie tussen gebeurtenissen A en B. Ook hier speelde het inductieprobleem: je kunt domweg niet vaststellen dat B altijd op A volgt. Noodzakelijkheid is niet logisch dwingend

–consistente waarnemingen zijn onmogelijk; we ontvangen elk moment talloze zintuiglijke prikkels die veranderlijk zijn; als onze kennis op die prikkels gebaseerd zou zijn, dan zouden we aan de waarneming van chaos bezwijken.

·Hume’s conclusies waren zeer bedreigend voor de wetenschap. Zonder inductie, zonder causaliteit en zonder consistente waarneming werd het traditionele beeld van de natuurwetenschap ondermijnd. Hume’s oplossing: zekere kennis over de werkelijkheid is een psychologische illusie; we doen alleen alsof we constante objecten en oorzaak en gevolg waarnemen; voorbeeld van kentheoretisch scepticisme.

Lees meer...

Wetenschappelijke revolutie (klassiek empirisme)

·De voortrekkers van de wetenschappelijke revolutie in de 17de eeuw maakten een scherp onderscheid tussen de materiële wereld en de geestelijke wereld. Dit betekende:

–de materie is op geen enkele manier met de geest verweven. Een ding wordt uitsluitend gekarakteriseerd door kwantitatieve eigenschappen zoals omvang, gewicht, plaats en beweging (primaire kwaliteiten). Als verschijnselen met uitsluitend kwantificeerbare eigenschappen, kunnen dingen met behulp van wiskundige formules beschreven worden (Galilei: het boek van de natuur is geschreven in de taal van de wiskunde). Dingen kunnen niet meer verklaard worden door middel van hun kwalitatieve vorm, oorsprong en doel (secundaire kwaliteiten). Dit leidt tot mathematisch-mechanistische in plaats van teleologische verklaringen van de werkelijkheid.

–de geest is op geen enkele manier verbonden met de materie. De wereld van de geest sluit zich af van de werkelijkheid. De alledaagse waarnemingen en het gezond verstand worden onbetrouwbaar. De vraag hoe komt kennis van de buitenwereld in het hoofd van de mens werd problematisch. Als kennis over de werkelijkheid niet rechtstreeks door zintuiglijke ervaring en gezond verstand kan worden bevestigd, waardoor dan wel? Antwoord van de empirische wetenschap: zintuiglijke ervaring is misleidend, maar door systematisch te werk te gaan, kan de ervaring gezuiverd en vermeerderd worden. Dit leidt tot de ontwikkeling van de experimentele-empiristische methode (Bacon: je moet een leeuw aan zijn staart trekken om zijn ware aard te ontdekken): informatie ontlenen aan een zuivere bron (zintuiglijke ervaring, experiment, maar ook de primaire bronnen); informatie verwerken met onberispelijke middelen (logica, wiskunde, statistiek) en op grond van waargenomen regelmatigheden wetten formuleren; theorieën onderwerpen aan collegiale inspectie en kritiek.

·Door het radicale onderscheid dat sinds de wetenschappelijke revolutie gemaakt wordt tussen materie en geest, komen het gekende object (de natuur) en het kennende subject (de mens) in filosofisch gescheiden kaders terecht: het subject-object schema.

·Het is belangrijk om op te merken dat de wetenschappelijke revolutie een scheiding in het domein van wetenschappelijk onderzoek voltrok. De ‘natuurwetenschappen’ gingen de natuur bestuderen. Het boek van de geest was niet in de taal van de wiskunde geschreven. Deze scheiding voltrok zich ook op institutioneel vlak. Academies stelden zich ten doel de verwerving van experimentele wetenschappelijke kennis. Universiteiten bleven het domein van de traditionele wetenschappen: filosofie, retorica. In toenemende mate legde de academies een claim op het predikaat ‘wetenschappelijk’. Pas in de 19e eeuw tonen de geesteswetenschappen zich bereid aan dit ideaal te voldoen, met name het empirisme.

·Aan het eind van de achttiende eeuw groeide het besef dat het standaardbeeld van de natuurwetenschap de toets van filosofische kritiek niet kon doorstaan.

Lees meer...

Over het onderscheid tussen materie en geest

·Voor ons is materie: gekenmerkt door omvang, (soortelijk)gewicht, plaats en hoeveelheid beweging. Geest, c.q. het onstoffelijke: bestaat uit ideeën; gevoel; het bovennatuurlijke; het verleden; de toekomst; voor ons bestaat het geestelijke in een andere sfeer dan het materiële. Wij zien een scheiding tussen materie en geest; we zouden verbaasd zijn als we God of een idee in de mensa tegenkwamen; vóór de 17de eeuw zag men geen scheiding; bijvoorbeeld de bijbel: God komt eten bij Abraham, Jacob worstelt met een engel. Er heeft sindsdien een gestalt-switch plaatsgevonden: men is met andere ogen gaan kijken naar de relatie tussen materie en geest.

·Geen scheiding tussen materie en geest houdt in: geestelijke indrukken maken deel uit van een gedeelde, publieke sfeer; er bestaat vanzelfsprekendheid over de aard van de geestelijke indrukken; discussie erover is onzinnig. Wel een scheiding tussen materie en geest houdt in: de geestelijke sfeer is privé, gesloten, maar subjectief; niet zeker of die geestelijke indrukken door anderen gedeeld worden. Geestelijke indrukken zijn niet vanzelfsprekend. Er is discussie nodig om de waarde van die indrukken te bepalen.

Lees meer...

Wat is geesteswetenschap?

·De geesteswetenschappen hebben geen gemeenschappelijk onderwerp. Cultuur? Er is verschil tussen hoge en lage cultuur. Het is niet precies duidelijk wat het begrip cultuur inhoudt: letterlijke betekenis in de landbouw; bij Plato/Cicero overdrachtelijk gebruikt: een proces van geestelijke verfijning; sinds de Verlichting: een naam voor het geheel van gewoonten van een bepaalde groep mensen; tegenwoordig kan het bijna alles betekenen.

·De geesteswetenschappen hebben geen gemeenschappelijke methode. Taalkundigen werken op een heel andere manier dan historici.

·Gemeenschappelijk is het begrip ‘geest’, ofwel ‘mens’.

·Lange tijd waren er geen wetenschappen die de ‘geest’ of de ‘mens’ apart bestudeerden

–Aristoteles maakte een onderscheid tussen: theoretische kennis: kennis van onveranderlijke

verschijnselen (metafysica, wiskunde); praktische kennis: kennis van het moreel verantwoord handelen (ethiek en politiek) en poëtische kennis: kennis van hoe je dingen moet maken van ambachtelijke kennis tot kunst. Daarnaast een aantal organon- of hulpvakken zoals logica, retorica. Wat wij als geesteswetenschappen opvatten zijn in alle drie categorieën te vinden: filosofie en theologie behoren tot de theoretische, ethiek en rechten tot de praktische en literatuur, muziek tot de poëtische wetenschappen.

–In de middeleeuwen: de ‘artes liberales’: het ‘trivium’: grammatica, dialectica en retorica; en het ‘quadrivium’: muziek, wiskunde, meetkunde en astronomie. Ook hier geen afgebakende categorie ‘geesteswetenschap’.

·Rond 1800: een geesteswetenschappelijke revolutie: ontdekking van de ‘menselijke geest’. Dat wil zeggen er werd voor het eerst een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de mens en de natuur en tussen de mens en het bovennatuurlijke. De aanloop tot en de verdere verloop van die revolutie is het onderwerp van deze collegereeks.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen