Menu

De functionalistische benadering (Davis & Moore)

- Uitgangspunt van functionalisme: de notie ‘functie’

= als stratificatie in alle samenlevingen voorkomt, moet zij wel een onmisbare functie vervullen

→ helpt maatschappij te functioneren doordat zij de leden van de maatschappij motivaties en beloningen verschaft

- Functionele onmisbaarheid van stratificatie:

→ Belang van efficiënte taakverdeling

juiste man op juiste plaats

→ differentiële beloning nodig

- Uitgangspunt van functionalisme: de notie ‘functie’

= als stratificatie in alle samenlevingen voorkomt, moet zij wel een onmisbare functie vervullen

→ helpt maatschappij te functioneren doordat zij de leden van de maatschappij motivaties en beloningen verschaft

- Functionele onmisbaarheid van stratificatie:

→ Belang van efficiënte taakverdeling

juiste man op juiste plaats

→ differentiële beloning nodig

Lees meer...

Frank Parkin: sociale sluiting

- Eigendom van productiemiddelen

= fundament van de klassenstructuur

= slechts één vorm van sociale sluiting

→ groepen trachten exclusieve controle over middelen te behouden en beperken toegang tot die middelen voor anderen

- Drie aspecten/processen

  • Uitsluiting: strategieën die groepen gebruiken om zich te onderscheiden van ‘outsiders’ en om hen toegang tot waardevolle hulpmiddelen te beletten of te bemoeilijken
  • Usurpatie: pogingen van de minder geprivilegieerden om toch toegang te krijgen tot hulpmiddelen die voordien door andere groepen gemonopoliseerd werden
  • Duale sluiting: wanneer beide processen gelijktijdig werkzaam zijn
Lees meer...

De klassentheorie van Erik Olin Wright

- Verfijning van Marxistisch schema + ideeën van Weber

- Drie soorten van controle over de productie:

  • Geldkapitaal
  • Fysieke productiemiddelen (fabrieken)
  • Arbeidskrachten

→ kapitalistische klasse: beschikt over alle 3 de soorten

→ arbeidersklasse: geen enkele controle

=> ambigue klassenposities: klassen die over sommige, maar niet alle soorten van controle beschikken

Lees meer...

Max Weber over klasse, status en partij

- zienswijze van Marx te simplistisch

→ 3 dimensies van stratificatie

1. economische dimensie: klasse = groep mensen met gelijke levenskansen

2. sociale dimensie: status = mate van sociaal prestige dat een individu of groep toevalt

3. politieke dimensie: partij (macht) = groep van individuen die samenwerken omdat zij een gemeenschappelijke achtergrond hebben, of gemeenschappelijke doelen of belangen → kunnen klassengrenzen overschrijden

Lees meer...

De klassentheorie van Marx

- Klasse= een groep van mensen die in eenzelfde verhouding staan tot de productiemiddelen

→ theorie in 5 stappen

1. Economische grondslag van sociale klasse

→ klassen gedefinieerd door de mate waarin hun leden delen in de middelen waarmee welvaart van een maatschappij wordt opgeleverd

=> pre-industriële maatschappijen: landeigenaars en landbewerkers

=> moderne industriële maatschappijen: kapitalisten en proletariaat

↓ → verkopen arbeid aan

bezitten productiemiddelen kapitalisten

2. Polarisatie (Verelendung)

  • Transitionele klassen: boeren, middenstanders …= klassengroepen die nog zijn overgebleven uit een vroegere periode met een andere productiewijze
  • Uitbuiting door afroming meerwaarde
  • (zelf)vervreemding
  • Concurrentie leidt tot oligopolievorming

3. Klasse-an-sich & Klasse-für-sich (objectieve en subjectieve klasse)

→ discrepantie tussen objectieve klassencondities en subjectieve besef dat mensen hebben van hun positie in het klassesysteem

=> vals bewustzijn: proletariaat beseft niet wat hun belangen zijn

=> zelfbewustzijn zal groeien volgens Marx en proletariaat zal zich verenigen tot georganiseerde zelfbewuste klasse

4. Klassenstrijd

→ belangentegenstelling tussen de kapitaalbezitters en de proletariërs zou volgens Marx uitlopen op een klassenstrijd

=> revolutie: proletariërs hadden immers niets te verliezen

=> leiden tot klassenloze maatschappij

5. Klassenloze maatschappij

→ revolutie-idee centraal in Marx’ maatschappijopvatting: waar het in een klassenmaatschappij om gaat is de strijd om schaarse hulpbronnen die mensen begeren of nodig hebben

=> geschiedenis is relaas van de strijd tussen deze groepen over de beschikkingsmacht

Lees meer...

Systemen van sociale stratificatie

- sociale stratificatie = sociale gelaagdheid

→ meest geprivilegieerden in de bovenste laag en minst geprivilegieerden in de onderste laag

- niet alle ongelijkheden hangen samen met sociale stratificatie

→ belangrijkste en meeste problematische vormen van ongelijkheid wel

- 4 basissystemen van stratificatie

1. Slavernij

= systeem waarin individuen in persoonlijk dienstverband staan en letterlijk eigendom zijn van anderen

→ historische, juridische, godsdienstige en economische verschillen gaven aanleiding tot 3 onderscheiden slavernijsystemen

a) Britten, Amerikanen, Nederlanders en Denen: geen wetten, weinig begaan met slaven

b) Spaanse en Portugese systeem: wetten die verhouding regelen, erkenning van geestelijke behoeften van de slaaf

c) Franse systeem: geen wetgeving, wel katholieke principes van Spaanse en Portugese systeem

2. Kastensysteem

= homogene sociale eenheid, waarvan wordt aangenomen dat zij uit verwanten bestaat; erfelijk lidmaatschap; hiërarchische positionering; endogamie; restricties

→ reïncarnatie

→ buiten indische context: stratum waarin men geboren wordt en niet uitgeraakt

3. Standen

= Europees feodaal systeem: bestaat uit strata met verschillende verplichtingen en rechten, waarvan sommigen bij wet waren vastgelegd

→ hoogste: aristocratie

→ tweede: clerus

→ derde: gewone volk

=> individuele mobiliteit tussen de standen mogelijk

4. Klassen

= verschillen van de drie andere types

1. grenzen tussen sociale klassen zijn vaag en kunnen gemakkelijk worden overschreden

2. klasse wordt verworven: sociale mobiliteit groter dan bij andere types

3. gebaseerd op economische verschillen

4. sociale verhoudingen onpersoonlijk en grootschaliger

VERGELIJKING TUSSEN STRATIFICATIESYSTEMEN

Slavernij, Standen, Kasten

Klassen

legitimatie

Religieus en legaal

Economisch

grenzen

Strikt afgebakend

Difuus

Mate van mobiliteit

Zeer klein (tot onbestaande)

Mobiliteit mogelijk

Interacties tussen strata

Vestgelegd (soms ritueel), persoonlijke verhouding

Anoniem en onbepaald

- grondslag van de klassenverschillen: economisch

1. upper class: grote vermogens

2. middle class

3. lower class

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen