Menu

Erikson

Bij kleuters: initiatief versus schuld
 Initiatief:
- Enthousiast om nieuwe taken aan te pakken
- Samen dingen doen met leeftijdsgenoten (‘peers’)
- Ontdekken wat ze kunnen doen m.b.v. volwassenen
 Schuld:
Kleuters ontwikkelen een geweten
(zie psycho-analyse: superego (=geweten) dat ontstaat door identificatie met ouder van
het eigen geslacht)
-> Resultaat: kinderen nemen de morele en genderrol standaards over van hun
maatschappij.
Wanneer een kind zich misdraagt volgens de standaards van het geweten
ontstaan de pijnlijke gevoelens van schuld.
Vandaar: tegenpool = ontwikkelen van schuldgevoelens

Theorie:

INITIATIEF

SCHULD

Enthousiast om nieuwe taken te proberen, en deel te nemen aan activiteiten met ‘peers’

Overmatig streng superego (of geweten) veroorzaakt te veel schuldgevoel

Spel laat toe nieuwe vaardigheden uit te proberen, met weinig risico op kritiek of faling.

Houdt verband met overdreven bedreigingen, kritiek, en straf door volwassenen

Gevolg: het uitbundig spel en hun besliste pogingen om nieuwe taken te beheersen verminderen

Beeldt goed zichtbare beroepen uit. (bv. politie agent, verpleegster, konijnjager, ...)

Lees meer...

Ondersteunen van taalontwikkeling

Interactie met meer ervaren personen is zowel in de peutertijd als in de kleutertijd van groot belang.
Ook de mogelijkheid tot tweerichtingscommunicatie hangt samen met de vooruitgang in de taalontwikkeling.

Sensitieve ouders doen 2 dingen:

Ze geven helpende, expliciete feedback

  • Bv. “Ik zou je heel graag je bal willen geven, maar ik weet niet goed welke je bedoelt. Zou je graag de grote rode bal hebben?”

Corrigeren fouten niet overmatig

  • Als ze dit wel zouden doen, dan ontmoedigen ze kinderen om taal vrij te gebruiken op manieren die zouden leiden naar nieuwe vaardigheden.

Volwassenen geven vaak indirecte feedback over grammatica door 2 strategieën te gebruiken:

Uitbreidingen
= reacties van volwassenen die de uitdrukking van het kind verder uitwerken en die daardoor
complexer maken.
bv. kindje zegt “ik heb nieuwe schoenen gekrijgd”, waarop moeder reageert “Ja, dat is waar, jij
hebt inderdaad nieuwe mooie rode schoenen gekregen.”

Herformuleringen
= reacties van volwassenen die foutief taalgebruik herstructureren tot de correcte vorm

Lees meer...

Conversatie

Pragmatiek = de praktische, sociale kant van taal, die kinderen moeten leren, naast woordenschat en grammatica, om effectief en op de gepaste manier met anderen te communiceren.

2 jaar: In een persoonlijk gesprek praten ze om beurt en reageren ze gepast op opmerkingen en kunnen ze een onderwerp tijdlang aanhouden
4 jaar: Kleuters gaan de conversatie aanpassen aan de leeftijd, geslacht en sociale status van de luisteraar.

Maar de conversationele vaardigheden begeven het in moeilijke situaties
Bv. aan de telefoon; ze kunnen elkaar niet zien dus kunnen ze geen extra hulpmiddelen, zoals gebaren, gebruiken.
(opa belt naar zijn kleinzoon om hem een gelukkige verjaardag te wensen. Hij vraagt hoe oud hij nu precies wordt en de kleinzoon steekt 4 vingers op en zegt “zo oud”)

Tussen de 4 en de 8 jaar verbetert zowel het converseren als het geven van aanwijzingen over de telefoon.

Lees meer...

Verklaren van grammaticale ontwikkeling

  • Informatieverwerkingstheorie: kinderen merken op welke woorden voorkomen in dezelfde posities in zinnen en welke woorden gelijkaardig gecombineerd worden met andere woorden. Na een tijdje groeperen ze woorden in grammaticale categorieën en gebruiken ze hen correct in zinnen.
  • Chomsky: kinderen zijn speciaal afgestemd om grammatica te leren
    -> Kritiek: de eerste woordcombinaties van kinderen tonen geen enkele grammatica

Er heerst controversie over het feit dat er een universeel taalverwerking mechanisme bestaat of dat kinderen die verschillende talen horen unieke strategieën gebruiken.

Lees meer...

Meer ingewikkelde structuren

  • 2 – 3 jaar: nog veel fouten met vraagzinnen
  • Ook moeilijkheden met passieve zinnen
    (passief pas helemaal onder de knie aan het einde van de lagere school)
  • 4 – 5 jaar: al vele moeilijke zinsconstructies
  • Einde kleutertijd: competent gebruik van (bijna) alle zinsconstructies uit de moedertaal
Lees meer...

Basisregels

Grammaticale regels eerst voor een beperkt aantal werkwoorden

3,5 tot 4 jaar: basisstructuur toegepast op alle werkwoorden
 onderwerp – werkwoord – voorwerp

Vanaf dat kinderen 3 woord zinnen gaan vormen, is er een geleidelijke uitbreiding, zoals meervoud en werkwoordtijden, ...

Vanaf kinderen deze regels onder de knie hebben, gaan ze deze zo consistent gebruiken dat er sprake gaat zijn van over-regularisatie = regels te ver uitbreiden zodat uitzonderingen er ook onder vallen
Bv. “mijn beker is gevald”

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen