= proces van identiteitsvorming waarbij het individu abrupt breekt met de waarden en gedragspatronen die het tot dan toe vanzelfsprekend vond, en radicaal andere waarden aanhangt en gedragspatronen volgt
→ afbreken oude identiteit, er komt een nieuwe in de plaats
→ vooral bij isolatie van buitenwereld
- Total institutions:
= hebben zeer sterke greep op de individuen die er deel van uitmaken
→ weghalen barrières die 3 levenssferen normaal gezien scheiden
1. alle aspecten van het leven vinden plaats op eenzelfde plaats en onder eenzelfde autoriteit
2. dagdagelijkse activiteiten vervullen in het onmiddellijke gezelschap van een hele troep anderen
- collectieve activiteiten met andere patiënten
- alles moeten doen op dezelfde manier
3. strikt dagschema
- het dagschema wordt van bovenuit opgelegd door een systeem van expliciete formele regels en opzichters
- op een welbepaald tijdstip gaat de ene actie over in de andere
- bv. niet eender wanneer eender wie zien
- door het strikt dagschema neemt men de vrijheid weg van de patiënten om te vermijden dat ze in oude patronen vervallen
- gedrag in concentratiekampen
=> Bettelheim: zo objectief mogelijke, afstandelijke houding aannemen tov wat hij zag
=> patroon in verandering van persoonlijkheid
→ OF angst, deprivatie, onzekerheid maken dat persoonlijkheid afbrokkelt, men wordt wandelende lijken
→OF kinderlijk worden: verliezen tijdsbesef en capaciteit om vooruit te denken
→ OF proces van hersocialisatie: persoonlijkheid werd aangepast aan het kampleven veel trekken gemeen met kampbewakers