Menu

Middenstandsorganisaties

  • Erkenning wordt geregeld via de ‘hoge raad voor de zelfstandigen en de KMO’
    • 2voorzitters en 60 werkende leden
    • 30 vertegenwoordigers van de beroepsfederaties
    • 30 vertegenwoordigers van de interprofessionele federaties
  • Erkende interprofessionele federaties:
    • Nationale federatie der unies van de middenstand
    • Unie van de zelfstandige ondernemers

Lees meer...

Landbouworganisaties

  • 3 belangrijke landbouworganisaties
    • Belgische Boerenbond (politiek gebonden CD&V
      • omvangrijke organisatie vergelijkbaar met de vakbonden
        • eigen professionele medewerkers
        • eigen coöperaties
        • eigen verzekeringsmaatschappij
        • eigen spaarbank
        • eigen studiebureau, reisbureau
      • voorzitter: Piet Vanthemsche (groep v 10)
    • algemeen Boerensyndicaat
    • Fédération Walonne de l’agriculture (opgericht als fusie van 2 eerdere organisaties van Wallonië)

Lees meer...

VBO

= koepelorganisatie (getrapt lidmaatschap)

· er zijn 35 aangesloten sectorfederaties en 14 ‘toetredende’ leden

· geen regionale substructuren

· voorzitter (3-jaarlijks): voorzitter van de groep van 10: Pierre Alain De Smedt

· gedelegeerd bestuurder: Pieter Timmermans (groep v 10)

· Directeur-Generaal: Bart Buysse (groep v 10)

Lees meer...

Werkgeversverenigingen

  • Zeer heterogene verzameling van organisaties met dominante rol van VBO (verbond Belgische ondernemingen)
  • VBO: overkoepelende, a-politieke, a-confessionele organisatie van alle ondernemingen in België
    • Niet alle sectoren (Landbouw, vervoer, diamant, non-profit)
    • Weinig kleine ondernemingen en zelfstandigen (eigen organisaties)
    • Regionale interprofessionele organisaties los van VBO

 uitzonderingen spelen doorgaans geen grote rol in sociaal overleg

ook hier geen geldende criteria maar wel enkel representatieve organisaties!

Lees meer...

interne organisatie

  • dubbele structuur
    • interprofessionele organisatie: over de sectoren heen
      • sector overschrijdende belangen (bv. Werkloosheidsuitkering, vorming)
    • professionele organisatie: gaat over specifieke sectoren

ABVV

  • sterker vertegenwoordigd door Franstaligen
  • onderdeel van de socialistische gemeenschappelijke actie
    • koepel van de socialistische arbeidsbeweging
  • voorzitter: Rudy de Leeuw
  • Algemeen secretaris: Anne Demelenne

ACV

  • Sterker vertegenwoordigd door Nederlandstaligen
  • Onderdeel van de Algemeen christelijk Werknemersverbond (ACW)
    • Koepel van de christelijke arbeidsbeweging
    • Voorzitter: Patrick Develtere
  • Voorzitter: Marc Leemans
  • Algemeen secretaris: Claude Rodin

ACLVB

  • Enkel interprofessioneel georganiseerd
  • Voorzitter: Jan Vercamst
  • Nationaal secretaris: Bernard Noël (niet in de groep van 10)
Lees meer...

kenmerken van het Belgisch syndicalisme

  • hoge syndicalisatiegraad
    • verzuiling van de samenleving (lid worden is vanzelfsprekend)
    • kwaliteit van de dienstverlening (voorlichting, vorming, bijstand)
    • vakbondspremie
    • uitbetaling werkloosheidsuitkeringen
  • syndicaal pluralisme
    • ideologische verdeeldheid onder vakbonden
      • ACV: christelijke leer (vreedzame samenwerking tussen sociale klassen)
      • ABVV: marxistische leer (klassenstrijd  confrontatie i.p.v. samenwerking)
      • ACLVB: liberale ideologie (samenwerking zonder verregaande overheidsinmenging)
    • Laat zich voelen in principiële standpunten
      • Overheidsinmenging
      • Investeringsloon (vergoeding met aandelen)
      • Inkomenspolitiek
    • Beperkte invloed op praktisch vlak: gemeenschappelijk vakbondsfront
  • Koepelorganisaties: koepels van beroepscentrales die per bedrijfstak zijn georganiseerd
  • Industriële type: industrievakbonden
  • Geen formeel juridisch statuut:
    • Geen verplichtingen inzake openbaarmaking boekhouding
    • Geen juridische aansprakelijkheid
    • Geen rechtsbekwaamheid om als organisatie een overeenkomst af te sluiten
    • Wanneer kan men een vakbond nu erkennen als representatief?
      • Geen algemeen geldende criteria  afhankelijk van het toepassingsgebied
        • NAR:
          • Voor het gehele land opgericht en interprofessionele werking hebben
          • Absolute meerderheid van sectoren en personeelscategorieën vertegenwoordigen in de private en de publieke sector
          • Gedurende de periode van vier jaar voorafgaand aan de benoemingen gemiddeld ten minste 125000 betalende leden tellen
          • De belangenverdediging van de werknemers als statutair doel hebben
  • Andere kenmerken:
    • Krachtige verzuiling
    • Sterke bureaucratisering en centralistische leiding
    • Publieke onwetendheid over omvang en bestemming van de financiële middelen
      • Inkomsten
        • Lidgelden
        • Overheidssubsidiëring van sommige activiteiten (vorming)
        • Vergoeding voor de uitbetaling voor werkloosheidsuitkeringen
        • Uitgaven
          • Algemene werking
          • Stakingsvergoedingen

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen