Menu

Evolutionaire ontwikkelingspsychologie

= het tracht de aanpassingswaarden van competenties die veranderen met de leeftijd te begrijpen

Vb. voorkeur voor ‘face-like’ stimuli
spelen met kinderen van het eigen geslacht

Zij stellen vragen zoals:

> Waarom spelen kinderen in groepen van hetzelfde geslacht?

> Wat leren kinderen van spellekes die kunnen leiden tot volwassen gendertyperende gedragingen, zoals de dominantie van de man en de vrouwen als verzorgers?

Wanneer mensen ouder worden spelen sociale en culturele factoren een belangrijkere rol in het promoten en behouden van hoge levels van functioneren.

Lees meer...

Ethologie

= bestuderen van de aanpassingswaarde (of overlevingswaarde) van het gedrag en de geschiedenis ervan in de
evolutie.

Gedragspatroon dat overleving promoot: ‘Imprinting’ (inprenten):
= gedrag aangeleerd in vroege, korte periode
Vb. Ganzen die uit het ei komen gaan het eerste bewegende voorwerp dat ze zien aanschouwen als hun moeder. Dit inprenten neemt enkel plaats gedurende een korte periode en is dus van cruciaal belang!

 dit heeft geleid tot het concept:

Kritische periode = een korte periode waarbij het individu biologisch rijp is om bepaalde adaptieve gedragingen te verwerven, maar waarbij het individu nood heeft aan de steun van een geschikt stimulerende omgeving.

Maar de term gevoelige periode sluit beter aan bij de menselijke ontwikkeling:
= de periode waarbij het optimaal is om bepaalde capaciteiten te ontdekken en waarbij het individu het meest toegankelijk is voor omgevingsinvloeden.
-> Dit is dus een licht afzwakking van de kritische periode. In de gevoelige periode is die periode het meest aangewezen om dingen te leren, maar het is niet noodzakelijk. De ontwikkeling kan ook later, maar dan is het moeilijker te induceren.

Bowlby paste deze theorie toe op de relatie tussen kind en verzorger. Het kind zendt signalen uit die de nabijheid bevorderen. D.w.z. dat de baby lacht, brabbelt, huilt, ... en zo de verzorger aanmoedigt om de baby te verzorgen, eten te geven, ...

Lees meer...

Cognitieve ontwikkelingsneurowetenschap:

  • Nieuw onderzoeksdomein dat onderzoekers uit psychologie, biologie, neurowetenschap en geneeskunde samenbrengt om de relatie te bestuderen tussen veranderingen in de hersenen en de cognitieve processen en gedragspatronen van de zich ontwikkelende persoon.
  • Ze maken gebruik van nieuwe methoden van beeldvorming (‘brain-imaging’). D.w.z. dat mensen onder de scanner worden geplaatst en daar wordt hen gevraagd om bepaalde opdrachten te volbrengen zoals bv. een optelsom te maken.
  • Hersenen zijn vooral plastisch de eerste 5 jaar, omdat ze dan open zijn voor ontwikkeling als gevolg van ervaring, maar ook later zijn ze nog plastisch.
  • Invloed van ervaring, neurale basis van vele leer- en gedragsstoornissen, interventie-onderzoek
  • Soort vragen die zij trachten op te lossen:
  • Hoe beïnvloeden vroege ervaringen de groei en organisatie van het brein van de jonge kinderen?
  • Welke neurologische veranderingen zijn gerelateerd aan het achteruitgaan van de snelheid van het denken, geheugen en andere aspecten van het cognitieve proces op oudere leeftijd?
  • De volgende 3 benaderingen focussen op de contexten van ontwikkeling.
Lees meer...

Informatieverwerking

  • De menselijke geest wordt gezien als een systeem dat symbolen manipuleert en waar informatie doorstroomt. (metafoor van de computer)
  • De onderzoekers van deze theorie maken vaak gebruik van diagrammen (‘flowcharts’) om zo de verschillende stappen die individuen gebruiken om problemen op te lossen, in kaart te brengen.
    Vb. brug bouwen (zie boek)
    optelsom maken
  • Soorten vragen die zij trachten op te lossen:
    • Wordt de mogelijkheid van een kind om een probleem op te lossen meer georganiseerd naarmate ze ouder worden?
    • Waarom is informatieverwerking trager bij oudere dan bij jong volwassenen?
  • Net zoals Piaget ziet deze theorie mensen als actieve, ‘sense-making beings’
  • Maar deze theorie verdeelt de ontwikkeling niet in stadia zoals Piaget.
  • Ontwikkeling wordt gezien als een continue verandering.

Over de laatste twee decennia is het onderzoek naar informatieverwerking uitgebreid op een andere manier:

Lees meer...

Formeel-operationeel

Adolescenten en volwassenen gaan abstract en systematisch denken. Dit stelt hen in staat om, wanneer ze geconfronteerd worden met een probleem, te starten met een hypothese, testbare inferenties te abstraheren, en te isoleren en combineren van de variabelen om te zien welke inferenties bevestigd worden. Adolescenten kunnen ook de logica van verbale statements evalueren zonder te refereren naar de werkelijkheid.

Lees meer...

Concreet-operationeel

lSchoolrijpe kinderen gebruiken meer georganiseerd redeneren. Het redeneren wordt logisch. Ze gaan objecten ook opbergen in hiërarchiën of klassen en subklassen. Het denken heeft nog wel niet de vorm van de volwassen intelligentie. Het is nog niet abstract.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen