Menu

Vygotsky en onderwijs

Gelijkenissen Piaget en Vygotsky:

  • Actieve deelname van kinderen
  • Aandacht voor individuele verschillen

Vygotsky:

  • Gaat verder dan onfhankelijk ontdekkingsleren (Piaget). Vygotsky bevordert begeleid ontdekkingsleren (‘assisted discovery’).
  • Begeleid ontdekkingsleren houdt ook samenwerking met leeftijdsgenoten in (‘peer collaboration’), waarbij kinderen van verschillende niveaus in groep werken, en elkaar helpen en bijleren.
  • Verbeeldingsspel (‘make-believe play’) is unieke zone van naaste ontwikkeling waarin kinderen veel uitdagende activiteiten uitproberen en veel nieuwe competenties verwerven (en tot grotere zelf-controle komen)
Lees meer...

Sociale oorsprong van het denken

Waar komt private taal vandaan?

Zie eerder: de theorie van Vygotsky:
Zone van naaste ontwikkeling = reeks taken die te moeilijk zijn om alleen op te losse, maar wel opgelost geraken met de hulp van anderen.

Dus: anderen doen aan ondersteuning (‘scaffolding’) = aanpassen van de steun die men geeft tijdens een leersessie in overeenstemming met het huidige niveau van het presteren van kinderen.

Dus wanneer kinderen moeilijk weten hoe ze verder moeten, gebruiken volwassenen directe instructies en breken ze de taak in handelbare units. Wanneer de competentie van het kind verbetert, gaat de ondersteuning geleidelijk aan verminderen en gaat men meer overschakelen op de verantwoordelijkheid van het kind. Dan nemen de kinderen de taal van deze dialogen over en maken ze het als een onderdeel van hun private taal en gebruiken ze die taal om hun onafhankelijke pogingen te organiseren.

Bv. puzzelen:
Sammy: ik krijg dit stukje er niet in (probeert een stukje op een verkeerde plaats te zetten)
Moeder: Welk stukje zou daar kunnen inpassen? (wijst naar de onderkant van de puzzel)
Sammy: Zijn schoen (zoekt naar een stukje dat de schoen weergeeft, maar kiest de verkeerde)
Moeder: Wel, welk stukje lijkt op deze vorm? (wijst alweer naar de onderkant van de puzzel)
Sammy: De bruine (probeert het en het past, hij probeert dan een ander stukje en kijkt naar zijn moeder)
Moeder: Probeer het een heel klein beetje te draaien (toont het gebaar)
Sammy: Ziezo! (plaats nog meerdere stukjes terwijl zijn moeder toekijkt)

Empirische steun in onderzoek:

  • Ouders die effectief steunen, hebben kinderen die meer “private” taal gebruiken en later analoge taken beter alleen kunnen
  • Plannen en probleemoplossen gaat beter als ze met een meer ervaren ‘peer’ of volwassene werken
  • Niet eens zijn met ‘peers’ is niet zo belangrijk, het oplossen wel.

Cognitieve steun van ouders  voorspelt winst in het denken van het kind
Emotionele steun van ouder  voorspelt de inspanningen van het kind

Lees meer...

Private taal

Vele jonge kinderen spreken luidop tegen zichzelf

Opvatting van Piaget:

  • = Egocentrische taal
  • Grotere cognitieve rijpheid en specifieke sociale ervaringen (het niet eens zijn met leeftijdgenoten of ‘peers’ wat het inzicht geeft dat anderen anders denken dan zij) leiden tot verdwijnen van egocentrische taal

Opvatting van Vygotsky

  • Niet eens met Piaget
  • Taal is de basis voor alle hogere cognitieve processen, inclusief gecontroleerde aandacht, recall, categorisatie, plannen, problemen oplossen, ...
  • Kinderen spreken tegen zichzelf om richting te geven aan hun eigen handelen (als ‘self-guidance’)
  • Als kinderen ouder worden en taken gemakkelijker gaan vinden, dan gaat hun richtinggevende taal geïnternaliseerd worden, er ontstaat dan een innerlijke taal (‘inner speech’)

Later onderzoek brengt steun voor Vygotsky. Als gevolg wordt de richtinggevende taal van kinderen nu “private” taal (private speech) genoemd in plaats van egocentrisch taal.
= taalgebruik van kinderen dat tot zichzelf gericht is.

Kinderen gebruiken deze taal meer wanneer ze een taak moeilijk vinden en ze verward zijn van hoe het nu verder moet.

Lees meer...

Piaget en educatie

3 educationele principes:

(1) Ontdekkingsleren

  • Kinderen worden aangemoedigd om uit zichzelf te ontdekken door spontane interactie met de omgeving
  • Leerkrachten geven i.p.v. ‘ready-made knowledge’ een hoeveelheid materiaal die bestemd is om exploratie te promoten, zoals puzzels, tafelspelletjes, ...

(2) Gevoeligheid voor bereidheid van kinderen om te leren

  • Het introduceren van activiteiten die gebaseerd zijn op het huidige denken van het kind. De aanpak wordt dus aangepast aan de ontwikkeling.
  • Kinderen krijgen nieuwe vaardigheden aangeleerd vanaf dat ze aangeven dat ze geïnteresseerd zijn en er klaar voor zijn.

(3) Aanvaarden van individuele verschillen

  • Leerkrachten moeten individuele activiteiten plannen of activiteiten voor kleine groepen i.p.v. voor een hele klas.
  • Leerkrachten evalueren elk kind zijn / haar educationele vooruitgang in relatie tot de vorige ontwikkeling van het kind.
Lees meer...

Evaluatie preoperationeel stadium

Als de proeven vereenvoudigd worden, dan vertonen kleuters al een begin van logische operaties
 Daarom: logische operaties geleidelijk verworven

Bestaat er dan wel een preoperationeel stadium?

  • Neen
    • Sommige auteurs beweren van niet. Enkel informatieverwerking
    • Ja
      • Neo-Piagetiaanse denkers = Piaget + informatieverwerking

Ja, maar dan een meer flexibel stadium-concept
 een geheel van onderling samenhangende competenties ontwikkelt over een langere periode, afhankelijk van de ontwikkeling van de hersenen en van specifieke ervaringen

Lees meer...

Later onderzoek over preoperationeel denken

Egocentrisch denken

  • Kan taal aanpassen aan anderen en het standpunt van anderen innemen in eenvoudige situaties
  • Animistisch denken komt voort uit onvolledige kennis van objecten

Onlogisch denken

  • In staat tot vereenvoudigde conservatie
  • Kan redeneren d.m.v. analogie
  • Gebruikt causale uitdrukkingen

Categorisatie

  • Alledaagse kennis zit in categorieën

Verschijning vs. realiteit

  • ‘Make-believe’ helpt kinderen het onderscheid te maken


Vele Piaget-taken bevatten voor kinderen onbekende elementen, of te veel informatie-elementen om tegelijkertijd te verwerken. Daarom zijn de capaciteiten van kinderen (in ‘real-life’ situaties) onderschat

Egocentrisme:

  • Als de 3-bergen veranderd worden met vertrouwde voorwerpen en als de onderzoekers de kinderen geen foto’s laten kiezen maar een andere methode kiezen, dan hebben kinderen op 4 jarige leeftijd al inzicht in verschillende gezichtspunten
  • In conversaties passen kinderen hun taalgebruik aan aan de behoeften van de luisteraar
    Bv. ze gebruiken korte en eenvoudigere uitspraken wanneer ze met 2 jarige spreken dan wanneer ze met leeftijdsgenoten of volwassenen praten

Animistisch denken:

  • Kinderen zijn weinig vertrouwd met wolken en zon
  • Kinderen die 2,5 jaar oud zijn geven psychologische uitleg (bv. “hij houdt van...”) voor mensen en occasioneel voor dieren, maar zelden voor objecten.
  • Ze maken vooral animistische “fouten” bij voorwerpen die uit zichzelf bewegen (auto’s, treinen)
  • Misvattingen komen voort uit onvolledige kennis over voorwerpen, niet echt geloof in hun levend zijn

Magisch denken

  • Meeste 3 en 4 jarigen geloven in magische wezens, zoals elfen en kabouters
  • Ze geloven dat magie gebeurtenissen verklaart die ze zelf niet kunnen vatten. Maar magische wezens kunnen hun alledaagse ervaringen niet veranderen, zoals een tekening werkelijkheid laten worden.
  • Tussen de 4 en 8 jaar verdwijnt het magisch denken door een grotere vertrouwdheid met effecten en principes uit de fysica
    (goochelaars gebruiken trucs, Sinterklaas bestaat niet)

Niet-logisch denken :

  • Wanneer taken vereenvoudigd en relevant zijn voor hun dagelijkse leven, dan doen kinderen het veel beter dan Piaget zou verwachten
  • Bv. de conservatie van aantal: indien van 6 naar 3 voorwerpen gaan, dan wel succesvol
  • Bv. wanneer zorgvuldig gekozen vragen worden gesteld over wat er gebeurd met een substantie (zoals suiker) nadat het opgelost is in water, dan geven ze accurate verklaringen.
  • Bv. Redeneren door analogie over fysieke veranderingen
  • In vertrouwelijke contexten kunnen kleuters logisch denken !
  • Kleuters lijken enkel problemen te hebben met logisch denken wanneer:
    • Het niet-vertrouwde topics zijn
    • Er te veel informatie is
    • Er tegenstrijdige feiten gegeven worden

Categorisatie:

  • Alledaagse kennis wordt al vroeg opgedeeld in hiërarchische klassen
  • Na de tweede helft van het eerste jaar hebben kinderen al een variëteit aan globale categorisaties gevormd, zoals meubelen, planten, dieren
  • Deze globale categorieën differentiëren snel in :
    • Basiscategorieën: bv. stoel
    • Subcategorieën: bv. schommelstoel
  • Woordenschat en algemene kennis breidt uit
  • Conclusie: categoriesystemen zijn nog niet complex, maar het vermogen om hiërarchisch te classificeren is al vroeg aanwezig!

Uiterlijke verschijning versus realiteit

  • In bepaalde situaties worden kinderen makkelijk misleid door uiterlijke verschijning
  • Flavell : kinderen kregen voorwerpen te zien die verborgen werden op verschillende manieren. Zoals bv. een wit blad papier dat blauw werd door een filter. Vervolgens wordt aan de kinderen gevraagd of het blad “echtig-in-‘t-echtig” blauw is. Vele kleuters zeggen “Ja!”.
    Verklaring: representatie-probleem
     Kleuters hebben moeite om reële beelden van een voorwerp voor de geest te halen wanneer ze geconfronteerd worden met een tweede, contradictorische voorstelling van datzelfde voorwerp
  • Belang van verbeeldingsspel: hoe vaker ze het spelen, hoe beter ze het onderscheid kunnen maken tussen uiterlijke verschijning en realiteit
  • Flavell: kinderen kregen een kaars te zien dat lijkt op een potlood.
    Vraag: “Is dit ‘echtig-in-‘t-echtig’ een potlood?” Vele kleuters zeggen “Ja!”.
    Verklaring: kinderen hebben het moeilijk met de taal van deze taken
     Als niet-verbale versie van taak (aanwijzen wat “echt” een potlood is), dan antwoorden de meeste kleuters wel correct.
  • Belang van dubbele voorstelling: voorwerp is één ding (een kaars) maar is symbool voor een ander ding (een potlood)
  • Hoe beter kinderen presteren op verbale schijn-realiteit taken, hoe meer vooruitgang in voorstellingsvermogen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen