Logo
Print deze pagina

Beginselen van contractenleer

Deel dit artikel:
  • Wilsautonomie
    • Binnen grenzen openbare orde, goede zeden en dwingend recht
    • Partijen mogen vrij bepalen of ze contracteren, kunnen inhoud contract vrij bepalen
      vgl. Toetredingscontract
      = Bij toetredingsct is contractvrijheid louter theorie aangezien er geen
      onderhandelingsmarge bestaat.
      vb. Op de trein van de NMBS stappen (zij vervoeren u & gij betaald)

Casus
« Contract & macht »
Je gaat een contract aan met de bank om een lening en jij vindt; “Dit moet eruit of ik teken niet!”
 De bank veranderd niets aan zijn contract, kan dit door zijn machtspositie. Er is geen onderhandelingsmogelijkheid

  • Consensualisme
    • Overeenkomst komt in beginsel tot stand door loutere wilsovereenstemming
      vgl. plechtig CT, zakelijk CT, bewijsrecht

vgl. vertrouwensleer
= Rechtmatig vertrouwen dat wederpartij zich verbindt
Voorwaarden: 1) rechtmatig vertrouwen
2) toerekenbare schijn; geen foutvereiste.

= Geen afspraken, toch juridische verbondenheid
vb. Secretaresse Belgacom moet zich zo gedragen bij het opnemen van telefoons

  • Contract = wet (« bindende kracht CT »)
    • geldig contract strekt partijen tot wet (art. 1134, lid 1 B.W.); wijziging maar bij wederzijdse toestemming (art. 1134, lid 2 B.W.) of in gevallen bij wet bepaald

= !!! let goed op vóór u een contract tekent

  • Uitvoering te goeder trouw (art. 1134, lid 3 B.W.)
    • contracten moeten te goeder trouw worden uitgevoerd, bv. plicht tot loyale samenwerking van partijen, hulp in uitvoering CT, geen rechtsmisbruik

cf. ook art. 1135 B.W.: overeenkomsten verbinden niet alleen tot het uitdrukkelijk daarin bepaalde, maar ook tot wat door billijkheid, gebruiken, wet wordt toegevoegd

Copyright © 2019. All rights reserved.