Menu

Kunst vs. ambacht

P. bevraagt de autoriteit van de kunstenaar. Hun vaardigheden ! ! ! ! zijn beperkt en bij de dichter is dit het ergst: ze weten zelf niet wat ze maken.

Hun kunnen rust op een toevallige verworvenheid, aan anderen ontleend.

Maar diezelfde dichters zijn wel de patrons van de samenleving, daarom dat P. hen niet kan uitstaan.

De dichters creëren een schijnwereld voor losers.

Lees meer...

Het Oude Geschil

Is dat tussen dichters en denkers. In het Griekse denken wordt ! ! ! ! de weg van mythos naar logos afgelegd. De vraag van het onzekere veranderlijke versus die van het eeuwige ware komt op.

Plato’s polemiek (aka pennestrijd) wilt de kunsten verheven tot de ware kunst: de filosofie. (Hij wijst de kunst echter niet af, hij neemt een gecompliceerd standpunt in, joepie.)

-> Spanning tussen het beeld van Plato als dichter-wijsheer en dat van diezelfde Plato als denker die de kunstenaar uit zijn Ideale Staat wil bannen.

Plato schreef vroeger zelf gedichten maar de ontmoeting met Socrates deed hem deze allemaal verbranden.

Hij bande de kunstenaar uit zichzelf, zo wordt gezegd. Misschien was er echter eerder sprake van een verhouding tussen zijn twee zielen (kunst vs rede): de weg van de kunst van de schijn naar de kunst

Lees meer...

Plato’ s uitgangspunt:

Elke denker richt zich niet alleen op iets, hij keert zich ook ! ! ! ! tégen iets (zei Goethe). Plato richt zich in eerste plaats tegen de dichters die destijds allemaal een dikke nek hadden, het waren leermeesters en experts.

Plato verwerpt de manier waarop zij over de goden spraken (als wispelturige, jaloerse en wraakzuchtige bastards).

Voor Plato, het eeuwig ware indachtig, veranderen goden niet. Ten tweede keert Plato zich tegen bepaalde politiek-culturele ontwikkelen van zijn tijd, met name de opgekomen kunst van de retorica. Plato, alweer het eeuwige ware indachtig zag in de Sofisten met hun ‘er is geen waarheid, enkel een tijdelijke en plaatselijke...’ een manipulatief gevaar. Ta da da daaa!

Lees meer...

Bij de Grieken:

Kunst was geïntegreerd in het leven, er bestond zelfs geen ! ! ! afbakenend woord voor kunst, noch voor schoonheid. Schoon betekent ook goed, passend, ... De differentiatie van allerlei disciplines die wij nu kennen, getuigd misschien van een vergeten eenheid van het bestaan, die de Grieken wel nog kenden.

Lees meer...

Positivisme en structuralisme

Inleiding

·Hermeneutici beschouwen de werkelijkheid, met name cultuuruitingen in de werkelijkheid als product van de geest; cultuuruitingen zijn eenmalige, unieke fenomenen; om die te begrijpen kunnen mensen niet hun rationele vermogens, maar moeten zij hun verbeeldingskracht gebruiken (Verstehen). In de hermeneutiek ligt de nadruk op de rol van het subject. Deze benadering is en poging om de geesteswetenschappen een eigen fundament te geven.

·Positivisten vinden dat ook in de mens- en geesteswetenschappen van subjectieve betekenissen en eenmalige gebeurtenissen geabstraheerd moet worden. De mens- en geesteswetenschappen moeten op een natuurwetenschappelijke manier bedreven worden.

Voorafschaduwing van de idee van een eenheidswetenschap: alle objecten van menselijke kennis kunnen op dezelfde manier benaderd worden. Er is geen onderscheid tussen de natuuren de geesteswetenschappen.

·Positivisme is een grondhouding ten opzichte van de mens- en geesteswetenschappen: alleen objectieve, op waarneming gebaseerde kennis is onbetwijfelbaar, c.q. wetenschappelijk.

Voorzover fenomenen bestudeerd worden die niet op directe zintuiglijke waarneming berusten zoals religie, kunst, ethiek enzovoorts, zoeken positivisten naar objectieve gegevenheden – structuren – die buiten het subject staan en die de bestudeerde verschijnselen mogelijk maken. Positivisten benaderen mens- en geesteswetenschappelijke onderwerpen op een structuralistische manier.

·Structuren onttrekken zich aan de wil en soms ook aan het bewustzijn van het individu (dit is de reden dat structuralistische verklaringen dikwijls zo onwaarschijnlijk lijken).

Lees meer...

Bezwaren tegen ‘Verstehen’

–De oriëntatie op subjectieve betekenis levert geen andere uitleg op dan de waarden die de actor aan zijn of haar handelen toekent.

–Het probleem van de dubbele hermeneutiek. Een actor verleent niet alleen betekenis aan zijn of haar handelen; zijn of haar handelen is ook het gevolg van de betekenis die het handelen in het verleden is toegekend (een actor is niet alleen subject, maar ook object van betekenis).

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen