Menu

SATISFYING BEHAVIOUR

Managerial revolution= een scheiding is opgetreden tussen de managers enerzijds en de eigenaars van de bedrijven anderzijds. Managers hebben geen familiale band met bedrijf. Ze hebben de neiging om van het ene bedrijf naar het andere over te stappen. Daarom willen ze aandelenopties het liefste op KT verzilveren. Belangenconflict tussen eigenaars en managers.

Relatie eigenaars tot bedrijf= anonieme via de beurs ADH hebben andere doelen dan familiale bedrijfseigenaars. Risicokapitalisten zoeken KT hoge return en exit driven managers.

Satisfying behaviour tussen managers en ADH= streven naar objectieven die aanvaardbaar zijn voor de ADH

Maximising behaviour= uiterste van alles willen.

Agenttheorie van Jensen en Meckling= managers (agenten) van de ADH (principaal).

Financiële engeneertechnieken= toepassen om agenten te stimuleren beslissingen te nemen die de waarde maximaliseren. Vb. manager mede-eigenaar en persoonlijk streven nauwer aansluiten bij de doelstelling van de hoofdADH.

Manager, stichter en eigenaar laat nieuwe eigenaars toe (via VC, business angels, IPO) => de stichter verkiest manager/vennoot te zijn van een groot bedrijf ipv big boss of a small company.

Lees meer...

Nabeschouwingen bij het financieel management

Leidmotief: winstmaximalisatie

Meer bepaald: winst per aandeel => waarde van het aandeel van de onderneming maximaliseren.

Corporate governance als sturing bedrijf.

Steeds impact op de waarde van het aandeel inschatten bij elke beslissing.

Waarde aandeel ≠ EV/aantal aandelen. Wel:diverse factoren, vnl de verwachtingen mtb de toekomstige rendabiliteit vd onderneming.

Afhankelijk van: timing, risico, rendabiliteit.

Shareholders value approach:waarde onderneming vanuit oogpunt ADH bekijken.

Lees meer...

BEHEER VAN HET BEDRIJFSKAPITAAL

Herhaling: berekening bedrijfskapitaal

1) mate waarin de PK > VA. Een stukje wordt ook gebruikt ter financiering van de bedrijfscyclus (vl A)

2) De mate waarin de vl A > KTpassiva. De mate waarin de Vl A (die normaal binnen het jaar in geld kunnen worden omgezet) de KTpassiva (die normaal gezien binnen het jaar verschuldigd zijn overtreffen).

dus e voldoende bedrijfskap nodig om a de kt behoeften te voldoen.

Algemeen: BK positief. (behalve bijvoorbeeld in de distributiesector zoals Colruyt)

De onderneming moet elk moment aan haar betalingsverplichtingen kunnen voldoen.

Zoniet: gedwongen liquididatie van de vaste activa meestal tegen dumpingsprijzen, hoge liquididatiekosten => zware aderlating.

Optimale hoogte bedrijfskapitaal: vuistregels

1) Voorraden financieren met permanent kapitaal. (moeilijk, veel bedrijven slagen niet voor de acid test)

2) Bedrijfskapitaal relateren aan de omzet: bedrijfskapitaal moet anderhalve maand van de bedrijfscyclus op zich kunnen nemen. BK 12-15% vd omzet.

Bereiken

Bedrijfskapitaal

Bedrijfskapitaalbehoefte

-PK verhogen door KTschulden om te zetten in LTschulden

-Kapitaalverhoging (financieringspolitiek)

-Desinvestering (investeringsbeleid)

-Vlottende activa verhogen door geldbeleggingen om te zetten in liquide kasmiddelen

-Strikter debiteurenbeheer => rotatiesnelheden klanten stijgen ( klanten betalen sneller)

-JIT voorraadbeheer => rotatiesnelheid voorraden stijgt => vl A stijgt

-Leveranciers sneller betalen => verlaagt schulden op KT

Wisselwerking: investeringsbeslissing

  • VA stijgt, dus BK daalt
  • Voorraden stijgen => vl A stijgt => BK stijgt
Lees meer...

DIVIDENDPOLITIEK

Dividendpolitiek en financiële politiek gaan hand in hand, immers wat wordt uitgekeerd onder de vorm van dividend, verlaat het bedrijf en kan niet langer worden gebruikt als interne financieringsbron.

