Bij jonge kinderen maken ze gebruik van het presenteren van stimuli i.p.v. vraag en antwoord. Deze testen gaan zich meestal richten op perceptuele en motorische reacties, maar nu ook steeds meer op vroege taal, probleemoplossen en sociaal gedrag.
Een vaak gebruikte test: Bayley Scales of Infant Development – Versie III. Ze omvatten:
> ‘Cognitive Scale’
> ‘Language Scale’
> ‘Motor Scale’
> ‘Social-Emotional Scale’
> ‘Adaptive Behavior Scale’
Intelligentietests voor kinderen en volwassenen worden op dezelfde manier berekend, namelijk door de intelligentie quotiënt (IQ) te berekenen. Deze score geeft weer om de prestatie van het kind op een intelligentietest te vergelijken met de prestaties van andere kinderen van dezelfde leeftijd.
Om een test te construeren gaat men normen berekenen waarmee in de toekomst anderen vergeleken worden:
- Ligt achter op ontwikkeling (< 100)
- Is gemiddeld inzake ontwikkeling (= 100) (= 50%)
- Loopt vooruit op ontwikkeling (> 100)
Deze normen (= resultaten van (grote groep) mensen op elke leeftijd) nemen de vorm aan van een normale of klokvormige verdeling :
(*) + 1x de standaarddeviatie
(-) + 2x de standaarddeviatie
2: In 2% van de gevallen doe je het beter dan de andere kinderen
98: In 98% van de gevallen doe je het beter dan anderen kinderen en in 2% van de gevallen doe je het minder goed dan andere kinderen.
Maar intelligentietests voor jongere kinderen zijn slechte voorspellers van latere intelligentie omdat:
> Intelligentie schommelt (longitudinaal onderzoek)
> Jongere kinderen snel afgeleid zijn
> Op jonge leeftijd tests andere inhoud hebben (meer motorisch)
Daarom worden scores op tests voor jonge kinderen ontwikkelingsquotiënten (OQ) genoemd.
Predictie iets hoger voor zeer laag scorende baby’s, daarom meestal gebruikt als screeningsinstrumenten (=opsporen van kinderen met problemen)
Omdat kindertesten voor de meeste kinderen geen voorspellingen geven van het IQ op latere leeftijd, hebben sommige onderzoekers gebruik gemaakt van taken uit de theorie van informatieverwerking gebruikt als meting van mentale mogelijkheden (bv. habituatie en herstel). Daarom is in de meest recente versie van de Bayley test ook habituatie en herstel, object-permanentie en categorisatie opgenomen.