Een toneelschrijver die het dualisme van Kant wil overschrijden omdat kant zelf dat slechts op niveau van analogie voor elkaar kreeg: een gelijkenis tussen het esthetische en het morele, nl het geen belang hechten aan het bestaan van het object bij een loutere voorstelling, dat wijst om morele aanleg.
En ook dat het vrije spel waarmee de verbeelding esthetische ideeën produceert, het symbool is van zedelijke vrijheid.
De volgende vraag bleef echter open: of de esthetische ervaring de mans effectief tot een meer zedelijk bestaan kan aanzetten.