-RELATIE DIVIDENDUITKERING EN WAARDE: 3 THEORIEËN

Gordon: toename dividenduitkering => verhoging waarde onderneming (positieve relatie)
ADH verkiezen uitbetaling dividend NU boven in de TOEKOMST (bird-in-the-hand theorie)

Litzenberger en ramaswamy: Toename van dividenden => daling van de waarde van de onderneming. (negatieve relatie)

Modigliani-miller: in perfecte markt, zonder bel, is de dividendpolitiek irrelevant voor de waarde van de onderneming.

-DIVIDENDPOLITIEK IN DE PRAKTIJK: eerder pragmatisch

Jaarlijks proberen een luttel bedrag uit te betalen per aandeel, onafhankelijk van de resultaten. (zelfs bij dalende resultaten, cashdrain) => shareholder value en de illusie dat het bedrijf niet zo slecht bezig is.

Een stabiel, lichtgroeiend dividend is het best. Er is een afkeer tov de vermindering van het absolute bedrag van dividenden.

Dividenden aan de winst aanpassen, met een zekere vertraging. (uitz hoge winst, zal dividend met maar lichte stijging teweeg brengen)

Lees meer...

INVESTERINGSANALYSE MET FINANCIERINGSASPECTEN

De financiële lasten voorvloeiende uit de investering zijn nog niet in rekening gebracht.
om de impact daarvan te bestuderen moeten we de complete liquiditeitspositie bekijken. Want de investeringsanalyse alleen situeert zich namelijk op het actief van de balans.

Investering => financiële behoefte (investeringsbedrag.) => indirect ook bijvoorbeeld creatie van extra voorraadaanleg door de nieuwe investering.

Lees meer...

DE EVALUATIEMETHODES

Vijftal technieken om investeringen achteraf te evalueren:

1) Boekhoudkundig rendement (BHR)= gemiddelde nettowinst/gemiddelde investering (investering/2)

-lineaire afschrijvingen en vermogen dat is geïnvesteerd vr het project ook lineair daalt. (grafiek pg 72)
-BHR > minimum vereiste rendement => project aanvaarden.
-soms gebruikt men als investeringsgetal gewoon het beginbedrag.
-Nadelen: slechte methode

  1. Gebaseerd op winst en niet op kasstromen
  2. Geen rekening houdende met timing van de kasstromen
  3. Minimum vereist rendement wordt arbitrair betpaald
  4. Variante bewijst het inaccurate karakter van de methode.

2) Terugverdienperiode (TVP) of payback methode

-Definitie:. Bepaalt het aantal jaar dat nodig is om de investering terug te betalen.

-gebruikmakende van kasstromen
-project wordt aanvaard als TVP lager is dan een aanvaard minimum.
= begininvestering / nettokasstromen
-nadelen: toch veel gebruikte methode.

  1. Houdt geen rekening met wat daarna gebeurt.
  2. Lengte van de vereist TVP wordt arbitrair vastgesteld
  3. Kasinstromen worden niet geactualiseerd.
  4. Spreiding van de mogelijke kasstromen niet in rekening, dus eigenlijk niet goede risico indicator.

3) Interne rendementsgraad (IRG) of internal rate of return. (IRR)

-Definitie: de rente die de contante waarde van de verwachte kasontvangsten gelijkstelt aan de contante waarde van de verwachte kasuitgaven.
-gebaseerd op de verdiscontering van de kasstromen.
-contante waarde begininvestering=contante waarde kasontvangsten.

-Het percentage toont aan welk rendement het investeringsproject geeft op het geïnvesteerde vermogen. Minimum vooropgestelde rendement heet hier hurdle rate of cutoff-rate.

Formule pg 75.

4) Nettocontantwaarde (NCW)

-Definitie: bepaalt de contante waarde van alle kasstromen op basis van een gegeven minimumrendement. De geactualiseerde waarde van de cash inflows min de geactualiseerde waarde van de cash outflows.
-verdiscontering van de kasstromen

-project aanvaard: contante waarde kasontvansten > contante waarde van de kasuitgaven.

-enige correcte methode

-hoe hoger het vereiste rendement, hoe lager de annuiteitsfactor en hoe lager de contante waarde van de te ontvangen kasstromen.

5) Winstgevendheidsindex of profitability index (PI)

De actuele waarde van de kasinstromen te delen door de actuele waarde van de kasuitstromen.

PI>1= project aanvaarden

Idem zoals nettocontantwaarde

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen