Menu

Conflict als proces

Een conflict is geen eenmalige, losstaande gebeurtenis. Een conflict is een onderdeel van een proces. Meestal volgen conflicten een vast patroon van elkaar opvolgende stadia.

- Fase 1: De latente fase

De bronnen van het conflict zijn er al. Het conflict is zelf nog niet duidelijk. Voorbeeld: Er wordt een nieuwe manager aangesteld die de reputatie heeft van een bullebak. Dit wakkert latent heel wat onrust aan.

- Fase 2: Bewustwordingsfase

Een of meerdere partijen merken dat er iets mis is, dat er een conflict is. De eerste verwijten worden gemaakt. Emotionele reacties kunnen de vorm aannemen van boosheid, vijandigheid, frustratie, angst of pijn.

Fase 3: Actiefase

Het conflict is manifest en er wordt openlijk over gesproken. De strijd is op zijn hoogtepunt. Men probeert anderen aan zijn kant te krijgen. Op dit punt kan het conflict opgelost worden ofwel escaleren. Een goede manager moet hier op de juiste manier ingrijpen. Voorwaarde is dat alle partijen het conflict constructief willen oplossen. Een gemeenschappelijk langetermijndoel of een gezamenlijke externe vijand kan helpen om de partijen weer op één lijn te krijgen.

Fase 4: Fase van resultaat en naweeën:

Als het conflict constructief werd aangepakt, zullen de resultaten positief zijn voor de partijen en voor de organisatie. Voorbeeld: men heeft inzicht in elkaars rol, er is een algemene positievere houding tegenover elkaar, er is meer ruimte voor discussie enz. Maar als het conflict in de voorgaande fase niet constructief werd aangepakt, dan kunnen er niet-functionele resultaten zijn, zoals: aanhoudende boosheid, vijandigheid, minder communicatie en het verdwijnen van teamgeest. Deze situatie leent zich voor het ontstaan van nieuwe conflicten die mogelijk nog moeilijker zullen zijn op te lossen omdat de oorzaak ervan meer complex is.

Lees meer...

Kenmerken en oorzaken van conflicten

Een verschil van inzicht, beleving of visie hoeft niet altijd tot een conflict te leiden. Er is sprake van een conflict wanneer de ene partij zich gehinderd voelt bij het nastreven van zijn doel, door één of meerdere partijen. Conflicten ontstaan altijd in afhankelijkheidsrelaties. In bedrijven gaat het steeds om mensen of afdelingen die elkaar nodig hebben om hun eigen doel en het organisatiedoel te bereiken. Hoe meer men elkaar nodig heeft om doelen te bereiken, hoe groter de kans op het ontstaan van conflicten.

In een conflict ervaart iedere partij een gebeurtenis altijd vanuit zijn eigen, subjectieve standpunt. Conflicten gaan over tegenstellingen die objectief gezien niet per se bestaan, maar die mensen vanuit hun perspectief zo beleven. Een conflict is dus een subjectieve ervaring.

Conflicten zijn meestal niet enkel gebaseerd op rationele meningsverschillen, maar roepen ook emoties op zoals frustraties, irritaties, boosheid of machteloosheid. In bedrijven worden emoties niet altijd expliciet gemaakt, denk maar aan ‘laten we het zakelijk houden’ of ‘we gaan toch niet persoonlijk worden?’ Het uiten van emoties kan nochtans bijdragen aan de oplossing van het conflict.

Conflicten kenmerken zich niet door één soort conflictgedrag. Mensen kunnen ruzie maken en tegen elkaar schreeuwen. Maar veel conflicten worden niet zo expressief geuit. Conflicten kunnen onderhuids spelen, openlijke conflicten kunnen vermeden worden waardoor conflicten moeilijker op te merken zijn.

Ook de conflicttolerantie is binnen elke context verschillend. De manier waarop met conflicten omgegaan wordt, verschilt per persoon, maar ook per team- of organisatiecultuur. De groepscultuur van een team of organisatie kent zijn eigen conflicttolerantie. Deze bepaalt mee hoe de groep conflicten wil oplossen: via overleg, via een gevecht of door ervan weg te lopen? Om een zicht te krijgen op de conflicttolerantie kan je je volgende vragen stellen: Mag er wel een conflict bestaan? Wordt conflictgedrag getolereerd? Mogen de partijen vrijuit hun gevoelens over de conflictsituatie tot uitdrukking brengen? Welke procedures en regels gelden er in de context als er sprake is van meningsverschillen? Hoe reageert de omgeving op conflict? Enz. Dit betekent dat je heel voorzichtig moet opereren in potentiële conflictsituaties met mensen uit een andere cultuur. Als je er gemakshalve van uitgaat dat jouw aanpak in een conflictsituatie vanzelfsprekend is, kan je met elkaar op heel glad ijs komen. Ook de persoonlijkheid van de betrokkenen bepaalt hoe iemand op een conflictsituatie reageert. Harmonietypes ervaren conflicten per definitie als destructief. Anderen zien conflicten als een kans om dichter bij elkaar uit te komen.

Conflicten kunnen verschillende oorzaken hebben. Inzicht in de oorzaak van het conflict bepaalt mee de rol die de manager kan opnemen in het oplossen van het conflict of in het voorkomen van een soortgelijk conflict.

- Doelen en belangen

o Als twee partijen tegengestelde belangen hebben, kan er in de samenwerking een conflict ontstaan.

VOORBEELD

De afdeling inkoop en marketing kunnen tegenovergestelde belangen hebben. Inkoop moet letten op de uitgaven. Marketing wil graag iets extra doen om consumenten voor hun producten te laten kiezen. Bron: Koopmans, 2008, p. 243

o Het ontbreken van afstemming tussen doelstellingen van partijen kan conflicten veroorzaken, net zoals onduidelijkheid over de doelstellingen of over wie wat doet om de doelstellingen te bereiken enz.

-> De manager is verantwoordelijk voor het formuleren, communiceren en afstemmen van doelstellingen van zijn medewerkers, team en afdeling. Formele doelen bieden werknemers richtlijnen, motiveren en stellen normen waaraan prestaties afgemeten kunnen worden. Doelen voorkomen dat er conflicten ontstaan omdat er minder verwarring is.

o Elke medewerker heeft ook zijn eigen persoonlijke doelstellingen. Deze zullen binnen een team niet allemaal dezelfde zijn. Zo kunnen geheime agenda’s ontstaan, wat opnieuw een bron van conflicten kan zijn.

-> De manager zal inzicht moeten proberen verkrijgen in de persoonlijke doelstellingen. Het stellen van duidelijke doelen draagt er ook toe bij dat persoonlijke belangen ondergeschikt worden gemaakt aan de bredere doelstellingen van de organisatie. Normen zorgen ervoor dat egoïstisch gedrag eerder aan het licht komt.

VOORBEELD

Gepasseerd worden voor een promotie (jouw doel) vreet aan je zelfrespect. Dit kan leiden tot een ernstig conflict met je leidinggevende, die de promotie heeft tegengehouden.

Bron: Reekers, 2010, p. 131

- Inhoud/Rollen

o Medewerkers kunnen het niet eens zijn over de manier van werken. Ze zijn het wel eens over de doelen, maar niet over de manier waarop ze de doelen moeten bereiken. Ze hebben een andere houding, andere visie op de organisatie, enz.

-> Inhoudelijke begeleiding door de manager is nodig.

VOORBEELD

Een aantal docenten weigeren mee te werken aan onderwijsvernieuwingen omdat de manier waarop die zijn doorgedrukt hen niet bevalt. Bron: Reekers, 2010, p. 131

o Medewerkers kunnen de rol die ze in een organisatie spelen, anders interpreteren.

VOORBEELD

Leon is diensthoofd van een R&D-afdeling. Hij beschouwt het als een van zijn kerntaken om onderzoekslijnen uit te tekenen die passen binnen de missie van de organisatie. Zijn R&D-medewerkers verlangen op hun beurt dat hun diensthoofd de belangen van creatief en experimenteel research behartigt bij de directie. De directeur van de firma daarentegen verwacht van Leon dat hij vooral op zoek gaat naar externe bronnen om het R&D-werk te financieren. De manager zegt tegen Leon: “Jij hebt het steeds over kwaliteit van dienstverlening, maar ik wil het gewoon met minder interne middelen doen”.

- Verdeling van middelen

o Als de middelen in een organisatie niet evenredig verdeeld worden tussen de partijen, kunnen conflicten ontstaan. De prioriteiten die het topmanagement stelt, bepalen dat sommige afdelingen meer middelen krijgen dan anderen.

-> Communicatie over prioriteiten, doelstellingen en visie door de manager kan helpen.

VOORBEELD

Een grote onderneming formuleert als strategische doelstelling dat ze meer willen inzetten op externe communicatie. Een streefdoel hierbij is om wekelijks minstens éénmaal in de pers te komen. Hiervoor worden twee communicatiemedewerkers extra aangeworven. Een andere doelstelling van deze onderneming is om de gegevensstroom nog meer te automatiseren. Dit heeft als gevolg dat er één medewerker uit het directiesecretariaat die verantwoordelijk was voor het registreren van verlofaanvragen, niet meer voltijds tewerkgesteld kan worden.

- Relaties

o Soms klikt het gewoon niet tussen verschillende partijen. Medewerkers verschillen in hun overtuigingen, waarden, ervaringen, kennis, interesse enz. Mensen trekken liever op met mensen die dezelfde overtuigingen en interesses hebben. Botsende persoonlijkheden bemoeilijken het samenwerken. Dit kan een afstand tussen mensen creëren die kan leiden tot conflicten. Dit lijken rationele conflicten, maar in werkelijkheid vinden de partijen elkaar gewoon niet leuk. -> Als manager is het belangrijk om deze dieperliggende persoonlijke voorkeuren en vooroordelen duidelijk te krijgen. Elkaar beter leren kennen via teambuildingsactiviteiten kan ook bijdragen tot een positieve samenwerking.

VOORBEELD

- Botsende persoonlijkheid: “Juist omdat je altijd zo het gesprek naar jou toetrekt, erger ik me enorm”.

- Vooroordelen, irritaties, wantrouwen: “Ik vertrouw jou voor geen haar. Mannen zijn altijd bezig met hun eigen carrière en als ze je vleien, heeft het een doel. Dat heb ik inmiddels wel geleerd”. Bron: Reekers, 2010, p. 131

VOORBEELD

Pesten als een specifiek voorbeeld van een relatieconflict Pesten begint vaak met een onschuldig incident. Zo wordt een nieuwe medewerker gevraagd geld in de pot te doen voor een zieke collega. De medewerker vraagt wat daarvoor een gebruikelijk bedrag is. De ander zegt dat het hem vrij staat. De gift blijkt veel lager dan die van anderen, die onderling commentaar leveren. Bij de eerstvolgende vergadering gaat het mis als de nieuwe collega kritische bedenkingen maakt over het budget van de dienst. Hij wordt weggehoond, terwijl hij juist is aangetrokken om de uitgaven van de afdeling in de gaten te houden. Zijn collega’s beginnen zijn gedrag in de gaten te houden. Er Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal Diversiteitsmanagement. Auteur: Liesbet Matthys 180 ©2013 Arteveldehogeschool komen geruchten in omloop. Als de leidinggevende hier niet ingrijpt, wordt de nieuwe collega onzeker en dreigt hij uitgesloten te worden uit het team. Bron: Koopmans, 2008, p. 245

Op basis van bovenomschreven definitie, kenmerken en oorzaken van conflicten kunnen we concluderen dat conflicten een natuurlijk verschijnsel zijn binnen een organisatie, omdat organisatieleden verschillende doelstellingen hebben en organisaties over schaarse middelen beschikken. Bovendien is de kans op conflicten in het huidige managementsysteem groter, doordat de nadruk wordt gelegd op onderlinge afhankelijkheid, coördinatie en ‘wij-tegen-zij’-situaties. Denk maar aan projectteams, participerende besluitvorming of herstructurering van afdelingen om de kosten terug te dringen en de efficiëntie te verbeteren. Voor de effectiviteit van een organisatiemanager is het dus van cruciaal belang om constructief conflicten te kunnen beheersen en op te lossen.

Lees meer...

HOE MANAGE IK CONFLICTEN?

Ieder mens verschilt van karakter en stijl van communiceren. Dat maakt een relatie of samenwerking ook juist boeiend. Heel vaak wordt er vanuit gegaan dat de ander je wel begrijpt en heel vaak is dat niet zo. Het valt soms niet mee om een goede wijze van communiceren met elkaar te vinden. Onbegrip en kleine irritaties worden groter en kunnen uiteindelijk oplopen tot een conflict. Door gebrekkige communicatie ontstaan vaak misverstanden, conflicten, fouten op het werk, inefficiënte vergaderingen, stress, tijdverlies,…

De meesten proberen conflicten te vermijden, omdat ze bang zijn voor de negatieve gevolgen: stress, onzekerheid en spanningen. Conflicten kunnen destructief zijn voor het individu en voor de organisatie: mensen werken elkaar tegen en maken elkaar het leven zuur. Conflicten kosten tijd en geld en vertragen de werkprocessen. Maar conflicten kunnen ook positieve effecten hebben. Conflicten houden mensen scherp en stimuleren om dingen beter te doen. Soms is het creëren van een conflictsituatie een goede manier om verandering te scheppen. Vanuit tegengestelde meningen kunnen nieuwe ideeën ontstaan.

Conflicten zijn onvermijdelijk. De manager zal sowieso conflicten bewust en gericht moeten managen. Hij heeft een actieve rol bij het in goede banen leiden van conflicten en bij het constructief gebruiken van conflicten als managementinstrument. Conflictmanagement omvat zowel conflicthantering als conflictstimulering.

- Soms zal de manager conflicten die vanzelf ontstaan en negatief werken moeten oplossen, zodat er weer een constructieve sfeer ontstaat (conflicthantering). De manager moet zich hier vooral focussen op conflicthantering binnen zijn scoop (vb. binnen zijn team). Inzicht in de conflicten op hogere niveaus (vb. tussen hoger management en middenkader, tussen verschillende leveranciers,…) is wel behulpzaam om goed in te kunnen schatten welke maatregelen het meest effectief zijn voor de conflicten die hij kan managen. Sommige organisaties ontwikkelen een actief conflictbeleid.

VOORBEELD

Het AZ Groeninge in Kortrijk (http://www.azgroeninge.be/) voert een actief conflictbeleid. Zij zijn ervan overtuigd dat investeren in een beter conflictklimaat de moeite waard is. In veel organisaties gaat er heel wat energie, tijd en geld verloren aan spanningen die onder de oppervlakte aanwezig zijn. Door een actief conflictbeleid kunnen deze kosten beperkt worden. Lees meer over de concrete acties die het AZ onderneemt in het artikel ‘Liever een bemiddelaar dan een rechter’ in de chamilocursus.

Al zal de manager ook moeten aanvaarden dat sommige conflicten onbeheersbaar zijn. Als de vijandigheid diepgeworteld is, als een partij het conflict wil rekken of als de emoties zo hoog oplopen dat er geen constructieve interactie mogelijk is, dan hebben je inspanningen weinig kans van slagen.

- Soms moet de manager conflicten creëren om vastgeroeste patronen te doorbreken (conflictstimulering).

In dit hoofdstuk belichten we enkele basiskenmerken van conflicten en bespreken we mogelijke oorzaken en het verloop van natuurlijk opkomende conflicten. Daarna komen strategieën voor conflictmanagement die mogelijk tot een grotere kans op positieve resultaten leiden aan bod. Ten slotte experimenteren we met een techniek om conflicten te stimuleren met als doel innovatie te bevorderen.

Lees meer...

Model van Quinn: Concurrerende waarden

Het concurrerende waardenmodel van Quinn kan worden gebruikt om een aantal criteria voor effectiviteit aan te geven met als doel organisaties te beoordelen. De criteria lijken elkaar in eerste instantie tegen te spreken. Voorbeeld: we willen dat organisaties flexibel zijn en zich makkelijk aanpassen, maar tegelijkertijd willen we ook dat ze stabiel zijn en onder controle blijven. Het model geeft aan dat deze tegenstellingen in de realiteit naast elkaar binnen een systeem kunnen bestaan. Tegenstellingen sluiten elkaar niet uit. Meer zelfs, het is wenselijk om effectief te zijn in alle criteria.

Het raamwerk is ook nuttig bij het denken over de conflicterende rollen die managers vervullen. Dan ligt de nadruk meer op de effectiviteit van leiderschap dan op de effectiviteit van de organisatie. Het model weerspiegelt de complexiteit waarmee managers en medewerkers in organisaties worden geconfronteerd. Quinn beschrijft in zijn model van de concurrerende waarden dat managers in hun organisatie met elkaar wedijverende rollen vervullen. De mentor- en stimulatorrol zijn twee van deze rollen.

- Mentorrol

o De mentor houdt zich bezig met de ontwikkeling van mensen door een zorgzame en meelevende benadering. De manager luistert, ondersteunt rechtvaardige verzoeken, uit zijn waardering, geeft complimenten en eert aan wie eer toekomt. De manager helpt bij het ontwikkelen van vaardigheden, biedt mogelijkheden voor training en maakt plannen voor individuele ontwikkeling. Luisteren, empathie en openheid voor de behoeften van anderen zijn belangrijke elementen in deze rol.

- Stimulatorrol

o De rol van stimulator richt zich op de relaties tussen de manager en medewerkers. De stimulator moedigt samenwerking aan, brengt samenhang in een team tot stand en lost conflicten op. De manager is in deze rol procesgeoriënteerd.

De mentor- en stimulatorrol worden soms wel eens ondergewaardeerd. Men denkt dat een goede leider sterk en krachtig moet zijn. Zorgzaamheid voor mensen wordt in de westerse samenleving wel eens gezien als een teken van zwakte en sentimentaliteit. Nochtans, uit de aandacht die men aan zachte onderwerpen besteedt, kan men grote macht ontlenen. De mentor- en stimulatorrol is belangrijk voor de effectiviteit van de managers.

SAMENWERKEN CREËREN CONTROLEREN CONCURREREN

Elke rol brengt specifieke vaardigheden met zich mee. In dit cursusdeel ‘diversiteitsmanagement’ zullen we vaardigheden op vlak van tactisch people management ontwikkelen: o.a. effectief communiceren, inzicht ontwikkelen in jezelf, conflicten managen, besluitvorming via vergaderingen organiseren, enz. People management is geen harde wetenschap. Er zijn geen wetmatigheden of regels die je kan toepassen en die je garantie op succes geven. In deze cursus zullen we een aantal wetenschappelijk onderbouwde modellen bestuderen en daaruit richtlijnen/tips voor de praktijk afleiden. Het is aan jou om deze inzichten in de praktijk af te toetsen.

Lees meer...

Belang van people management en communicatie in bedrijfsmanagement

Een organisatie kan omschreven worden als elke vorm van menselijke samenwerking voor een gemeenschappelijk doel. Mensen zijn de belangrijkste factor bij de vraag of een organisatie succesvol zal zijn in het realiseren van zijn doelen. Mensen spelen de hoofdrol in iedere organisatie.

Het werk van een manager omvat meestal verschillende soorten werkzaamheden. Van een manager wordt verwacht dat hij op verschillende terreinen beschikt over deskundigheid en vaardigheden. Het tijdsbeslag van de verschillende werkzaamheden is per individueel geval verschillend. Ook is het mogelijk dat het zwaartepunt op een beperkt aantal gefocust is. Bron: Marcus & van Dam, 2009, p. 234

Managers hebben als belangrijkste functie het sturen van mensen en middelen in een organisatie. De manager houdt zich voor een belangrijk deel van zijn tijd bezig met:

- interpersoonlijke activiteiten: vb. leidinggeven aan medewerkers, belangen van de groep behartigen, opbouwen van een formeel en informeel relatienetwerk,…

- informationele activiteiten: vb. op de hoogte zijn van veranderingen in de organisatie en de resultaten, communiceren over de resultaten met de medewerkers en de belanghebbenden buiten de organisatie,…

- besluitvormende activiteiten: kansen, bedreigingen, sterke en zwakke kanten vertalen in beslissingen, onderhandelen,…

Een manager zal een belangrijk deel van zijn tijd besteden aan communiceren met organisatieleden en mensen buiten de organisatie. Sommigen stellen zelfs dat managers voor zeker 80% van hun werktijd bezig zijn met het communiceren met mensen.

Ook in verschillende modellen over leidinggeven komt het belang van de onderlinge communicatie en relaties tussen leidinggevende en medewerkers tot uiting. Er bestaat geen integrale theorie over leidinggeven. Verschillende auteurs hebben zich gebogen over het onderwerp leiderschapsstijl. Een leiderschapsstijl is de wijze waarop leiding wordt gegeven. Een leiderschapsstijl laat zich typeren aan de hand van een aantal kenmerken. In onderstaande figuur vind je een schematische weergave van verschillende theorieën over leiderschapsstijl.

Wat we in vele van deze modellen zien terugkomen, is dat er een dimensie aanwezig is die verwijst naar de relatiegerichtheid: de relaties, communicatie en interactie tussen de leidinggevende en de medewerkers. De exacte benaming kan verschillen (vb. mensgerichtheid, ondersteunend gedrag,…), maar verscheidene modellen erkennen dit als een cruciale dimensie van leiderschap.

In deze cursus ‘diversiteitsmanagement’ zal er dan ook ruim aandacht gaan naar de basisvaardigheden en kerninzichten omtrent communicatie.

Lees meer...

Zelfkennis en zelfbewustzijn kunnen je leidinggevende capaciteiten vergroten

Zelfkennis is inzicht in je eigen denken, voelen en handelen en weten waarom je iets doet.

Zelfbewustzijn is je op het moment zelf bewust zijn van je interne en externe gedrag in relatie tot je medewerkers. Je identiteit als leidinggevende komt tot uiting in je gedrag.

Om jezelf kenbaar te maken vanuit je persoonlijkheid, heb je zelfinzicht en zelfbewustzijn nodig. Hiervoor is zelfonderzoek en feedback een must. Zelfkennis en zelfbewustzijn zijn een must om effectief leiding te kunnen geven aan medewerkers. De manier waarop je leidinggeeft aan jezelf is een weerspiegeling van hoe je je opstelt en gedraagt tegenover je medewerkers.

Om contact te maken met je medewerkers is het een voorwaarde dat je contact hebt met jezelf. Contact met jezelf houdt in: je eigen binnenwereld kennen, je bewust zijn van je eigen denken, voelen en handelen in relatie tot je medewerkers.

Doorheen deze cursus komen dan ook heel wat zelftesten aan bod. Deze testen zijn wetenschappelijk gevalideerd. Door het invullen van deze testen, krijg je meer inzicht in jouw persoonlijke profiel.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen