Menu

Moeilijkheden met hiërarchische classificatie

Hiërarchische classificatie =organiseren van voorwerpen in klassen en subklassen (waar een hiërarchische relatie tussen bestaat) op basis van gelijkenissen verschillen.

Bijvoorbeeld de klasse-inclusie taak:
- Kinderen krijgen 16 bloemen te zien, waarvan 4 blauwe en 12 gele.
- Vraag: “Zijn er meer gele bloemen of meer bloemen?”
- Antwoord kind (pre-operationeel): “Er zijn meer gele bloemen”
 Kind ziet niet in dat zowel de gele als de blauwe bloemen (de 2 subklassen) opgenomen zijn (of
geïncludeerd) in de omvattende klasse van “bloemen”.

Lees meer...

Moeite met conservatie

Conservatie = de idee dat bepaalde fysieke eigenschappen van voorwerpen dezelfde blijven, zelfs wanneer hun uiterlijke verschijningsvorm verandert.(vb. aantal, lengte, hoeveelheid, gewicht)

Conservatieproef (zie figuur): Conservatie van hoeveelheid (vloeistof = water)
- 2 identieke glazen, evenveel water (kind bevestigt dit)
- inhoud van één glas wordt in een korter, breder glas overgegoten
- Vraag: beide evenveel water of water nu ander?
- Antwoord kind (pre-operationeel): is nu anders:
bv. “hier minder omdat water lager staat” of “hier meer want is helemaal uitgespreid” (korte glas)

Waarom hebben kinderen moeilijkheden met conservatie?

Centratie

  • Ze richten hun aandacht op één aspect en verwaarlozen anderen
  • Bv. ze hebben enkel aandacht voor de hoogte van het glas en niet de breedte

Onomkeerbaarheid

  • Ze kunnen een reeks van stappen niet in hun gedachten omkeren
Lees meer...

Egocentrisme

= de symbolische gezichtspunten van andere mensen niet kunnen onderscheiden van het eigen gezichtspunt.

Demonstratie: het drie-bergen probleem

Kind krijgt 4 foto’s te zien met telkens een ander gezichtspunt. Het kind moet de foto uitkiezen die aangeeft hoe de pop (met een ander gezichtspunt) de 3 bergen ziet. Resultaat: kind kiest foto die eigen gezichtspunt weergeeft.

Een andere uiting van egocentrisme is het animistisch denken
= de overtuiging dat niet-levende objecten kwaliteiten (of eigenschappen) van levende wezens hebben, zoals gedachten, wensen, gevoelens en bedoelingen.

Bv. de zon is boos en jaagt de wolken weg

Volgens Piaget kunnen kinderen door egocentrisme onvoldoende accommoderen (= eigen foutief redeneren aanpassen aan de realiteit)

Lees meer...

Beperkingen van het preoperationele denken

Piaget beschrijft kleuters in termen van wat ze niet kunnen en niet in termen van wat ze wel kunnen.

Volgens Piaget zijn kleuters in de preoperationele fase nog niet in staat tot operaties (= mentale handelingen die beantwoorden aan logische regels) Hun denken is eerder rigide, het is op elk moment beperkt tot één aspect van de situatie en sterk beïnvloed door de manier waarop de dingen zich voordoen (of eruit zien) op dat ene moment.

Lees meer...

Relatie symbolen – echte leven

Kleuters moeten realiseren dat elk symbool correspondeert met een specifieke toestand in het echte leven.

Voorbeeld van symbolen:
- Foto’s
- Map

Kleuters hebben problemen met dubbele voorstelling (‘dual representation’)
= een symbolisch voorwerp zien als een voorwerp op zich en als een symbool (voor iets anders)

Bijvoorbeeld experiment met Snoopy:
2,5 en 3 jarigen zagen een volwassene een kleine Snoopy is een schaalmodel van een kamer verstoppen en er werd aan hen gevraagd deze terug te vinden. Vervolgens moesten ze de grote Snoopy zoeken die verstopt was in de kamer dat het model voorstelt. Pas vanaf 3 jaar gebruiken kinderen het model als gids om de grote Snoopy in de echte kamer terug te vinden.

Hoe zien kinderen de dubbele voorstelling van symbolische objecten in?
 Doordat ze het aangeleerd krijgen (door de ouders)
Bv. bij Snoopy kunnen de ouders gelijkenissen tussen het schaalmodel en de werkelijke kamer aanduiden. In dit geval scoren kinderen beter op deze taak.

Ook is het zo dat wanneer ze inzicht krijgen in één type van een symbool – echte wereld relatie dat dit andere symbool – echte wereld relaties promoot.

Dus: ervaring met diverse symbolen – zoals foto’s, prentenboeken, verbeeldingsspel en kaarten – helpt kleuters te begrijpen dat één object kan staan voor iets anders

Lees meer...

Voordelen

Piaget: inoefenen en versterken van voorstellingsschema’s
Andere auteurs: ook andere voordelen zoals meer sociaal competent, versterken van vele cognitieve vaardigheden, inclusief aandacht, geheugen, logisch redeneren, verbeelding, creativiteit, ...

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen