Menu

Structurele theorie

Grondlegger: Minuchin


Onderzoek behandeling delinquente jongeren: sterke terugval wnr ze terug in hun ouderlijk gezin en omgeving vertoefden
=> ontwikkeling van therapeutisch programma vr heel het gezin ipv vr alleen de jongere

In deze benadering: gezin = voortdurende veranderend sociaal systeem met 2 hoofdtaken:
- waarborgen vd continuïteit vh gezinssysteem
- bevorderen vd ontwikkeling vd gezinnen

Gezinsstructuur, functies en grenzen

Gezinsstructuur : heeft betrekking op de regels die ten grondslag liggen aan de interactiepatronen in het gezin

-> het gaat hier om impliciete gedragsregels die te herkennen zijn aan de manier waarop gezinnen met elkaar omgaan

Gezinssysteem bestaat uit subsystemen (partner-, kind- en oudersubsysteem). Ze oefenen allemaal specifieke functies en taken uit.

Elk (sub)systeem heeft grenzen
-> gedefinieerd dr regels over wie er contact met elkaar mag hebben op welk gebied
-> nodig om taken vh subsysteem goed te kunnen uitvoeren
-> opm: in een goed systeem zijn de grenzen nt alleen duidelijk, mr ook flexibel

Associaties en coalities


Associatie = 2 of meer gezinsleden vormen een subsysteem om een bepaald doel te realiseren
Coalitie = 2 gezinsleden vormen een front tg 2 of meerdere andere gezinsleden

=> veranderen voortdurend in een gezin

probleem: associaties en coalities zijn rigide of gaan over meerdere generaties

Hiërarchie


Gezin: ouders = leidinggevende functie => hiërarchie nodig die geaccepteerd wordt
- regels stellen

Taken - verantwoordelijkheden van andere gezinsleden vaststellen
=> rekening houden met de behoefte vd kinderen en hun ontwikkelingsfase

Verstoorde hiërarchie waarbij ouders er nt in slagen hun functie op een flexibele manier toe te passen-> problemen

Ernstige gevolgen bij conflict tss leidinggevenden: beide ouders verlangen dat het kind hun kant kiest en tegen de andere ouder is
= triangulatie

Parentificatie = ouders dragen een deel van hun functies over aan het kind

Kluwen- en los zand-gezinnen

2 extreme gezinsstructuren:

*Kluwen-gezin
- grenzen tss de subsystemen zijn vervaagd
- rigide grens tss gezinssysteem en buitenwereld
- gezinsleden communiceren veel met elkaar en zijn erg betrokken op elkaar
- weinig contact met mensen buiten het gezin

=> Probleem:
- samenhorigheid gaat ten koste van zelfstandigheid
- gezinsstructuur is te rigide -> neiging om steeds dezelfde interactiepatronen te vormen

*Los zand-gezin
- zeer strakke grenzen tss de gezinsleden
- grens tss gezinssysteem en de buitenwereld vervaagd
- gezinsleden praten weinig met elkaar + afstandelijke relatie
- iedereen heeft zijn vrijheid
- te weinig structuur
- mogelijkheden om sociale steun te zoeken zijn beperkt

=> Probleem:
- nauwelijks uitvoering van een verzorgende en beschermende functie

Fasen in de gezinsontwikkeling


Nadruk op ontwikkelingsperspectief: sommige veranderingen zijn voorspelbaar -> patroon
Levenscyclus van een gezin (Lange):
- fase zonder kinderen: samenleven vd partners
- uitbreidingsfase: geboorte van eerste tem laatste kind
- stabilisatiefase: periode totdat het eerste kind het huis verlaat
- fase waarin de kinderen het huis uitgaan
- ‘lege nest’ fase: alle kinderen zijn het huis uit en de partners zijn weer met 2
- fase waarin een partner alleen overblijft na het overlijden van de ander

Opm:
- afwijkingen zijn mogelijk
- doorlopen van deze fasen vergt telkens een inspanning vd gezinsleden (vooral de overgang)

Pathologie

Volgens deze benadering: niet bepaalde gezinsstructuren, mr wel wisselwerking is de oorzaak van
pathologie bij een gezinslid 3 mogelijke relaties tss gezinsstructuur en pathologie:

- Gezin draagt op een passieve manier bij aan de problematiek
Bv. vrouw zorgt ervoor dat er altijd drank in huis is om escalatie te voorkomen
- Gezin kan een context vormen die het risico op het ontstaan van een stoornis vergroot
Bv. moeder is heel angstig en houdt kinderen weg vd straat
- Gezin kan de herhaling van afwijkend gedrag stimuleren
Bv. gestoord gedrag van kind is bliksemafleider in slechte relatie: ouders zijn enkel met het
kind bezig en nt met elkaar

Lees meer...

Communicatietheorie

Gezin wordt opgevat als communicatief systeem.

Standpunt Palo Alto-groep: psychische stoornissen komen voort uit disfunctionele communicatiepatronen in het gezin. Een zorgvuldige analyse vd communicatie in het gezin zou voldoende zijn om pathogene processen te kunnen opsporen


Belangrijkste leden vd communicatieleer
-> Bateson, Haley, Watzlawick

Communicatie

Communicatie en gedrag zijn synoniem. Bij communicatie gaat het nt alleen om woorden (verbale info), maar ook om non-verbale info.

Boodschap = afzonderlijke communicatieve uiting
-> reeks boodschappen tss mensen = interactie
Zender -> Boodschap -> Ontvanger (en omgekeerd bij interactie)

Kenmerken van communicatie


Principes over communicatie volgens Watzlawick:
1) Alle gedrag is communicatie, men kan niet niet communicaren.

2) Communicatie is gelaagd: 2 niveau’s
- Inhoudsniveau: inhoud vd boodschap in woorden
- Betrekkingsniveau: manier waarop de inhoud begrepen moet worden non-verbale info

3) Interpunctie: de aard vd relatie wordt bepaald dr de interpunctie die ze aan hun interactie toekennen
- toekennen van leestekens in communicatiestroom
- communicatie is circulair, mr mensen maken oorzaak-gevolg relaties
- verschil van mening over oorzaak en gevolg (interpunctieprobleem) is een bron van conflicten

Interactiepatronen

*Symmetrische interacties
= gelijke posities en gelijksoortige boodschappen in de interactie

* Complementaire interacties
= verschillende posities en een ander soort boodschappen in de interactie

Gezond: beide interactiepatronen komen voor
=> parallelle relaties

Beide interactiepatronen kunnen ook pathologisch zijn:

- overwegend symmetrisch: machtsstrijd -> conflicten
- overwegend complementair: verstarring -> verschillen worden steeds groter

Extreme vorm van pathologische complementaire relaties: folie à deux

= psychotische stoornis waarbij 2 mensen dezelfde waandenkbeelden hebben: een dominante figuur met een waan heeft dan zoveel invloed op de ondergeschikte dat deze dezelfde waan ontwikkelt

Tegenstrijdigheden in de communicatie

Congruente communicatie = de boodschap is op inhouds- en betrekkingsniveau zonder moeite
vast te stellen

Incongruente communicatie = er bestaat discrepantie tss de verschillende communicatiekanalen

- tegenstrijdigheid binnen één communicatiekanaal
=> een verbale boodschap die later weer wordt ontkracht
Bv. kom eens naar hier. (…) wat doe je nu?

- tegenstrijdigheid tss de verschillende communicatiekanalen
=> gn overeenstemming tss inhouds- en betrekkingsniveau)
Bv. met een verveeld gezicht vertellen dat een verhaal je interesseert

- paradoxale communicatie: heeft een ziekmakende invloed
Bv. moeder zegt tegen kind dat het eens iets uit zichzelf moet doen, bv de afwas, mr wnr het kind de afwas doet, doet hij dat nt uit zichzelf

Lees meer...

Algemene systeemtheorie

Inleiding

Stelling: afwijkend gedrag is geen individuele stoornis, mr een intermenselijk probleem
Von Bertalanffy definieerde eind jaren 20 een aantal concepten, die werden samengebracht onder de naam ‘algemene systeemtheorie’.

Systeem


= verzameling elementen die onderling met elkaar samenhangen; het bestaat uit objecten en uit relaties tss deze objecten
Bv. gezin: objecten -> gezinsleden met hun relaties
Opm: een complex systeem kan nooit helemaal begrepen worden dr enkel de afzonderlijke
componenten te bestuderen, wnt het geheel is meer dan de som vd delen

Kenmerken:
- geheel is meer dan de som vd delen
- verandering in een deel, zorgt voor verandering in het geheel
- uitwisseling met de omgeving; een systeem heeft doorlaatbare grenzen/ permeabele wand

Subsystemen

= aparte entiteiten binnen een groter systeem
- doorlaatbare grens
- interactie omgeving

Wederzijdse beïnvloeding

Gezinnen functioneren als een systeem met een ouder- en een kind subsysteem.

Gedrag vd gezinsleden = resultaat vd wijze waarop het gezinssysteem georganiseerd is.

=> het gedrag van elk gezinslid is dus afhankelijk van en beïnvloedt het gedrag vd andere gezinsleden

Bv. kind weet dat het niet in de kast mag zitten en doe dit dan ook niet -> goedkeuring mama -> kind blijft luisteren

Circulaire causaliteit (belangrijk begrip die de systeemtheorie van anderen onderscheid)

Algemene systeemtheorie: interactieketens + onjuist om een bepaald verschijnsel oorzaak te
noemen van een ander verschijnsel.

A B : foute gedachte
A B : correct, A is zowel oorzaak als gevolg van B
Bv. man is zwijgende in de relatie en de vrouw is een spraakwaterval
=> man zwijgt dr vrouw, mr vrouw praat dr man

Homeostase

Omgang kent vaste patronen. Aan deze interactiepatronen liggen regels ten grondslag, die meestal nt expliciet omgeschreven zijn, mr wel bepalen welk gedrag gebruikelijk is in het gezin.


Systeem (gezin) streeft nr constante patronen. Ondanks de veranderingen in de omgeving en bij de gezinsleden vertoont het gezin een zeker evenwicht.

=> homeostase
een goed functionerend systeem gaat zich constant aanpassen aan de omgeving

Homeostatische mechanismen


Intern evenwicht kan verstoord geraken dr externe factoren ->homeostatische mechanismen treden in werking om het evenwicht te herstellen. Anders: chaos in het systeem.
=> zekere structuur nodig vr optimaal functioneren

Homeostatische mechanismen
- positieve invloed: hebben betrekking op dynamisch evenwicht dat wordt aangepast aan
veranderende omstandigheden
- negatieve invloed: leidt tot disfunctioneel gedrag, wnr er sprake is van rigiditeit of weerstand tg elke verandering

Soms werken homeostatische mechanismen nt zoals het hoort:
- Men merkt nt wnr de grenzen voor aanvaardbaar gedrag overschreden worden
Bv. kind blijft nacht weg zonder dat de ouders ongerust zijn
- Men merkt wel een verstoring in het evenwicht, mr reageert op inadequate wijze
Bv. weggebleven kind krijgt er ongenadig van langs of wordt elke minuut in ‘t oog gehouden

Conclusie: Systeem is gn statisch geheel, mr moet zich constant aanpassen aan de veranderende interne en externe omstandigheden.

Goed functionerend systeem is in staat om alternatieve interactiepatronen te ontwikkelen, zonder daarbij de continuïteit te verliezen

Feedbackprocessen

Om het eigen functioneren te kunnen bijstellen, heeft een systeem info nodig over het reilen en zeilen in het systeem en daarbuiten.

Volgens de alg.systeemtheorie vindt deze info-overdracht plaats via FBprocessen:
- binnen het systeem onafgebroken uitwisseling
- tss systeem en omgeving van informatie

FBprocessen kunnen verandering in het systeem:
- stimuleren (positieve FB) zegt niet over het gunstige of
- afremmen (negatieve FB) ongunstige effect vd FB
Bv. mama ziek
- positief: iedereen helpt
- negatief: niemand helpt, alles blijft staan

Equifinaliteit & Equipotentialiteit

Equifinaliteit = bepaald gedrag kan het gevolg zijn van verschillende begintoestanden
Bv. opstandig kind -> gevolg van laissez-faire opvoeding
Equipotentialiteit = bepaalde beginsituatie kan tot verschillende eindtoestanden leiden
Bv. laissez-faire opvoeding -> opstandig/onafh kind
Dr deze 2 uitgangspunten wordt het zoeken nr verklaringen van verschijnselen minder relevant.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen