Menu

De ijsbergtheorie: hoe komt gedrag tot stand?

Als we het communicatieproces willen begrijpen, moeten we weten hoe iemands gedrag tot stand komt. Met gedrag wordt hier bedoeld: datgene wat wij met onze zintuigen bij iemand anders kunnen waarnemen. Wat iemand zegt is dus gedrag, hoe iemand kijkt is gedrag, hoe iemand loopt is gedrag, enz.

Het eerste waar je naar kijkt bij mensen in je omgeving of op de werkvloer is gedrag. Wat doet iemand? Hoe doet hij dat? Als mens zet je gedrag in vanuit een overtuiging die je hebt over jezelf, anderen en je omgeving. Dat is het referentiekader, de bril waarmee je kijkt en reageert. De bril heeft te maken met de manier waarop je als mens zowel in je werk- als privéleven staat.

Waarom reageren mensen zoals ze reageren? Als we in hun hoofd zouden kunnen kijken, zouden we zien dat elke afzonderlijke reactie is opgebouwd uit dezelfde stappen.

Deze stappen staan in het onderstaande schema aangegeven. Dit schema wordt ook wel ‘Het IJsbergmodel’ genoemd omdat net zoals bij een ijsberg alleen het topje, in dit geval het gedrag van de andere persoon, te zien is. Alle onderliggende fases zijn voor ons onzichtbaar, maar dat betekent niet dat deze er niet zijn.

Lees meer...

Communicatie verloopt procesmatig

Communicatie is de basis van alle menselijke interacties. Door middel van communicatie wisselen mensen informatie uit en brengen ze betekenis over. Managers en medewerkers, teamleden en vrienden zijn allemaal afhankelijk van communicatie willen ze elkaar begrijpen, een vertrouwensband creëren, strategieën uitstippelen om een bepaald doel te bereiken, taken verdelen, activiteiten organiseren enz. Slechte communicatie verhoogt de werkstress en veroorzaakt allerlei conflicten. Goede communicatie zorgt ervoor dat de zaken soepel verlopen.

Communicatie is een proces van zenden en ontvangen. Het basismodel van het communicatieproces is in 1948 beschreven door Shannon en Weaver.

Diversiteitsmanagement. Auteur: Liesbet Matthys 16 ©2013 Arteveldehogeschool Communicatie is erop gericht om inhoudelijke informatie aan elkaar over te brengen. Dit noemen we de boodschap. De zender is de persoon die het communicatieproces start door gegevens aan te reiken. Hij verpakt zijn boodschap in woorden, lichaamshouding, gezichtsuitdrukking en gebaren. Dit noemen we coderen. De zender drukt zijn boodschap uit in een code. De effectiviteit van de communicatie wordt voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit van de codering. De boodschap kan overtollige informatie bevatten. Dit noemt men redundantie, informatie dat geen nieuws bevat voor de ontvanger. Als een boodschap veel redundantie heeft, dan irriteert dit de ontvanger.

De boodschap wordt via een bepaald medium of kanaal overgebracht. Dit kan mondeling, schriftelijk, telefonisch, elektronisch, enz. zijn.

De zender richt zijn boodschap tot één of meerdere ontvangers. De ontvanger ontcijfert die code en interpreteert de boodschap. Dit noemen we decoderen. Via het decoderen kent de ontvanger dus betekenissen toe. Door het decodeerproces kan er iets van de betekenis verloren gaan: er ontstaat ruis in de communicatie. Of de ontvanger kan de signalen anders interpreteren dan de zender bedoelde. Luisteren speelt een belangrijke rol bij het decoderen, maar ook de interpretaties van de ander.

Misverstanden zijn moeilijk te voorkomen. Wel moet je alert zijn voor deze verschijnselen. Daarom is het noodzakelijk om steeds na te gaan of de ontvanger de zender goed heeft begrepen. Dit kan door het geven van een reactie door de ontvanger: de ontvanger geeft feedback aan de zender over wat hij waarneemt. Wat we van elkaar zien, is elkaars gedrag, niet de betekenis die dit gedrag heeft voor degene die het laat zien (zie ook: ijsbergtheorie). We zijn allemaal geneigd om het gedrag dat we bij een ander zien, snel te beoordelen op basis van ons eigen referentiekader. Het referentiekader bestaat uit het geheel van gevoelens, ervaringen, opvattingen, overtuigingen, waarden en normen waarmee een mens naar de werkelijkheid kijkt.

Het referentiekader vormt ook het filter waarmee je de werkelijkheid interpreteert. We nemen vaak snel aan dat we wel weten wat de ander bedoelt. Het is beter om te vragen naar wat de ander precies bedoelt met zijn gedrag, zodat je de betekenis kunt ontdekken.

DOCUMENTATIE

Verschil tussen mannen en vrouwen

Uit diverse studies blijkt dat vrouwen beter zijn in coderen en decoderen. Maar zoals op elke regel is er ook hier een uitzondering. Mannen hebben eerder door wanneer mensen liegen. Vrouwen geloven mensen eerder. Vrouwen zijn beleefder en schakelen daarom de mogelijkheid dat mensen kunnen liegen als het ware uit. Bron: Michels, 2010, p. 13

Diversiteitsmanagement. Auteur: Liesbet Matthys 17 ©2013 Arteveldehogeschool Wees je ervan bewust dat je nooit volledig onbevangen bent in contact met je medewerkers. Je kunt niet anders waarnemen dan vanuit je eigen referentiekader, persoonlijkheid, waarden en uitgangspunten. Je kunt je medewerkers niet zorgvuldig waarnemen wanneer je jezelf onvoldoende kent. Daarom zijn zelfkennis, zelfbewustzijn en zelfreflecterend vermogen zo essentieel.

Communicatie gaat dus niet alleen om de verbale en non-verbale taal, maar ook om de achterliggende betekenissen. De ontvanger heeft dus geen passieve rol. Hij selecteert steeds zeer persoonlijk de boodschap en interpreteert.

Ruis is dus eveneens een essentieel onderdeel van het communicatieproces. Ruis vervormt de boodschap en zorgt voor miscommunicatie. Ruis kan overal in het communicatieproces ontstaan. Er kan zowel sprake zijn van interne als externe ruis.

- Interne ruis treedt op als de communicatie verstoord wordt door factoren binnen het communicatieproces.

Voorbeeld: de zender kan even afgeleid worden waardoor hij even minder helder spreekt, de ontvanger luistert slecht omdat hij hoofdpijn heeft, de ontvanger heeft te weinig voorkennis van het onderwerp,…

- Externe ruis treedt op als de communicatie verstoord wordt door factoren buiten het communicatieproces.

Voorbeeld: de telefoonlijn kan kraken.

Als de zender opnieuw reageert op de feedback van de ontvanger, dan spreken we van terugkoppeling.

Het basisschema van het communicatieproces is reeds enkele decennia oud. Het geeft de basiselementen van communicatie helder weer, maar de werkelijkheid is complexer. Door internet is er veel veranderd in de communicatie. Vroeger lag de macht bij de zender, nu ligt de macht meer aan de kant van de ontvangers. De ontvanger kan uit vele zenders van boodschappen kiezen. Is de boodschap niet optimaal afgestemd, dan zapt de ontvanger naar iets anders.

Metacommunicatie

Iets meedelen over wat je zegt, over hoe je iets zegt, waarom je iets zegt, over wat je bedoelt en hoe je verder wilt gaan met het gesprek, is metacommunicatie. Communiceren over het communiceren zelf dus. Metacommunicatie is functioneel als de communicatie niet vlot verloopt en je het gesprek in de door jou gewenste richting wilt sturen. Voorbeeld: je communiceert over misverstanden over de inhoud, over de volgorde van onderwerpen, over het gevoel dat je hebt tijdens de interactie, enz.

Lees meer...

WELKE INZICHTEN UIT DE COMMUNICATIEPSYCHOLOGIE KUNNEN MIJ ALS PEOPLE MANAGER ONDERSTEUNEN?

Paul Watzlawick (1921-2007) was een Oostenrijks-Amerikaanse psycholoog die vooral bekend is door de vijf communicatieaxioma’s die hij opstelde.

- Axioma 1: Je kan niet niet communiceren.

- Axioma 2: Iedere communicatie bezit tegelijkertijd een inhoudsen betrekkingsaspect.

- Axioma 3: De uitgezonden boodschap is niet zonder meer gelijk aan de ontvangen boodschap.

- Axioma 4: Niet alleen het gesproken woord, ook niet-verbale uitingen hebben een boodschap.

- Axioma 5: In de communicatie kan de nadruk liggen op het proberen wegnemen van verschillen of kunnen net de verschillen benadrukt worden.

In dit hoofdstuk bekijken we de grondslagen van de communicatie. Deze axioma’s zitten verweven in de basisinzichten uit de communicatiepsychologie.

Lees meer...

Veel gehoorde argumenten tegen ontwikkelingssamenwerking

Alle politieke partijen zijn het met elkaar eens over de noodzaak van een goed ontwikkelingsbeleid, al verschillen ze onderling van mening over de inhoud van het beleid.

Maar buiten de politiek zijn er ook mensen of groeperingen die tegen elke vorm van ontwikkelingshulp zijn. Dit kan uit rechtse kringen, maar ook uit linkse.

Argumenten uit de linkse hoek:

• Ontwikkelingshulp schaadt de inheemse cultuur en daarmee de traditionele bestaansmogelijkheid.

• Ontwikkelingshulp en met name agrarische hulp verstoort vaak ecologische evenwichten.

• Ontwikkelingshulp vergroot de kloof tussen arm en rijk in het ontvangende land, omdat de allerarmsten te weinig profiteren van de hulp.

• Ontwikkelingshulp is een vorm van neokolonialisme, terwijl de arme landen zich juist zouden moeten bevrijden van het westerse juk.

• Ontwikkelingssamenwerking is principieel een instrument van handelsbevordering en daarmee een uiting van kapitalisme.

• Ontwikkelingshulp maakt arme landen alleen maar onzelfstandig.

Argumenten uit de rechtse hoek:

• Ontwikkelingshulp maakt arme landen alleen maar onzelfstandig.

• Ontwikkelingshulp neemt in de Derde Wereld de prikkel weg om zelf inventief te zijn.

• Het ontwikkelingsbeleid is niet doelmatig en kan haar verwachtingen niet waarmaken. Moet je er dan nog geld instoppen?

• De invloed van ontwikkelingssamenwerking op de economische groei van een ontvangende landen is marginaal. Alleen meer marktwerking en afslanken van de overheid werkt.

• Handel is van veel meer gewicht dan hulp die in de praktijk vaak meer kwaad dan goed doet.

De argumenten zijn vaak niet valide, omdat ze het ontwikkelingsbeleid vaak zwart/wit zien en geen oog hebben voor de accenten en details van het beleid. Natuurlijk kan ontwikkelingshulp bijv. inheemse culturen schaden als je met die culturen geen rekening houdt.

Lees meer...

De visies van de politieke partijen

Ontwikkelingssamenwerking is een onderwerp waarmee de politieke partijen zich utstekend kunnen profileren. Sociaaldemocraten, christendemocraten en liberalen hebben de afgelopen 50 jaar beurtelings hun stempel gedrukt op het ontwikkelingsbeleid. Hun verschillen in opvattingen waren mede oorzaak van het feit dat het ontwikkelingsbeleid steeds is aangepast.

• Sociaaldemocraten gaan vooral uit van gelijkwaardigheid. Solidariteit met de armen is nodig om een meer gelijkwaardige samenleving te creëren, het is belangrijk dat zij zelfstandig zijn. Hierbij mag de overheid best een grote rol spelen. Aandacht voor democratische ontwikkelingen en mensenrechten past bij het streven naar meer gelijkwaardigheid.

• Christendemocraten gaan uit van de gespreide verantwoordelijkheid (de steun aan particuliere ontwikkelingsorganisaties) en van de christelijke naastenliefde (solidariteit met de armen).

• Liberalen kiezen voor vrijheid en marktgericht denken. Zij gaan ervan uit dat ontwikkelingslanden baat hebben bij een marktgerichte benadering.

Ontwikkelingssamenwerking moet vooral bestaan uit het stimuleren van vrije prijsvorming, van particulier initiatief, van doorbreken van overheidsmonopolies, etc. Liberalen geloven dat ook de burger uiteindelijk gebaat is bij een vrijemarkteconomie, omdat die werkgelegenheid en dus ook inkomen en welvaart biedt. Zij zullen de prioriteit niet bij het bestrijden van de armoede leggen, maar bij het opbouwen van een gezonde economie, ook al gaat dat in eerste instantie ten koste van de allerarmsten.

De trefwoorden van de politieke partijen:
• CDA: rentmeesterschap – gespreide verantwoordelijkheid –naastenliefde/ solidariteit
• PvdA: gelijkwaardigheid – meer overheidssturing
• VVD: vrijheid – zo weinig mogelijk overheidssturing
• D66: pragmatisme – links/ liberalisme – meer democratie
• Groen Links: gelijkwaardigheid – overheidssturing – kleinschaligheid
• SP: gelijkwaardigheid – eerlijker verdeling
• Kleine christelijke partijen: Bijbelse waarden en normen

Lees meer...

De mogelijkheden van individuele burgers

Veel mensen zijn lid van en van de medefinancieringsorganisaties.

Daarnaast zijn er nog veel andere mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan het oplossen van de onderontwikkeling. De belangrijkste mogelijkheden zijn:

• Financieel bijdragen aan Artsen zonder Grenzen, Mensen in Nood, Memisa (medische projecten opzetten in ontwikkelingslanden), Terre des Hommes (helpen van kansarme kinderen), het Nederlandse Rode Kruis (geven van noodhulp), etc. De bijdragen kunnen de vorm hebben van vaste donaties of van losse giften.

• Meedoen als vrijwilliger aan activiteiten van maatschappelijke organisaties die voor een ander doel zijn opgericht, maar die zich ook met de Derde Wereld bezig houden. Er zijn veel van deze organisaties. Via deze contacten kunnen goederen geleverd worden en vormen van samenwerking worden opgezet, die voor de Nederlandse instellingen leerzaam en voor de buitenlandse instellingen lucratief kunnen zijn.

• Participeren in organisaties en politieke partijen die zich met derdewereldlanden bezig houden. Er zijn bijv. in tal van steden en dorpen Wereldwinkels te vinden die, naast de verkoop van producten, ook informatie verschaffen over de Derde Wereld. Politieke partijen hebben vaak werkgroepen of stichtingen die zich buigen over ontwikkelingsvraagstukken.

• Veranderen van de eigen levensstijl, waardoor de Derde Wereld meer kansen krijgt. Er zijn steeds meer mogelijkheden om producten uit derdewereldlanden (Max Havelaar-koffie) te kopen, waarvan de winsten goed terechtkomen. Ook de winst die in de Wereldwinkels gemaakt wordt gaat volledig naar de boeren en de makers in de ontwikkelingslanden die daarmee in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Armoede wordt zo effectief en structureel bestreden. Ook het aanmeten van een levensstijl waarin overconsumptie en verspilling wordt vermeden, kan op den duur gunstig zijn voor ontwikkelingslanden. Er is niet genoeg voedsel en grondstoffen voor iedereen dus daar moet verstandig mee worden omgegaan. Uit het aanpassen van de eigen levensstijl blijkt meer daadwerkelijke betrokkenheid bij wat er in de Derde Wereld gebeurt, dan door af en toe wat geld te geven bij een nationale rampenactie.

• Ook daadwerkelijk deelnemen aan ontwikkelingssamenwerking is een optie.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen