Menu

Temperament

= stabiele individuele verschillen in kwaliteit en intensiteit van reactiviteit en zelfregulering:

- Reactiviteit

  • Snelheid en intensiteit van emotionele reacties
  • Aandacht
  • Activiteitsniveau

- Zelfregulering (= veranderen van reactiviteit)

De bekendste longitudinale studie over temperament (sinds 1956) is die van Thomas & Chess.
 Resultaten:

> Opvoedingsstijl van de ouders beïnvloedt de emotionele stijl van het kind

> Temperament kan de kansen dat een kind psychologische problemen gaat ervaren, vergroten

> Kan het kind beschermen tegen negatieve effecten van een stressvolle thuis

Dus : temperament verspelt psychologische aanpassing

Lees meer...

Emotionele zelfregulering

= de strategieën die we gebruiken om onze emotionele toestand tot een comfortabel niveau te brengen zodat
we onze doelen kunnen bereiken.

Heel belangrijk hierbij is bewuste controle (‘effortful control’), d.w.z. vrijwillig een dominante, maar minder gepaste emotionele reactie onderdrukken om een meer aangepaste emotionele reactie te vertonen. Dit neemt geleidelijk aan toe door:

- Ontwikkeling van de hersenschors

- Hulp van ouders

Individuele verschillen worden al snel duidelijk en zijn belangrijk voor aanpassing
(zie ook temperament: bewuste controle wordt gezien als een belangrijke dimensie hiervan)

In de eerste maanden is er slechts een beperkt vermogen om emoties te reguleren:

- Baby’s kunnen zich enkel wegdraaien

- Vooral afhankelijk van hun verzorgers

- 4 maanden: vaardigheid om aandacht te verleggen helpt het kind om de emoties te controleren

- Einde van het eerste jaar: kinderen kunnen kruipen en wandelen waardoor gevoelens kunnen gereguleerd worden door verschillende situaties te benaderen of er zich van te verwijderen.

- 2e levensjaar: voorstellingsvermogen (Piaget) en de vocabulaire om over gevoelens te praten neemt snel toe (“blij”, “verrast”, “bang”, “boos”, ...)

Verzorgers:

> Het is heel belangrijk dat verzorgers stressvolle ervaringen voor baby’s reguleren, want indien ze dit niet doen kunnen de structuren van de hersenen die stress buffert falen om fatsoenlijk verder te ontwikkelen wat resulteert in angstige, reactieve kinderen met een gereduceerde capaciteit om emoties te reguleren.

> Dragen bij tot stijl van emotionele zelfregulering van het kind

> Ouders leren aan wat sociaal aanvaard is in het uidrukken van gevoelens

  • Meer bij jongens dan bij meisjes
  • Positieve emoties vaker imiteren dan negatieven

> Er zijn buiten geslachtsverschillen ook cultuurverschillen: bij collectivistisch culturen is er minder emotie-expressie

Lees meer...

Zelfbewuste emoties

= gevoelens van een hogere orde dan de basisemoties. Ze omvatten een kwetsen of een versterking van ons
gevoel een eigen zelf te zijn (‘sense of self’), zoals:

- Schaamte

- Verlegenheid

- Schuld

- Jaloersheid

- Trots

  • Komen naar voren rond midden 2e levensjaar (18 – 24 maanden oud) (‘self-awareness’) (zie later)
  • Behoefte aan richtlijnen van volwassenen over wanneer je ze voelt
    Bv. “Amai wat kan jij ver gooien” -> richtlijn voor trots
    “Wat doe jij nu? Ik dacht dat jij een braaf kindje was” -> richtlijn voor schaamte (gezicht wordt bedekt)
  • Spelen een belangrijke rol in gedragingen van kinderen die verband houden met prestaties en in morele gedragingen
  • Situaties waarin ouders deze emoties aanmoedigen verschillen van cultuur tot cultuur
Lees meer...

Begrijpen en reageren op emoties van anderen

De emotionele expressies van kinderen zijn sterk gerelateerd aan hun vermogen om de emotionele cues van anderen te interpreteren

Evolutie:

  • In het begin:
    kinderen stellen de emoties van anderen vast door een tamelijk automatisch proces van emotionele besmetting, d.w.z. dat we ons gelukkig of verdrietig voelen wanneer we deze gevoelens bij anderen voelen.
  • 4 maanden:
    gevoelig voor structuur en timing van interacties. Nu verwachten ze dat wanneer zij glimlachen, vocaliseren of staren hun partner gaat reageren.
  • 5 maanden:
    Gelaatsuitdrukkingen worden gezien als georganiseerde patronen. Ook gaan ze de emotie in de stem met de overeenkomstige gelaatsuitdrukking in verband brengen.

Wanneer deze inzichten op hun plaats vallen, gaan kinderen sociale bevestiging zoeken (‘social referencing’)
= kind gaat zich baseren op de emotionele reactie van de vertrouwenspersoon om te beslissen hoe te reageren in een onzekere situatie.

  • Stem heeft meer effect dan gelaatsuitdrukking alleen, want stem houdt zowel verbale als emotionele informatie in
  • Kinderen leren reageren op alledaagse gebeurtenissen
  • Sociale bevestiging zoeken laat peuters toe om hun eigen inschatting te vergelijken met die van anderen
    Bv. “ik eet graag koekjes, dus moet die andere persoon dat ook graag eten”
  • Vanaf 2e helft van het tweede levensjaar zien ze in dat emotionele reacties van anderen kunnen verschillen van hun eigen reacties

Conclusie:
Emotionele signalen gebruiken helpt kinderen om:
- richting te geven aan hun eigen handelen
- interne toestanden van anderen af te leiden

Lees meer...

Angst

  • Neemt toe in de tweede helft van het eerste levensjaar
  • De meest frequente uidrukking van angst is die t.o.v. onbekende volwassenen = vreemdenangst
     Hangt af van meerdere factoren:
    • Het temperament van het kind
    • Vroegere ervaringen met vreemden
    • De huidige situatie

De vreemde kan het best stil zitten terwijl de baby beweegt en terwijl er een ouder in de buurt is. Dan vertoont het kind positief en curieus gedrag. Ook de manier van interactie – zoals warmte uitdrukken, een aantrekkelijk speeltje vasthouden, een vertrouwd spel spelen en eerder het kind traag dan snel benaderen – reduceert de angst van het kind

  • Waarom toename met leeftijd?
    • Cognitieve ontwikkeling (zie Piaget: intentioneel gedrag)
    • Is adaptief bij verkenning omgeving (overleving)
    • Invloed van de cultuur (door opvoedingspraktijken)
  • De verzorger is een veilige uitvalshaven (‘secure base’) van waaruit kinderen beginnen te ontdekken, gewaagde dingen doen in de omgeving om dan vervolgens terug te keren voor emotionele steun.
  • Ontmoeting met vreemden kan leiden tot 2 verschillende tendensen:
    • Toenadering, wat aangeduid wordt door interesse en vriendelijkheid
    • Ontwijking, vermijden, aangeduid door angst
Lees meer...

Woede en droefheid

  • Woede
    • 4 – 6 maanden: uitdrukkingen van woede nemen toe in frequentie en intensiteit. Oudere kinderen reageren kwaad in meerdere situaties
    • Hoe komt het dat er een toename is met leeftijd?

- Cognitieve en motorische ontwikkeling neemt toe (zie Piaget: intentioneel gedrag)

  • Ze willen hun eigen acties controleren
  • Hoe ouder ze worden hoe beter ze kunnen identificeren wie hen pijn heeft gedaan of wie hun speelgoed heeft afgenomen

- Is adaptief (verdediging, obstakel overwinnen, ...)

- Ouders zijn gemotiveerd om onbehagen te verminderen

  • Droefheid
    • Gevoelens van droefheid komen minder frequent voor dat woede
    • (Soms) reactie op pijn of afscheiding
    • Vaker valt dit voor wanneer de communicatie met de verzorger ernstig verstoord is zoals bv. depressie bij de verzorger
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen