Menu

Ondersteunen van vroege taalontwikkeling

Taal gericht naar het kind (‘Child Directed Speech’: CDS)
= vorm van communicatie met korte zinnen, hoge stem, overdreven expressiviteit, duidelijke uitspraak, duidelijk afgescheiden apuzes tussen (zins)onderdelen, en herhalen van nieuwe woorden in nieuwe contexten.

Moeders die niet goed kunnen horen vertonen in hun gebarentaal met baby’s een gelijkaardige stijl van communiceren.

> Kinderen vertonen ook een voorkeur voor ‘child-directed speech’ (CDS) vanaf hun geboorte.

> De mate waarin ouders hun CDS bijsturen in functie van de behoften van hun kind, stimuleert begrijpen van taal.

> Om beurten praten in conversatie voorspelt taalontwikkeling en (latere) schoolprestaties

> CDS en om beurten praten creëren een Zone van de Naaste Ontwikkeling waarin taal gaat uitbreiden

Lees meer...

Individuele en culturele verschillen in taalontwikkeling

  • Geslacht:

Meisjes lopen (licht) vooruit op jongens inzake vroege ontwikkeling van de woordenschat

  • Persoonlijkheid

Gereserveerde (= teruggetrokken) kinderen beginnen later te praten

  • Omgeving

Hoe meer woorden ouders gebruiken in het bijzijn van het kind, hoe meer hun kinderen leren

> Geslacht: ouders praten meer met meisjes dan met jongens (peuterleeftijd)

> Persoonlijkheid: ouders praten minder met verlegen dan met sociale kinderen

  • Lage SES

Minder verbale stimulering thuis (vooral voorlezen uit (kinder)boeken), waardoor grote taalachterstand (woordenschat maar ¼ van hoge SES kinderen)

Jonge kinderen hebben een unieke stijl van praten:

> Referentiële stijl
= Vroege woordenschat die vooral bestaat uit woorden die verwijzen naar voorwerpen

  • Snellere toename van woordenschat (gewoonweg omdat er meer object labels zijn dan sociale zinnen)
  • Visie op taal = woorden dienen om naar voorwerpen te verwijzen
  • Verkennen actief voorwerpen (en ouders steunen dat)

> Expressieve stijl
= Veel meer gebruik maken van voornaamwoorden (bv. “ik”) en sociale uitdrukkingen of zegswijzen
(bv. “dank u”)

  • Visie op taal = woorden dienen om over de gevoelens en behoeften van mensen te praten
  • Zijn meer sociaal (en ouders steunen dat)
  • Ook invloed cultuur
    • bv. Engelse – Chinese taal:
    • Engelse taal: object woorden (naamwoorden) worden hier meer gebruikt
    • Chinese taal: actiewoorden (werkwoorden) worden hier meer gebruikt

Wanneer moeten ouders zich zorgen gaan maken voor taalachterstand?

Wanneer het kind opvallend sterk achterloopt op taalnormen:

2 maanden

Vocalisaties

4 maanden

Brabbelen

8 – 12 maanden

Brabbelen als volwassen taal (bv. intonaties)

12 maanden

Eerste herkenbare woord

18 – 24 maanden

Woordenschat 50 – 200 woorden

20 – 26 maanden

2 woorden combineren


Bijvoorbeeld laat brabbelen kan wijzen op trage ontwikkeling van de taal (interventie is dan nodig)
Of op 2 jaar nog geen richtlijnen kunnen volgen of gedachten moeilijk onder woorden brengen: mogelijk probleem met gehoor of taalstoornis (behandeling is dan ook nodig)

Lees meer...

Twee-woorden zin

De meeste kinderen vertonen een geleidelijke, continue stijging in het aantal woorden die ze leren.
 Hoe? : in hun tweede levensjaar verbeteren ze hun vermogen om ervaringen te categoriseren, en begrijpen ze de intenties van andere mensen om zo te achterhalen waar anderen over praten.

Vanaf peuters ongeveer 200 woorden kennen starten ze met 2 woorden te combineren. Dit noemt men de telegram-stijl: gebruik van slechts 2 woorden, zoals in een telegram, waar de minder belangrijke woorden worden uit gelaten. Dit vaak in eenvoudige vormen zoals “Willen + X” of “Meer + X”

Ze maken zelden grammaticale fouten zoals “stoel mijn” i.p.v. “mijn stoel”. Maar hun woordcombinaties zijn gewoonlijk een kopie van paren van woorden die volwassenen gebruiken, zoals “wat denk je van nog meer sandwich?”

Lees meer...

Eerste woordjes

  • 6 maanden: kinderen beginnen de betekenis van de woorden te begrijpen:
    Als ze luisteren kunnen ze ‘mama’ en ‘papa’ onderscheiden (TV-experiment)

  • 1 jaar: kinderen zeggen hun eerste woorden:
    • Belangrijke mensen (“mama”, “papa”)
    • Alles wat beweegt (“auto”, “bal”, “kat”)
    • Bekende handelingen (“da-da”, “op”, “meer”)
    • Resultaten bekende handelingen (“vuil, “nat”, “heet”)

Sommige eerste woorden hebben een samenhang met cognitieve prestaties
Bv. object-permanentie: “alles weg”, “allemaal weg”

Kinderen zijn gemotiveerd om woorden te leren die relevant zijn voor probleem-oplossen.
Ook emoties beïnvloeden het leren van de eerste woordjes
Bv. Een kind roept enthousiast “schoen” omdat het kind weet dat wanneer je je schoenen aandoet, je naar buiten gaat en iets leuks gaat doen.

Kinderen hebben probleem van onder- en overextensie:

> Onderextensie:

  • woord wordt toegepast op kleiner aantal voorwerpen of gebeurtenissen dan waarvoor ze geschikt zijn. De term wordt te eng toegepast
  • Bv. “beer” enkel gebruiken voor de eigen teddybeer, maar niet voor de beer in de zoo

> Overextensie:

  • Woord wordt toegepast op bredere verzameling van woorden of gebeurtenissen dan waarvoor het geschikt is. De term wordt te breed toegepast
  • Bv. “auto” voor personenwagens, vrachtwagens, treinen, bussen, ...
  • Men denkt dat kinderen overgaan tot overextensie omdat ze het juist woord niet kunnen herinneren.

Wanneer kinderen er niet in slagen om een woord uit te spreken wil nog niet zeggen dat ze dat woord niet kennen:

> Spreken -> vaker overextensie

> Begrijpen -> minder vaak overextensie

Lees meer...

Voorbereiding op praten

> Eerst vocalisaties

  • Rond 2 maanden maakt baby klinkerachtige geluiden
  • bv. ‘ooo’ of ‘aaa’

> Dan brabbelen

  • Vanaf 4 maanden medeklinkers toegevoegd en medklinker-klinker combinatie herhaald in lange reeksen
  • Bv. ‘bababababa’ of ‘dadadadada’

Om verder te ontwikkelen, moet baby menselijke spraak kunnen horen. Dove kinderen worden blootgesteld aan gebarentaal en maken gebruik van brabbelen met hun handen zoals andere kinderen doen door spraak. Kinderen die niet doof zijn maar wel dove ouders hebben produceren brabbelgelijke gebaren met het ritmische patroon van natuurlijke gebarentaal.

> Vervolgens echt gaan communiceren

  • Gedeelde aandacht
    • Vanaf 4 maanden kijkt baby in dezelfde richting als de volwassene
    • Volwassenen kijken in zelfde richting als baby en benoemen de omgeving
    • Leren: begrijpen taal, produceren van woorden en ontwikkeling woordenschat
  • Geven en nemen
    • Vanaf 1 jaar gaan kinderen heel actief willen meedoen met spelletjes waarbij spelers elk om beurt meedoen: handjeklap en kiekeboe
  • Preverbale gebaren
    • Gebruikt om gedrag van anderen te beïnvloeden
    • Leren: taal leidt tot gewenste resultaten
    • Bv. wanneer kind naar kast wijst reageert ouder met ‘oh wil je een koekje?’. Op deze manier leren kinderen de taal te gebruiken die leidt naar de gewenste resultaten.
    • Later gaan de gebaren verdwijnen en worden woorden dominant

Nabije leeftijd

Mijlpaal

2 maanden

Kinderen vocaliseren, ze maken aangename klinkerachtige geluiden

4 maanden

> Kinderen brabbelen, ze gaan medeklinkers toevoegen aan hun vocalisaties

> Vanaf 7 maanden gaan het brabbelen ook vele geluiden van gesproken taal inhouden

> Kinderen observeren aandachtig het geven-en-nemen spel, zoals handjeklap en kiekeboe

8 – 12 maanden

> Kinderen begrijpen sommige woorden

> Kinderen worden nauwkeuriger in gedeelde aandacht met de opvoeder, die vaak de omgeving benoemd

> Kinderen nemen actief deel aan het geven-en-nemen spel, ze doen elk om beurt mee

> Kinderen gebruiken preverbale gebaren, zoals wijzen, om zo de handelingen van anderen te beïnvloeden

12 maanden

> Het brabbelen houdt ook geluid en intonatiepatronen in van de taalgemeenschap van het kind

> Kinderen zeggen hun eerste herkenbare woord

18 – 24 maanden

> Hun vocabulair breidt uit tot 50 à 200 herkenbare woorden

> Kinderen combineren 2 woorden

Lees meer...

Interactionistisch

Taal ontwikkelt zich door interacties tussen aangeboren capaciteiten en invloeden vanuit omgeving.

2 types van interactionistische theorie:

  • Type 1: informatieverwerking
    • Idee dat kinderen krachtige algemene strategieën toepassen om zo de complexe taalomgevingen te begrijpen
    • Andere interactionisten maken een combinatie van Chomsky en informatieverwerking
  • Type 2: klemtoon op sociale interactie
    • Sociale vaardigheden en taalervaringen zijn belangrijk voor taalontwikkeling
    • Kind heeft een sterk verlangen om met anderen te communiceren

De sociale competentie van de kinderen en hun taalervaringen hebben een grote invloed op hun taalontwikkeling

CONCLUSIE:
Je moet deze 3 theorieën samennemen en combineren om te begrijpen hoe kinderen taal en praten leren. De aangeboren capaciteiten, cognitieve verwerkingsstrategieën en de sociale ervaringen spelen alledrie een rol.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen