Menu

Later onderzoek (niet door Piaget)

Vele studies tonen aan dat baby’s veel dingen vroeger kunnen dan Piaget beweerde. Baby’s weten veel over fysieke eigenschappen van voorwerpen indien procedures gebruikt worden waarbij ze niet actief naar voorwerpen moeten zoeken. Ze proberen de wereld al te verkennen en te controleren vanaf ze geboren worden.

Onderzoekers doen een habituatie/herstel onderzoek (habituatie = als stimulus vaak/lange tijd gezien, dan vermindert aandacht; herstel = opnieuw aandacht of dus langer kijken)
 zie ‘ba’ en ‘ga’ onderzoek
Maar ook:

Lees meer...

Mentale voorstellingen

Hier hebben de kinderen voor het eerst mentale voorstellingen, dit zijn interne weergaven van informatie die de menselijke geest kan manipuleren. Het is een interne, mentale weergave van mensen, voorwerpen, gebeurtenissen, informatie, ...

  • Kunnen in gedachten gemanipuleerd worden
  • Maken uitgestelde imitatie en verbeeldingsspel mogelijk
    • Uitgestelde imitatie = gedragingen van niet-aanwezige modellen onthouden en nadoen
    • Verbeeldingsspel = alledaags en ingebeelde gebeurtenissen uitbeelden

Er zijn 2 vormen:

  • Mentale beelden (bv. je bent je sleutels kwijt en je gaat al je handelingen na zodat je ze uiteindelijk vind)
  • Begrippen of concepten (bv. “bal”, alles wat rond is en rolt)

Problemen oplossen “in het hoofd” (bv. object-zoeken met onzichtbare verplaatsing zoals een voorwerp in een doos)

Lees meer...

Intentioneel gedrag

Substadium 4

  • Coördineren van secundaire circulaire reacties
  • Combineren van schema’s in nieuwe, meer complexe actie sequenties.
  • 8 tot 12 maand oude kindjes hebben intentioneel of doel-gericht gedrag, d.w.z. het opzettelijk coördineren van schema’s om eenvoudige problemen op te lossen.
  • Bv. Men toont aan het kindje een aantrekkelijk speelgoed en verstopt het vervolgens onder zijn/haar hand of onder een doek. Kinderen die zich in deze subfase bevinden kan het speelgoed terugvinden door 2 schema’s te combineren, nl. “opzijschuiven” + “grijpen”. = basis voor het oplossen van alle problemen
  • Dat ze dingen kunnen terugvinden toont aan dat ze object-permanentie zijn gaan beheersen. Dit wil zeggen dat ze inzien dat voorwerpen blijven bestaan als ze uit het zicht verdwenen zijn.
  • In het begin is deze object-permanentie nog onvolledig. Ze maken nog wel de A-niet-B fout. Als baby’s enkele keren gaan zoeken naar een object op een eerste verstopplaats (A) en zien dat het object verplaatst wordt en verstopt wordt op een andere verstopplaats (B), dan nog gaan ze naar het object zoeken op de eerste verstopplaats A.
  • Kindjes in deze fase kunnen beter anticiperen op gebeurtenissen en gaan proberen deze gebeurtenissen te veranderen (bv. zien dat de moeder haar jas aandoet en achter haar aan gaan kruipen en ‘jengelen’ om te voorkomen dat ze gaat vertrekken)
  • Ze gaan ook gedrag gaan imiteren die lichtjes anders zijn dan gewoonlijke (bv. hanteren van de lepel)

Substadium 5

  • Tertiaire circulaire reacties, d.w.z. het herhalen van handelingen met variaties.
  • Ze ontdekken nieuwe middelen door actief te experimenteren (bv. stok gebruiken om bij ver speelgoed te geraken)
  • De A-niet-B fout komt niet meer voor, ze gaan op meer plaatsen zoeken

Lees meer...

Herhalen van toevallige gebeurtenissen

Substadium 1

  • Inoefenen van aangeboren reflexen = bouwstenen van sensorimotorisch denken volgens Piaget
  • Baby’s zuigen, grijpen en kijken op dezelfde manier, ongeacht de omstandigheden

Substadium 2

  • Begin van eigen controle te krijgen over hun acties door de primaire circulaire reacties
  • Deze primaire circulaire reacties zijn het herhalen van toevallige handelingen om basisbehoeften te bevredigen, het eigen lichaam is hier ook steeds bij betrokken (bv. het baby’tje doet verschillende bewegingen met de hand en begint uiteindelijke te zuigen op de duim. Dit is aangenaam en bevredigend en gaat vervolgens ook vaker voorkomen)
  • Gedrag wordt aangepast aan de omstandigheden (bv. mond op verschillende manier openen voor een tepel of een tutter of een lepel)
  • Rond deze tijd beginnen de jonge kindjes ook te anticiperen met gebeurtenissen (bv. een baby’tje dat wakker wordt en begint te huilen omdat het honger heeft en dat vervolgens stopt met huilen wanneer de mama de kamer binnenkomt. Het weet dan dat het eten op komst is.)

Substadium 3

  • Secundaire circulaire reactie = proberen interessante gebeurtenissen opnieuw te laten gebeuren die veroorzaakt zijn door hun eigen bewegingen. Het is dus het herhalen van bewegingen die invloed hebben op de omgeving (bv. een mobiel dat boven het bedje van het kindje hangt. Kind ontdekt dat zij/hij dat mobiel zelf kan laten bewegen door per ongeluk met de handjes daar tegen te komen. Wanneer dit mobieltje stil valt willen ze dat terug laten bewegen en proberen ze dit te doen door de armen te bewegen, geluidjes te maken en uiteindelijk ontdekt het kindje dat dit lukt door zijn handjes te bewegen. Vervolgens gaat zij/hij dit steeds vaker herhalen)
  • De verbeterde controle over hun eigen bewegingen laat het kindje toe om andere gedragingen (= vaak geziene handelingen) beter te gaan imiteren.

Lees meer...

Het sensorimotorisch stadium

Dit stadium duurt van de geboorte tot 2 jaar. Ze bouwen schema’s op door sensorische en motorische exploratie.

De circulaire reactie waar deze kinderen gebruik van maken zijn een bijzondere manier om de eerste schema’s aan te passen. Het kind stuit onverwacht op een nieuwe ervaring door eigen bewegingen. De reactie is “circulair” omdat de baby het gebeuren steeds wil gaan herhalen. In totaal zijn er 3 vormen van circulaire reactie:
(1) Eigen lichaam
(2) Voorwerpen bij betrokken
(3) Produceren van nieuwe effecten (experimenteren)

Er zijn ook 3 stappen in het sensori-motorische denken:
(1) Herhalen van toevallige gebeurtenissen (substadia 1, 2 en 3)
(2) Intentioneel gedrag (substadia 4 en 5)
(3) Mentale voorstellingen (substadia 6)

Dit stadium is dus verdeeld in 6 substadia:

Substadia

Wat?

Wanneer?

Typisch adaptief gedrag

1

Oefenen aangeboren reflexen

Geboorte – 1 maand

Reflexen pasgeborene

2

Primaire circulaire reacties

1 – 4 maanden

Eenvoudige motorische gewoonten i.v.m. eigen lichaam

3

Secundaire circulaire reacties

4 – 8 maanden

Herhalen van interessante effecten in omgeving

4

Coördinatie van secundaire circulaire reacties

8 – 12 maanden

Intentioneel, doel-gericht gedrag; object-permanentie

5

Tertiaire circulaire reacties

12 – 18 maanden

Exploreren eigenschappen van voorwerpen door nieuwe handelingen

6

Mentale voorstellingen

18 maanden – 2 jaar

Interne weergave objecten of gebeurtenissen; uitgestelde imitatie

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen