Menu

Het structure-agency debat

·Subjectivisten (hermeneutici) geven verklaringen van de leefwereld van de mens in termen van vrije wil en vanuit een deelnemersperspectief; zij zoeken naar subjectieve betekenis; dit betekent dat de leefwereld van de mens verscheiden en veranderlijk, maar onbegrijpelijk is. Leidt in extreme gevallen tot relativisme: iedereen in zijn waarde laten, geen ruimte voor kritiek.

·Objectivisten (positivisten, structuralisten) geven verklaringen van de leefwereld van de mens in termen van externe dwang en vanuit een waarnemersperspectief; zij zoeken naar objectieve gegevenheden (structuren); dit betekent dat de leefwereld van de mens begrijpelijk, maar eenvormig en onveranderlijk is. Leidt in extreme gevallen tot fatalisme: de werkelijkheid is zoals die is door externe dwang en kan niet worden veranderd.

·Kritische theorieën willen de voordelen van subjectivisme en objectivisme combineren. Hierachter gaat een politiek programma schuil: zij willen objectieve kritiek kunnen leveren op maatschappelijke misstanden en werken aan verandering van die misstanden.

·Kenmerken van kritische theorieën:

–kritische theorieën gaan ervan uit dat de maatschappelijke werkelijkheid niet statisch is, maar dynamisch: zij plaatsen maatschappelijke verschijnselen in een historisch perspectief.

–zij wijzen maatschappelijke tegenstellingen aan en presenteren een toekomstvisie waarin die tegenstellingen opgelost zijn; zij zijn normatief.

–zij gaan ervan uit dat maatschappelijke tegenstellingen door een bewustwordingsproces (reflectie) zullen worden opgelost; zij hebben een emancipatoir streven.

Lees meer...

Problemen van een structuralistische benadering

1. Als van de bedoeling van de auteur wordt geabstraheerd, verdwijnt de notie van ‘de’ betekenis van een tekst.

2. Als een tekst niet één betekenis heeft, lijkt het aantal mogelijke betekenissen onbeperkt. Valt er een onderscheid te maken tussen een goede en een foute structuralistische analyse? Volgens Barthes zijn de culturele betekenissen die door een tekst kunnen worden uitgedrukt oneindig. Een structurele analyse is evenmin als een hermeneutische ooit af.

3. Structuralisten reduceren het menselijke handelen tot een bijverschijnsel van objectieve structuren. Maar ook hier speelt het probleem van de dubbele hermeneutiek. De structuren die op een gegeven moment het handelen sturen, zijn ooit zelf het product geweest van bewuste intenties. Bijvoorbeeld: de autoriteiten die de zelfmoordcijfers opstelden waarop Durkheim zijn onderzoek baseerde, zullen de opofferingsgezindheid van een soldaat hebben opgevat als een heldendaad, niet als een poging tot zelfdoding. We ontkomen niet aan een hermeneutische beschouwing.

4. Waar blijft de vrijheid van de mens als zijn handelen door structuren wordt bepaald (structure-agency debat)?

5. Als culturele en andere verschijnselen als product van onderliggende structuren worden opgevat, hoe moeten we dan het ontstaan en de historische verandering van structuren verklaren?

Lees meer...

Algemene opmerkingen over structuralisme

1. Vergelijking met Kant. Kant maakte geen onderscheid tussen natuurwetenschappelijke en geesteswetenschappelijke kennis. Alle kennis was mogelijk door de zuivere vormen en categorieën in de geest (het transcendentale subject). Voor structuralisten was de vraag hoe natuurwetenschappelijke kennis mogelijk was vanwege hun positivistisch uitgangspunt niet problematisch. Zij deelden enerzijds met de klassieke empiristen het standpunt dat natuurwetenschappelijk kennis van de werkelijkheid mogelijk was op grond van empirische waarneming. Zij zochten anderzijds voor subjectieve, niet-wetenschappelijke kennis wel naar dieperliggende structuren. Dit waren geen transcendentale structuren (Kant) of structuren die de geest had gemaakt (neokantianen), maar empirische structuren, sociale gegevenheden. Wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke vormen van denken worden zo asymmetrisch behandeld. Onder invloed van het werk van Kuhn zou getracht worden om ook wetenschappelijke vormen van denken vanuit sociale structuren te verklaren.

2. Structuralistische benaderingen kunnen worden opgevat als voorbeelden van een paradigma in de zin van Kuhn. Zij creëren een eigen onderwerp van onderzoek, een eigen ontologie (sociale feiten, ‘langue’, tekensystemen).

3. Structuralistische benaderingen waarbij de betekenis afgeleid wordt uit het geheel van een structuur en niet aan de werkelijkheid zijn verwant aan het betekenisholisme van Duhem, Quine en Kuhn.

Lees meer...

sociale feiten

·Sociale feiten zijn waarneembare gegevens over de mens die niet het resultaat zijn van fysieke en biologische processen, maar ook niet van bewuste, individuele daden. ·Kenmerken van sociale feiten:

–ze zijn extern aan het individu. Hun betekenis wordt niet door de motieven, intenties of beslissingen van een individu, maar door de samenleving, door conventie, bepaald. Volgens

Durkheim is er geen sprake van hypostasering: sociale feiten bestaan buiten elk individu afzonderlijk, niet buiten alle individuen gezamenlijk.

–ze hebben een zeker dwingend vermogen over het individu. Er staan sancties op het negeren van sociale feiten.

·Institutie is een ander woord voor een sociaal feit. Het geld, de taal, een godsdienst zijn voorbeelden van sociale feiten.

·Voorbeelden van Durkheims structuralisme:

–zelfmoord is niet het resultaat van een individuele beslissing; het zelfmoordcijfer blijkt afhankelijk te zijn van twee sociale variabelen (van sociale krachten): de mate van individuele integratie (tussen egoïsme en altruïsme) en de mate van sociale integratie (tussen fatalisme en anomie).

–de sociale functie van godsdienst bestaat niet uit het verzorgen van het heil van het individu, maar uit het handhaven van de sociale orde (studie naar de sociale orde en de godsdienst van de Australische aboriginals: de aanbidding van totemdieren reflecteert de onderscheiding van de clans die ermee verbonden zijn).

·In overeenstemming met de hermeneutici ging Durkheim ervan uit dat de maatschappij een realiteit sui generis, een eigensoortige realiteit, was, maar in tegenstelling tot de hermeneutici ging hij ervan uit dat de maatschappij een realiteit was die op een objectieve manier bestudeerd moest worden.

Lees meer...

Auguste Comte

·Comte was de grondlegger van het positivisme. Alleen empirische wetenschap, studie van de harde feiten, levert werkelijke kennis op. In deze zin positief: dus niet optimisme, maar als omgekeerde van een foto-negatief: de harde feiten.

·Wetenschap, ook de geesteswetenschap, is niet het zoeken naar het wezen van de dingen, maar het wetmatig ordenen van de waarneming: het inbedden van de explanandum (singulier verschijnsel) in de explanans (algemene wet en aanvangsvoorwaarden).

·Wetten waren volgens Comte de structuren die de maatschappelijke werkelijkheid konden verklaren. Het gebruik van het covering law-model in de geesteswetenschappen is een erfenis van Comte.

·Zulke kennis bouwde steeds verder op voorafgaande kennis en leidde dus tot vooruitgang.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen