Menu

Jurisprudentie

Culpa in causa

HR Culpa in causa – 1983

Een voorbeeld van een zaak waarin iemand ontoerekeningsvatbaar is tijdens zijn misdaad, maar door culpa in causa toch toerekenbaar is.

Een jongen nam heroïne en een grote dosis cocaïne, wetende dat hij vreemde gevolgen ondervond van cocaïnegebruik. Hij kwam terecht in een ‘paranoïde psychose’ waarin hij zijn grootmoeder doodstak. Het Hof erkende de ziekelijke stoornis en het causale verband, maar rekende hem de moord niettemin toe omdat hij zichzelf bewust in deze psychose had gebracht. HR liet deze beslissing in stand. Wel kreeg hij een ongebruikelijk lage gevangenisstraf van twee jaar.

-> Het gaat er dus om of iemand verwijtbaar is komen te verkeren in een zodanige situatie.

Tevens kan n.a.v. dit arrest worden aangenomen dat misdaden gepleegd in een roes van drugs of drank aan de dader worden toegerekend: hij is het immers die zijn slachtoffers blootstelt aan de gevolgen van zijn handelen [de inname van middelen]. Hierop zijn wel nuanceringen denkbaar.

-> Daarnaast HR rov. 6: hoewel opzet niet gericht is op de dood maar op het doen stoppen van het gillen, is hiermee niettemin willens en wetens geaccepteerd dat de vrouw van het leven werd beroofd.

Tevens is in casu niet aannemelijk geworden dat de geestelijke stoornis van de verdachte tijdens het begaan van de daad van elk inzicht in zijn handelen verstoken was, waardoor geen sprake kan zijn van volledige ontoerekenbaarheid.

HR In de steek gelaten vrouw – 1990

Dit arrest definieert culpa in causa in een geval van psychische overmacht.

Een vrouw nam een mes mee toen ze haar man ter verantwoording riep over zijn vreemdgaan. Het mondde uit in een ruzie en daarbij stak zij hem neer en overleed hij.

Het Hof verwierp een beroep op psychische overmacht omdat zij zich ‘willens en wetens in een situatie zou hebben gebracht waarin het optreden van een hevige gemoedstoestand voorspelbaar was’. Ze was een intelligente vrouw en ze wist dat haar man een alcoholprobleem had.

HR §1 rov. 5 en §6 rov 6.3: Dit is ondeugdelijk gemotiveerd. Het kan wel zo zijn dat verdachte zich willens en wetens in deze situatie heeft gebracht, maar de situatie kan zich niettemin hebben voorgedaan dat de verdachte bij het steken heeft gehandeld onder een drang waaraan zij geen weerstand kon bieden.

-> HR vindt dat het Hof eerst moet kijken of er sprake is van een strafuitsluitingsgrond, voordat zij kan bepalen dat er door culpa in causa geen beroep op kan worden gedaan.

-> Tevens vereist HR hier dus een direct verband tussen eigen schuld en de omstandigheden waarop psychische overmacht wordt gebaseerd. De grens ligt bij ‘dolus in causa’: opzet op een psychische overmachtssituatie, en dat gaat verder dan het in casu door het Hof aangenomen opzet op een ‘hevige gemoedsbeweging’. Er is hier geen sprake van ‘provocatie van geweld’ [zie HR Gezochte confrontatie]. Er zitten teveel schakels tussen het meenemen van het mes bij het uitpraten en het daadwerkelijk neersteken.

Wanneer leidt een gezochte confrontatie door culpa in causa tot uitsluiting van een noodweersituatie?

In casu had verdachte ruzie gehad in een café met het slachtoffer. Daarna ging hij naar huis om een mes te halen en zich te verkleden in gemakkelijk zittende kleding en keerde hij laat in de nacht terug naar het café. Hij liep daarbij langs het huis van zijn extegenstander en toen zij hem nariepen liep hij terug. Een van de familieleden in het huis pakte een pook, een trok zijn jas uit. Hierdoor voelde verdachte zich bedreigd en hij stak het slachtoffer in zijn buik. Hof en HR: door het bewust halen van een mes en gemakkelijk zittende kleding is hier sprake van culpa in causa, wat een noodweersituatie in de weg staat. Het Hof heeft niet aannemelijk geacht dat de verdachte heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging tegen een ogenblikkelijke aanranding, of als gevolg van een hevige gemoedstoestand, door een zodanige aanranding veroorzaakt.

-> Het te handhaven criterium bij een gewelddadig geval van culpa in causa is of verdachte het geweld geprovoceerd heeft.

-> In casu heeft de verdachte de gevaarlijke situatie werkelijk geprovoceerd.

HR Blijf daar weg! – 1996

Verdachte kreeg ruzie in het café, haalde een pistool en ging naar het huis van een derde.

Hij wist dat degene waarmee hij ruzie had gehad zich hier bevond. Het slachtoffer schoot op hem, maar mis; verdachte schoot terug en slachtoffer overleed.

Hof: Geen sprake van noodweer, lijkt op Gezochte confrontatie, vanwege culpa in causa.

HR rov. 5.4: Het feit dat je iemand bedreigt met een pistool, weggaat, en dan teruggaat naar het huis van een derde [niet het huis van het slachtoffer maar het huis van een derde!] met een pistool is niet culpa in causa genoeg.

-> Het geweld was in casu niet geprovoceerd.

HR De niet betaalde taxirit – 2006

Man wilde taxirit niet betalen. Zijn vrouw waarschuwde de taxi chauffeur nog dat hij hiermee akkoord moest gaan, omdat man de neiging zou hebben om gewelddadig te worden indien hij zijn zin niet kreeg. Niettemin gaan een aantal chauffeurs langs bij de man, die inderdaad aldaar met een koevoet staat te zwaaien. Een van de chauffeurs weet de koevoet te pakken en slaat de man, die aan de daardoor opgelopen verwondingen overlijdt. Chauffeur beroept zich op noodweer.

HR: 3.5.2, 3.6 en 3.7: Chauffeur was – ondanks waarschuwingen – niet op zoek naar geweld. Dit komt overeen met In de steek gelaten vrouw: louter je begeven in een situatie waarin geweld zou kunnen ontstaan is niet voldoende voor culpa in causa, je moet het geweld ook provoceren.

Noodweerexces

Ruzie te Loon op Zand – 1989

Dit arrest introduceert extensief noodweerexces.

Vrouw trapt man in het kruis en man neemt gewelddadig [excessief] wraak, maar dan is er geen sprake meer van een noodweersituatie. Het was dus niet meer noodzakelijk [subsidiair] om tot verdediging over te gaan. Er was dus geen sprake van intensief noodweerexces.

HR rov. 5.3: Er was in casu mogelijk sprake van extensief exces. Dit bestaat op twee manieren [uit latere rechtspraak]:

1. Je gaat door met excessief verdedigen terwijl er geen sprake meer is van noodweer.

2. Je begint pas nadat het gevaar al is geweken.

-> Het Hof had in casu niet onderzocht of hiervan sprake was.

HR Blijf van mijn auto! – 1993

Definitie van extensief noodweerexces.

Een man had iemand die tegen zijn nieuwe auto schopte geslagen; het Hof vond dit geen noodzakelijke verdediging nu de man bij de mishandeling niet meer handelde ter verdediging van zijn lijf of goed, omdat het schoppen alweer was opgehouden.

HR rov. 6.2: Er is in twee gevallen sprake van noodweerexces, nl. indien er sprake is van een gedraging die een noodzakelijke verdediging uitlokt, waarbij:

1. de verdachte zichzelf of iemand/iets anders beschermt en door een onmiddellijk door de aanranding veroorzaakte gemoedstoestand ‘verder gaat dan geboden is’ [intensief]

2. de hevige gemoedstoestand de verdachte na afloop van de aanranding alsnog noodzaakt tot een te ver gaande gedraging [extensief] -> hier is altijd sprake van een probleem met de subsidiariteit! je had kunnen anders kunnen en moeten handelen maar verdedigt je, nog steeds onder invloed van je gemoedstoestand, excessief -> alleen dan kom je toe aan deze categorie

-> In casu was er volgens Hof nooit sprake geweest van een noodzakelijke verdediging en dus kon er volgens HR nooit extensief noodweerexces aangenomen worden.

HR Ballenknijper – 2008

Dit arrest definieert de grenzen van exces bij noodweerexces.

Casus: een oude man [86] greep een jonge man [38] zeer pijnlijk bij zijn ballen, waarop de jonge man de oude met een vaas op zijn hoofd sloeg, waarop de oude man overleed. Hij meende dit te hebben gedaan om seksuele mishandeling te voorkomen. Hof vond deze verdediging te excessief voor noodweerexces.

HR rov. 4.4 en 4.5: Bij de beoordeling of in een concreet geval sprake is van een ‘onmiddellijk gevolg’ moet worden gekeken naar:

- de mate waarin de grenzen van de noodzakelijke verdediging zijn overschreden

- de aard en intensiteit van de hevige gemoedsbeweging

-> in casu was de veroordeling van het Hof gezien de disproportionaliteit van het handelen gerechtvaardigd.

-> LET OP! Dit heeft niets te maken met onmiddellijkheid als in tijd maar slechts met de aard en de hevigheid. Niettemin is de vraag aan de orde of er sprake is van een ‘onmiddellijk gevolg’.

HR Koevoet – 2006

Dit arrest ziet op noodweerexces.

Casus: Ruzie tussen een aantal mannen. De ene familie kreeg ruzie met een andere familie die verderop in de straat woonde. De verdachte raakte slaags met iemand van de andere familie. Broer van verdachte kwam in rolstoel naar buiten tussenbeide en werd ook neergemaaid. Dit maakte verdachte boos; hij haalde een koevoet en mepte iemand neer. Wordt vervolgd voor zware mishandeling maar beroept zich op noodweer/noodweerexces.

-> Hof: Geen noodweerexces want niet alleen de aanranding heeft de hevige gemoedstoestand veroorzaakt -> komt door de al veel langer lopende ruzie.

-> HR rov. 3.5: Deze redenering klopt niet -> externe omstandigheden mogen bijdragen aan een ‘hevige gemoedstoestand’ als bedoeld in 41 lid 2 Sr.

Lees meer...

het Vlaamse mestdecreet

1 Totstandkoming en doelstellingen

Het uitgangspunt van het Vlaamse mestbeleid komt van de Europese nitraatrichtlijn.

  • Waterverontreiniging door nitraten en fosfaten uit agrarische bronnen verminderen en verdere verontreiniging voorkomen.


De verontreiniging leidt tot:

  • Eutrofiëring van waterlopen en rivieren
  • Waardoor overmatige algengroei
  • Dit belet voldoende licht in het water
  • Dit verstoort het bacteriële evenwicht


Het Vlaamse mestdecreet is afgevaardigt door de Vlaamse landmaatschappij, afdeling mestbank.

De doelstellingen zijn:

  • Overmatige mestuitspreiding voorkomen
  • Lozen en dumpen verminderen
  • Ecologische afzet verhogen


Voor de waterkwaliteit moet de verontreiniging in het wateroppervlak onder de 50mg

NO3/l blijven.

2 Afbakening van kwetsbare gebieden

Heel Vlaanderen is kwetsbaar gebied water. Er is dus risico op eutrofiëring. De normen worden ook op vele plaatsen overschreden.

Er bestaan ook te veel kwetsbare zones natuur en fosfaat. Daarom moeten deze opnieuw afgebakend worden.

Er worden ook jaarlijks VHA-zones of Vlaamse Hydrografische Atlas als risicogebieden aangeduidt.

3 Instelling van de nitraatresiduwaarde

De nitraatresiduwaarde werd gezet op 90kg NO3/ha. De richtwaarde is echter 45 kg/ha

Een te grote overschreiding wordt dan ook beboet.

Er zijn ook verplichtingen tot:

  • Teelt- en bemestingsplan
  • Behouden van een bemestingsregister

4 Bemesting beperkt door oplegging bemestingsnormen

4.1.1 Bemestingsnormen kwetsbaar gebied ‘water’ en aanvullingen

Land en tuin-bouwers kunnen kiezen tussen 2 systemen om de maximale stikstofbemesting te berekenen:

  • Syteem totale stikstof
  • Systeem werkzame stikstof


o De hoeveelheid stikstof die het eerste jaar nuttig gebruikt kan worden door het gewas

Hun keuze moet worden opgegeven in hun aangifte.

Voor tuinbouwteelten en graszodenteelten mag het totale niet volledig gevuld worden door kunstmest. En voor een opeenvolging van min 2 tuinbouwteelten is de norm N uit kunstmest 345kg N/ha per jaar. En 50kg P2O5.

Het toedienen van fosfaat uit kunstmest is niet langer verboden.

Op percelen met een te laag C gehalte mag men 10 ton GFT-compost/ha of 15 ton groencompost/ha. Zolang ze het vorige jaar de waarde van 90kg NO3 niet hebben overstegen.

De Vlaamse regering kan normafwijkingen toestaan als er slechts een deel van het totale

N vrijkomt .

Opslag in agrarisch gebied van dierlijke mest:

  • Tijdelijke opslag onder 3 maanden heeft geen vergunning nodig
  • Afstand tot de perceelgrrens en oppervlaktewater min 10m.
  • Afstand tot woningen van derden min 100m
  • Mestsappen mogen niet afvloeien.


In kwetsbare zones fosfaat is de bemesting beperkt to 40kg.

In kwetsbare zones natuur is er een bemestingsverbod.

4.2 Specifieke afwijkingen op de bemestingsnnormen

Onder strikte voorwaarden mag er meer dierlijke mest worden toegestaan, dit is derogatie. De bemestingsnorm voor fosfaat en de totale bemestingsnorm voor stikstof blijven wel ongewijzigd.

Derogatie kan enkel aangevraagd worden voor derogatiegewassen:

  • Grasland
  • Grasmaïs
  • Wintertarwe
  • Suikerbieten
  • Voederbieten


Bij de derogatievoorwaarden zijn er afspraken omtrent:

  • Aanvraag
  • Grondbewerking
  • Bemestingspraktijken
  • Graslandbeheer
  • Bodemstaalnames
  • Bijhouden van bemestingsplan en register


Een landbouwer kan ook eenberheersovereenkomst water afsluiten voor 5 jaar. Hij engageert zich dan om op de gemelde percelen minder mest op de brengen dan toegelaten. Dit moet bijgehouden worden in een bemestingsregister en ze krijgen er een vergoeding voor.

In de zone natuur kan er voor potentieel belangrijke graslanden ook een beheersovereenkomst 100kg N uit kunstmest.

5 Beheer openbaar groen: bemestingsnormen en beperking bemestingswijzen

Bij de bemesting van aanplantingen langs wegen of bosaanplantingen mogen opgebracht worden:

  • Stalmest
  • Champost
  • Bewerkte dierlijke mest


Andere meststoffen waarin stikstof voorkomt in dusdanige vorm dat slechts een beperkt deel vrijkomt in het jaar van de oprbrenging.

Dit geldt ook bij de aanleg en onderhoud van tuinen, parken en plantsoenen. De normen bedragen:

  • 80 kg P2O5/ha
  • 170kg N/ha

6 Verplichte mestoplagcapaciteit

Ten laatste eind 2011 moest elk bedrijf een opslagcapaciteit voor dierlijke mest hebben:

  • Voor min 9 maanden als dieren op stal staan
  • Voor min 6 maanden als dieren buitenloop hebben
  • Voor min 3 maanden voor stalmest

7 Bemesting beperkt door uitrijbepaling

Het uitrijden van meststoffen op landbouwgronden is verboden vanaf 1 september tot en met 15 februari. Het is ook verboden op alle zon- en feestdagen en voor zonsopgang en na zonsondergang.

Aan de noordzeekust geldt dit verbod ook op zaterdag.

Voor stalmest en champost (champignonnenmest) is er slechts een verbod van 15/11 tot 15/01.

Afwijkingen zijn mogelijk indien de teelt een belangrijke stikstofopname nodig heeft in de gebodsperiode.

8 Bemesting is emissiearm en beperkt nitraatverliezen

Er zijn andere mogelijkheden van bemesting waardoor de meststoffen minder afspoelen:Mestinjectie

o De mest wordt dieper in de bodem gebracht waardoor de uitspoeling geringer is.
o De mest wordt 12 tot 18cm diep gebracht via een ganzenvoet aan de injectietand. Het wordt in sleuven in de grond gebracht waarna de sleuven worden dichtgerold.
o Deze techniek is goed voor zandgrasland maar niet voor zwaardere gronden omdat er dan zodebeschadiging is.

  • Zode-injectie o De mest wordt van 5 tot 10cm diep gebracht

o Het wordt in de graszode zelf gebracht.

  • Sleufkouter o Het gras wordt opgelicht en zo de bodem ongesneden. De mest wordt dan in deze sleuven in de grond gebracht.

o De onderlinge afstand tussen de sleuven bedraagt 20cm.

  • Sleepslangtechniek

o De sleepslangmachine is een systeem met slangen die de mest in strokenop het gras leggen.
o De onderlinge afstand tussen de slangen bedraagt 30cm.
o Na het uitspreiden wordt de mest door de grond bedekt.

  • Op hellingen vanaf 8% zijn er specifieke aanwijzingen voor de bemesting en vanaf 18% is het bemesten geheel verboden. Uitgezonder de uitscheiding door beweiding.
  • Op ondergelopen, drassig, bevroren of besneeuwd land is het ook verboden.
  • Het is ook verboden tot 5m landinwaarts vanaf de bovenste rand van een waterloop.

9 Verplichte jaarlijkse mestbankaangifte

9.1 Voor wie?

Elke uitbater van een land- of tuinbouw bedrijf ongeacht het hoofd- of bijberoep.

  • Met een productie aan dierlijke mest van min 300kg P2O5/jaar
  • Met een gebruik van min 2ha landbouwgrond
  • Waarbij een oppervlakte groeimedium bewerkt wordt van min 50a


Zelfs zonder inkomsten kan iemand aangifteplichtig zijn.

Andere aangifteplichtigen zijn:

  • Uitbaters van mestverzamelpunten
  • Producenten of verdelers van andere meststoffen
  • Uitbaters van een verwerkingseenheid
  • Erkende mestvoerders
  • Invoerders of verkopers van diervoeders
  • Later of niet indienen kost 25-1860 € + gevangenisstraf

9.1.1 Registers: basis van aangifte

Het is verplicht registers bij te houden over:

  • Veestapel
  • Grondgebruik
  • Mestaan- en afvoer
  • Mestproductie
  • Mestgebruik

10 Mestproductierecht of nutriëntemissierechten dieren

Om het mestoverschot te bestrijden werden nutriëntenhaltes ingevoerd of NER-D’s.

  • NER-Dr: runderen
  • NER-Dv: varkens
  • NER-Dp: pluimvee
  • NER-Da: andere


Een productie kleinere dan 300kg P205 behoeft geen NERD/

Praktisch moeten landbouwers ervoor zorgen dat hun veestapel niet meer mest produceert dan toegeknt volgens zijn NER’s.

Bij een bedrijfsuitbreiding kan hij NER’s bijkopen, dit kan niet door een andere diersoort in te vullen.

Een alternatief is bijkomende NER’s ontvangen, die niet verder overdraagbaar zijn, hieraan zijn ook voorwaarden verbonden.

11 Milieuvergunningen

Dit systeem is de laatste jaren fel onderhevig aan verandering. Er was een tijd totaal geen vergunningsverlening tenzij voor kinderboerderijen, scholen en maneges.

Lees meer...

DEFINITIE: “GESCHIEDENIS VAN DE POLITIEK EN VAN HET PUBLIEKRECHT”

A. GESCHIEDENIS
1. DE HISTORISCHE BENADERING IS EEN METAJURIDISCHE BENADERING
- Metajuridica:
o metajuridische vakgebieden bestuderen het recht in de meest brede zin vanuit een multidisciplinaire invalshoek. De metajurist stapt uit het keurslijf van het rechts-wetenschappelijk paradigma. Typisch aan metajuridische vakken is hun hoge mate van interdisciplinariteit. De onderzoeker blijft er niet opgesloten in de juridische cocon, maar hij bekijkt het recht vanuit een andere wetenschap.
o Staat tegenover het positieve recht.
- Bv. Uitspraak i.v.m. echtscheiding.
- Het onderscheid “rechtelijk” (alle machten) en “rechteRlijk/gerechtelijk” (enkel rechterlijke macht).
- Historische Rechtsschule: Deze school ontstond in Duitsland onder impuls van Carl Friedrich von Savigny. Ze beschouwt het positieve recht als de resultante van een historische evolutie, het recht drukt de eigen Volksgeist uit en volgen dus niet het Romeins Recht.

Lees meer...

Strafbepaling

1) Strafbaarstelling

  • Hier wordt de strafreden uitgeschreven

2) Straftoemeting

  • Hier wordt de straf aangeduid in geval van inbreuk

- Het kan voor natuurlijk persoon ook vrijheidsberoving zijn als straf

- Rechtspersoon:

  • Geldboete
  • Ontbinding
  • Bijzondere verbeurdverklaring
  • Burgerlijke aansprakelijkheid
    • XXXXX

- Art. 12 & 14 GW  Geen misdrijf zonder wet

  • Bij wet/krachtens wet: Koning en regering kan niet in strafbepaling voorzien

- Sancties:

  • Straf: Procedurele en materiële waarborgen
    • Vb.: recht op rechter, reden, redelijke termijn
    • Administratieve aard  door ambtenaar
      • Vb.: Je rijdt dronken rond  Meteen intrekking van je rijbewijs door ambtenaar (voor je eigen veiligheid) = administratieve sanctie
      • Rechter geeft je 14 dagen rijverbod = straf

- Art 7 EVRM: Notie ‘straf’ heeft autonome betekenis:

  • Criteria:
    • Intern rechtelijk
    • Aard van het strafbaar feit
    • Aard/omvang van de sanctie

- Art 11 BWHI:

  • Nieuwe strafmaatregel, niet in boek
    • Advies van de ministerraad nodig!
Lees meer...

Omzetting van Europese richtlijnen in de interne rechtsorde

- Verordeningen

  • Art 249, lid 2, EG-verdrag: De verordening heeft een algemene strekking, zij is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
    • Daaruit volgt : Een Eg-verordening behoeft geen nationale maatregel om de rechtsonderhorige te binden, volgens, gegeven de primauteit van het EG-recht op het nationale recht
    • De aanpassing naar de vorm daargelaten, kan het zijn dat de EG-verordening inzonderheid op 2 punten een nationale aanvulling vergt:
      • 1) Als in de verordening aan de lidstaat de verplichting wordt opgelegd de nationale overheid aan te wijzen die met de uitzondering van de in de verordening omschreven opdracht wordt belast
        • Vb. examen: Wanneer nationale aanvulling?
  • 2) Als ook wanneer de behoefte bestaat om de overtreding van de voorschriften van de verordening strafbaar te stellen.  Er is nog geen EG-strafrecht! (zonder sanctie lijkt het niet meer dan een aanbeveling)
    • Particulier kan zich voor nationale rechter beroepen voor verordening

- Richtlijnen

  • Art 249, lid 3, EG-verdrag: de richtlijn is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties (ook gemeenschappen en gewesten voor België) wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen .
  • De uitvoering van een richtlijn vereist veelal de omzetting ervan in het interne recht door middel van nieuwe wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen.

Soms zal de bestaande juridische context de omzetting d.m.v. nieuwe wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen overbodig maken. Dat impliceert nochtans volgens het Hof van Justitie dat die juridische context daadwerkelijk de volledige toepassing van de richtlijnen door de nationale overheden verzekert, dat de uit die context voorvloeiende rechtssituatie voldoende bepaald en duidelijk is en dat de begunstigden in staat zijn kennis te krijgen van al hun rechten en deze, zo nodig, te doen gelden voor de nationale rechterlijke instanties.

  • Afgezien van deze bedenkingen moet men goed voor ogen houden dat in haast alle richtlijnen 2 groepen van bepalingen voorkomen
    • 1) De verplichtingen die bij uitsluiting tot de bevoegde Belgische overheid zijn gericht en die derhalve geen regelgeving behoeven
      • Vb.: verplichting tot het raadplegen of informeren van een EG-instantie omtrent de uitvoering van de richtlijn of de toepassing van de erin vervatte verplichtingen, …
  • 2) De verplichtingen die als reglementering tot regelen van het interne recht moeten worden gemaakt

Nationaal normerend optreden is slechts zinvol indien daardoor concrete verplichtingen worden opgelegd aan de Belgische geadministreerden: het louter hernemen in het interne recht van bepalingen van een richtlijn, die uitsluitend gericht zijn tot de overheid, heeft geen zin!

  • De uitvoering van EG-richtlijnen verloopt (voor België) in 2 fasen:
    • 1) Een wet of decreet waarbij de Koning of een gemeenschaps- of gewestregering ertoe gemachtigd wordt de uitvoering te verzekeren van de verplichtingen die uit de EG)richtlijn voortvloeien, welke maatregelen niet zelden het opheffen en wijzigen van wets- of decreet bepalingen kunnen inhouden
    • 2) Vervolgens het uitvoeringsbesluit waarbij het Belgische recht effectief wordt aangepast. Zo nieuwe strafmaatregelen nodig zin, moet daarin bij wet of decreet worden voorzien
    • Uitvoering van de richtlijn moet gebeuren bij wege van regelgeving, en niet door middel van administratieve instructies.
    • Ondanks de richtlijn de adressaat de vrijheid van keuze van vorm en middelen lat, dienen deze zodanig te worden gekozen dat zij het meest geschikt zijn om, mede gelet op het onderwerp daarvan, het nuttig effect, dat wil zeggen, een redelijke en effectieve toepassing van de richtlijn, te realiseren.
      • De lidstaat kan zich in geen geval op zijn keuzevrijheid betreffende de middelen tot uitvoering beroepen, om ieder rechtsgevolg aan de richtlijnbepaling te ontnemen.
      • De materiële inhoud van de nationale uitvoeringsmaatregel moet overeenstemmen met de draagwijdte van de richtlijn. Deze moet volledig worden uitgevoerd, dus ook de elementen ervan die voor minder belangrijk kunnen doorgaan.
      Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen kan men afleiden dat de nationale maatregel waarbij een richtlijn wordt uitgevoerd, niet steeds de bewoording van de richtlijn letterlijk hoort over te nemen, voorzover aantoonbaar is dat de richtlijn juist is uitgevoerd. Sommige bepalingen van de richtlijn zullen trouwens uit hun aard geen omzetting in het interne recht behoeven omdat zij zich bij uitsluiting tot de bevoegde Belgische overheid richten.

Afgezien daarvan verdient het aanbeveling zo dicht mogelijk bij de bewoordingen van de richtlijn aan te sluiten, omdat op die manier de kans op discussie omtrent de juistheid van de bedoelde uitvoering wordt verkleind. Als Franse tekst letterlijk is moet Nederlandse dat ook zijn.

  • Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft geoordeeld dat in het uitzonderlijke geval waarin de lidstaat heeft nagelaten de krachtens de richtlijn vereiste uitvoeringsmaatregelen vast te stellen of dat die uitvoeringsmaatregelen niet met de richtlijn in overeenstemming zijn, de rechtsonderhorige zich op de rechtstreeks werkende bepalingen van een richtlijn mag beroepen tegenover de Staat die, binnen de hem door de richtlijn opgelegde termijn, zijn verplichtingen niet is nagekomen.

Alleen particulieren kunnen zich op de rechtstreeks werkende bepalingen van een richtlijn beroepen, en dan nog uitsluitend tegen met overheidsgezag beklede autoriteiten. Richtlijnen kunnen daarentegen nooit tegen een particulier worden opgeworpen, niet door nationale overheden evenmin door andere particulieren.

Lees meer...

Tekst Vande Lanotte over Raad van State:

- Raad van State: algemeen

  • Opgericht in 1946
  • Doel: wetgevende en uitvoerden macht op wetgevend en reglementair gebied van advies te dienen en om als administratief rechtscollege over bepaalde geschillen uitspraak te doen..
  • Sinds 1993 GW statuut
  • 2 delen:
    • Bestuursrechtspraak (uitspraken als administratief rechtscollege)
    • Wetgeving (advies verlenen)

- Samenstelling Raad van State:

  • Algemeen:
    • De raad bestaat uit 44 leden = ‘rechters’ (22N & 22F)
      • Eerste voorzitter, voorzitter, 14 Kamervoorzitters en 28 staatsraden
  • Auditoraat (80)
    • Doen eerste onderzoek, geven verslag
  • Coördinatiebureau (=referendarissen)
    • Vroeger in boeken elke dag verandering van het staatsblad bijhouden in een groot boek
    • Nu: computer databank beheren
  • Griffiers
    • Meer organisatoren enz.
  • Concordantie dienst:
    • Vertaaldienst (onder toezicht van de staatsraad)
    • Afdeling wetgeving
      • 12 leden die door eerste voorzitter zijn aangewezen
        • Eerste voorzitter en voorzitter (ze zijn ook kamervoorzitters)
        • 3 kamervoorzitters
        • 8 staatsraden
        • 10 assessoren (max)

¨ Proffen in hun vakgebied

  • 4 kamers (2N & 2F)
  • Samenstelling:
    • Gewone samenstelling: voorzitter, 2staatsraden, 2 griffie en 2 assessoren
    • Gereduceerde samenstelling: enkel staatsraden
    • Verenigde kamers:
      • Bij samenstellingsakkoorden  Overheden samen overeenkomen (delicate kwesties)
      •  NED + FRA samen zetelen:
  • 4 staatsraden
  • 2 assessoren
  • 2 auditoren
  • Algemene vergadering afdeling wetgeving
    • Bij grote, gevoelige zaken (politiek, ethisch, …)
    • 4 kamers zetelen samen (2F, 2N)

v Raad van State: Afdeling wetgeving

  • Belangrijkste taak:
    • Gemotiveerde adviezen verlenen aan de verschillende wetgevende vergaderingen en regeringen over voorontwerpen en voorstellen van wet, decreet, ordonnantie en reglementaire besluiten.  Enkel advies voor teksten die moeten of mogen onderworpen worden voor advies
      • NIET voor GW-herziening en samenwerkingsakkoorden die niet bij wet, decreet of ordonnantie worden goedgekeurd.
      • Facultatieve raadplegingvan de afdeling wetgeving:
        • Door de voorzitter van een wetgevende vergadering
          • Advies over een ontwerp of voorstel van wet, decreet of ordonnantie kan worden gevraagd door de voorzitter van de Senaat of kamer (zowel gemeenschaps- als federaal)
  • Door de ministers van de federale Regering of van een gemeenschaps- of gewestregering
    • Leden van de uitvoerende macht kunnen advies vragen over alle voorstellen van wet, decreet of ordonnantie alsook op de amendementen hierop.
    • Minister die bevoegd is voor arbeid kan advies inwinnen over een ontwerp van KB tot algemeenverbindendverklaring van een cao.
    • Verplichte raadplegingvan de afdeling wetgeving:
      • Door voorzitter van een wetgevende vergadering:
        • Advies over een voorstel van wet, decreet of ordonnantie moet worden gevraagd door de voorzitter van de Senaat, Kamer of van een gemeenschaps- of gewestparlement als minstens 1/3 van de leden van de betrokken vergadering erom vraagt

¨ In praktijk is dit om obstructie te voeren ;)

  • Voorzitter van Senaat en Kamer van Brussels Hoofdstedelijk Parlement moet advies vragen wanneer een meerderheid van de leden van een taalgroep van de betrokken vergadering erom verzoekt!
  • Door ministers van de federale Regering of van een gemeenschaps- of gewestregering:
    • Ze moeten advies inwinnen over alle voorontwerpen van wet, decreet en ordonnantie en over alle ontwerpen van reglementaire besluiten[1].
    • Bij ontwerpen van reglementen en besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering  NIET onderworpen aan adviesverplichting.
    • Uitzonderingen op verplichte raadpleging
      • Ontwerpteksten aangaande begrotingen, domeinverrichtingen, legercontingent en naturalisatiewetten zijn niet onderworpen aan de adviesverplichting  Geen normatieve draagwijdte!  Het zijn louter formele wetskrachtige akten
        • Wetten (decreten/ordonnanties) houdende goedkeuring van internationale verdragen en samenwerkingsakkoorden[2] moeten wel voor advies worden voorgelegd ook al zijn het ook geen normatieve handelingen
  • In geval van gemotiveerde hoogdringendheiddient het ook niet aan advies onderworpen te worden Vb.: Uitbreken van de (varkens)pest
    • Als hoogdringendheid is ingeroepen blijft het advies vereist maar beperkt het zich tot:

...1)De vraag of het voorontwerp betrekking heeft op aangelegenheden die zich tot de bevoegdheid van de Staat, de gemeenschap of het gewest behoren

...2)De vraag, wanneer het gaat om een voorontwerp van wet of de tekst betrekking heeft op monocamerale, bicamerale of optioneel bicamerale aangelegenheden.

  • Uitzondering: de ontwerpen van kb’s die op basis van een opdrachtwet bestaande wettelijke bepalingen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen.  Geen hoogdringendheid hiervoor
  • Kenmerken advies:
    • Toetst juridische kwesties (en geen inhoud)
      • Bevoegdheid
      • Rechtsgrond
      • Te vervullen vormvoorschriften
      • Naleving artikelen 74, 77 en 78 GW door de federale wetgever
      • Overeenstemming ontwerp met bestaand recht
      • Interne samenhang van het onderwerp
      • Volledigheid van het onderwerp
      • Terminologie
      • Overeenstemming tussen Nederlandse en Franse versie
  • Gemotiveerd advies:
    • Zeggen waarom en aangeven hoe de vastgestelde problemen te verhelpen
  • Niet bindend advies:
    • Niet bindend MAAR geniet wel groot gezag in juridische wereld
  • Advies is geen wettigheidsattest
    • Geen opmerking ≠ niks op in te brengen
    •  Geld in het bijzonder wanneer gestelde termijn kort is waardoor het onderwerp niet grondig onderzocht kon worden!
  • Wordt tot op zeker hoogte bekendgemaakt
    • Voorontwerp van wetgeving:

¨ advies samen met voorontwerp gevoegd bij de memorie van toelichting van het ontwerp en wordt dus bekendgemaakt in de parlementaire stukken

  • Ontwerp van besluit:

¨ samen met verslag, aan Koning, Regering of (Verenigd) College, bekendmaken in het Belgisch Staatsblad

  • Krachtens de GW en wettelijke regels betreffende de openbaarheid van bestuur:

¨ Advies moet worden meegedeeld aan eenieder die daarom verzoekt door de minister of het lid van het college aan wie advies is verstrekt

  • Kan geweigerd worden in bepaalde gevallen die worden opgesomd in de wet decreet of ordonnantie
  • Bij beroep tegen een verordeningsbesluit:

¨ Het advies dat over het onderwerp gegeven is, maakt deel uit van het administratief dossier en moet het als zodanig worden meegedeeld

  • Regels die gelden voor de termijnen

Termijn

Bijzondere motivering van de adviesaanvraag

Bereik van het advies

Geen termijn opgegeven

Neen

v Geen beperking van het onderzoek van voorgelegde tekst

v <15 dagen vormvereisten zijn vervuld

30 dagen (45 dagen in geval van algemene vergadering of verenigde kamers)

Verlenging van de termijn mogelijk

Neen

Het advies mag worden beperkt tot de volgende kwesties:

  • Vormvereisten
  • Bevoegdheid
  • Rechtsgrond
  • Naleving art 74, 77 en 78 van de GW

Als vormvereisten ≠ OK : toch advies geven  niet gemotiveerd!

SPOEDEISEND:

5 dagen (8 dagen in geval van algemene vergadering of verenigde kamers)

Verlenging van termijn mogelijk

Ja

Het advies wordt beperkt tot de volgende kwesties:

  • Bevoegdheid
  • Rechtsgrond
  • Vormvereisten (advies wordt toch gegeven ook voldoet het niet aan de vormvereisten)
  • Naleving art 74, 77 en 78 van de GW

  • Sancties bij niet-nakoming van de adviesverplichting:

Principe

Hoogdringendheid

Sanctie

1) Reglementaire besluiten

Advies verplicht

Mits motivering, geen advies vereist of advies binnen korte termijn

Bij niet inwinnen van advies, zonder gemotiveerd de hoogdringendheid in te roepen: mogelijke vernietiging of buiten toepassing laten (art 159 GW) van het besluit

2) Voorontwerpen van wetskrachtige normen (wet/decreet/ordonnantie)

Advies verplicht

Kortere termijn + beperkter advies

Politieke sanctie

3) KB’s die bestaande wetgeving opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen

Advies verplicht

Geen mogelijkheid om hoogdringendheid in te roepen

è ALTIJD ADVIES

Mogelijke vernietiging of buiten toepassing laten van het besluit

¨ Verdere uitleg reglementair besluit:

  • Cassatie/RvSt
    • Substantiële vormvereisten  onwettigheid
    • RvSt:
      • Annulatieverzoek: < 60 dagen
        • Gevolg: vernietiging
        • Annulatieverzoek: > 60 dagen:
          • Exceptie van onwettigheid

¨  Art. 159GW : als het niet wettig is, het niet toepassen

  • Cassatie
    • Enkel exceptie van onwettigheid

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen