Menu

De kunst van het afwijzen van de kunst

Evenals de kunstenaar, vertelt ook Plato een ! ! ! ! ! ! ! verhaal, doordrongen van stijl.

Hij kan niet anders want het aardse is de wereld van de schijn (Goden filosoferen niet, ya know). Zo is er bijvoorbeeld het stijlkenmerk van de allegorie in zijn grottenverhaal. De filosofie zelf is een tastend zoeken naar de werkelijke werkelijkheid.

De kunst die P. afwijst is een karikatuur van de kunst. Het lijkt een radicale afwijzing, maar is feite een uiteenzetting van niet uiteen te zetten domeinen. Plato was geen platonist. Fail.

En dan nog iets over de Ongeschreven Leer, wat past binnen Plato’s onbestaande Ideale Staat.

Blijkbaar zou hierin staan dat De Ideeën getallen zijn.

Lees meer...

Verbanning

In de vraag naar ‘wat is waarheid?’ zijn kunst en filosofie niet ! ! ! tegelijkertijd mogelijk.

Kunst is gevaarlijk omdat ze zich net als wijsbegeerte mee op het terrein van opvoeding, wetenschap, ... waagt. Kunst is volksbedrog voor hen bij wie genot voor rede komt. Mannen die vrouwen, slaven, zieken, ... uitbeelden, daar moet Plato van kotsen.

Bepaalde muziek maakt mannen zwak, er is geen leerzame of louterende werking. Voor P. is schoon enkel het moreel voortreffelijke, in de Ideale Staat is het nuttig en opvoedend.

Kunst moet zo radicaal mogelijk mimètisch zijn (standbeelden op ware grootte, muziek mag zich niet verliezen in virtuositeit, etc.)

Lees meer...

Mimèsis

Komt uit dans en theater, maar Plato past deze toe op alle kunsten. Zo ! ! ! vervaagt het begrip mimèsis en wordt een bepaald aspect van de kunst overdreven: het gebrek aan oorspronkelijke realiteit dat de imitatie eigen is.

De enige werkelijkheid = De Ideeën, naar welke een goddelijke ambachtsman de wereld vormde. -> de wereld is dus een schijngedaante en kunst een dubbele schijn. Het kunstwerk staat op de derde en laagste trede van Plato’s ontologie (zijnsleer).

Bovendien belicht een kunstwerk slechts enkele facetten, een bepaald perspectief. De enige treffende afbeelding van een bed is een ander bed. Plato ziet enkel de inhoud van het kunstwerk.

De verschillende presentaties lossen op in hun representatie: de verwijzing naar De Idee.

Lees meer...

Filosofie als hoogste muze

Omdat deze ware kennis nastreeft. Socrates noemt ! ! ! ! ! enkel het aardse, de lichamelijke schoonheid als uitdrukking van intelligentie een eerste aanzet tot de weg naar het Schone, NIET de kunst. Plato noemt kunst en schoonheid elkaars tegenovergestelde.

Kunst is aan de zintuigelijke wereld van schijn verbonden en schoonheid is boven alle zinnelijkheid verheven.

Plato ontneemt de kunsten hun eigen weten en eigen goddelijke inspiratie (filosofen hebben immers ook een inspiratie.)

Lees meer...

Theia mania

Goddelijke waanzin, daarop berust het weten van de kunstenaar, ze ! ! ! zijn bevlogen door een muze, waar dan ook alle eer naar toe hoort te gaan.

Dichters zijn tolk van een muze. Op deze manier staan de dichters wél boven de ambachtsman, in tegenstalling tot hierboven.

Plato onderscheidt 4 gedaanten: (1) De profetische waanzin van de waarzegging, (2) de katharische waanzin van de geestesziekte, (3) de verrukking van de reine ziel in vervoering en de (4), de vorige drie overtreffend: de mania eroos, de herinnering van de gevallen ziel aan haar hemelse oorsprong.

Plato voert een zielenmythe in om het het verschil tussen de eerste drie en de vierde te

benadrukken: de hiërarchie van de zielen, naargelang hun kennis van waarheid. De filosoof staat bovenaan, duh, en de dichter erg laag, net boven sofist en tiran.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen