Menu

Geheugen voor alledaagse gebeurtenissen

  • Geheugen voor bekende gebeurtenissen

Zoals volwassenen onthouden kleuters vertrouwde, herhaalde gebeurtenissen in de vorm van scripts
= algemene beschrijvingen van wat er gebeurt en wanneer het gebeurt in een specifieke situatie (bv. op restaurant gaan)

Met toenemende leeftijd worden scripts uitgebreider en kunnen ze gebruikt worden om te voorspellen wat er gaat gebeuren in gelijkaardige situaties.

  • Geheugen voor eenmalige gebeurtenissen

Het autobiografisch geheugen = voorstellingen van persoonlijke betekenisvolle en eenmalige gebeurtenissen zoals bv. naar de zoo gaan.
Als de cognitieve en conversationele vaardigheden van kleuters verbeteren, gaan hun beschrijvingen van speciale gebeurtenissen beter georganiseerd worden in de tijd, gedetailleerder worden en gerelateerd zijn aan de grotere context van hun leven.

Ouders gebruiken 2 stijlen om autobiografische verhalen te veroorzaken bij hun kinderen:

  • Uitbreiden (‘elaborative’)
    • Gevarieerde vragen stellen
    • Informatie toevoegen aan de statements van de kinderen
    • Bv. nadat ze naar de zoo zijn geweest, kan de ouder zeggen “wat was het eerste dat we deden?”, “waren zaten de papegaaien niet in hun kooien?”, “Ik vond de leeuw maar eng. Wat vond jij?”, ...
    • Is beter: later meer georganiseerde verhalen
    • Kinderen en ouders met een veilige gehechtheidband gebruiken eerder deze stijl
    • Herhalen (‘repetitive’)
      • Weinig informatie geven
      • Dezelfde korte-antwoord vragen stellen
      • Bv. “herinner jij je de zoo?”, “wat hebben we daar gedaan?”, “wat gebeurde er dan?”

Geslachts- en cultuurverschillen:

  • Meisjes gebruiken meet gedetailleerde verhalen dan jongens
  • Westerse kinderen voegen eer commentaren bij over hun eigen gedachten, emoties en voorkeuren dan Aziatische kinderen.

Lees meer...

Herkenning en herinnering

Herkenning is makkelijker dan herinnering.
 Verklaring: kleuters zijn minder goed in het gebruik van geheugenstrategieën = bewuste mentale
activiteiten die de kans op herinnering doen toenemen.
Bv. kleuters gaan nog niet herhalen om iets te onthouden, ze gaan nog niet organiseren, ...

Kleuters vertonen al wel een begin van geheugenstrategieën
Bv. proef met containers: kindjes krijgen containers (= plastic doosjes). In sommigen zit een blokje, in andere niet. De opdracht bestaat eruit om de containers met een blokje in terug te geven. In dit geval gaan ze wel 2 groepjes maken, nl. een groepje van containers met een blokje in en een groepje zonder blokje in.

Maar ze herhalen nog niet en organiseren items ook niet in categorieën
(strategieën taxeren hun gelimiteerde werkgeheugen! ‘Digit span’ taken, waarbij kinderen trachten een volwassen reeks van nummers te herhalen, schat de grootte van het werkgeheugen, wat geleidelijk verbetert, namelijk van een gemiddelde van twee digits op de leeftijd van 2,5 jaar tot 5 digits op de leeftijd van 7 jaar)

Lees meer...

Geheugen

Kleuters hebben de taalvaardigheden om te beschrijven wat ze zich herinneren en ze kunnen instructies volgen in eenvoudige geheugentaken. (daardoor is het geheugen nu makkelijker te bestuderen)

Lees meer...

Aandacht

Kleuters kunnen maar een korte tijd met een taak bezig zijn, kunnen moeilijk op details letten en ze zijn makkelijk afgeleid.
Maar volgehouden aandacht (hfst. 5) verbetert in de peutertijd, een trend dat zich verder zet bij kleuters.

Reden:

Kleuters worden beter in inhibitie

  • = onderdrukken van impulsen
  • Bv. “nacht” zeggen bij een plaatje van de zon

Kleuters worden beter in plannen

  • = vooraf een opeenvolging van handelingen uitdenken en de aandacht verdelen in functie van het bereiken van het doel
  • Zolang taken vertrouwd en niet te complex zijn, kunnen kleuters generen en een plan volgen
  • Maar plannen heeft nog een lange weg af te leggen.

Bv. wanneer aan kinderen gevraagd word om gedetailleerde foto’s te vergelijken, slagen kleuters er niet in deze taak goed uit te voeren.

En taken met verschillende stappen, kunnen ze zelden beslissen wat ze eerst moeten doen en wat daarna. Ze vergeten vaak belangrijke stappen uit te voeren.

Wanneer ouders plannen aanmoedigen in alledaagse activiteiten, helpen ze kinderen om effectiever te plannen.
Dus samenwerken met meer ervaren planners helpt

Lees meer...

Evaluatie theorie van Vygtosky

Voor:

  • Belang van onderwijs
  • Grote aandacht voor culturele verschillen

Tegen:

  • Is Westerse theorie (ouders in het Westen doen veel aan ‘scaffolding’)
  • Verbale communicatie is niet het enige middel, en zelfs niet het belangrijkste middel, waardoor kinderen leren in sommige culturen (ook leren door observatie bv.)
  • Vandaar nieuwe, bredere term: Geleide deelname (‘guided participation’)
    • bredere term dan ‘scaffolding’
    • = samenwerking tussen deelnemers die meer of minder expertise hebben, zonder de specifieke kenmerken van de communicatie te omschrijven.
    • dus variaties over culturen en situaties mogelijk
    • term is neutraler gemaakt

  • Vygotsky zei weinig over hoe basisvaardigheden – bv. motoriek, perceptie, aandacht, geheugen, categorisatie en probleemoplossen – bijdragen tot hogere cognitieve processen, die via sociale bemiddeling overgedragen worden.
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen