Menu

Charles S. Sherrington

had een carrière die in twee delen kan onderverdeeld worden. :

  • In een vroege fase, tot 1906, bracht hij in zijn conclusie het 19° Eeuwse werk van wetenschappers zoals Müller, Bell, Magendie en Flourens, wat leidde tot moderne neuro-fysiologie.
  • Zijn onderzoek, samengevat in het klassieke werk De integratieve werking van het zenuwstelsel (1906), bereidde de weg voor de behavioristische psychologie van de 20° Eeuw, die in gang gezet was door Pavlov en Watson.
  • Tijdens de tweede helft van zijn carrière verwezenlijkte hij niet alleen de basis van de neurofysiologie, maar ging ook verder met deze basis, wat leidde tot enorme stappen in het begrijpen van de fysiologische basis van psychologische gebeurtenissen.

Zijn neuro-atomische bijdragen bestonden uit:

Het in kaart brengen van motorische wegen, het identificeren van zintuiglijke zenuwen in spieren, en het opsporen van geleidelijke verdeling van de achterliggende ruggenwervels. Sherrington besloot dat onderliggend aan deze reflexactiviteit de kritieke processen van inwendige en uitwendige acties in de buurt van de zenuwcellen belangrijk zijn; hij noemt deze kruisingen synapsen.

Wat was de invloed van Sherrington op de hedendaagse psychologie?

Sherrington gebruikte de methode van extirpatie in zijn onderzoek. Het is moeilijk om de invloed van zijn werk en zijn betekenis voor de hedendaagse psychologie te veel te -benadrukken. Zijn concept van uitwendige en inwendige processen vormen een centrale plaats in het begrijpen van hersen-gedrag-relaties en bevat de hoeksteen van de conditioneringstheorie. Zijn visie is wijd verbreed, maar vooral bevestigd door zijn briljante studenten en daarvan in het bijzonder John C Eccles.

Lees meer...

Broca

vond schade in een specifieke zone van de frontale cortex (nu de Broca-zone genoemd), iets wat hij interpreteerde als steun voor de stelling van de functie-lokalisatie door die zone te beschrijven als de fysiologische basis van een expressieve taal.

Veeleer dan te vertrouwen op pathologisch klinisch bewijs opgeleverd door post-motrum onderzoeken, perfectioneerde Flourens de meer gecontroleerde techniek van extirpatie. In essentie wordt er in deze procedure een hersenzone van een levend dier geïsoleerd en daarna chirurgisch verwijderd of vernietigd zonder de rest van de hersenen te beschadigen. Na de hersteltijd wordt het dier geobserveerd voor verlies en herstel van functies. Flourens veronderstelde dat er zes aparte zones bestonden in de hersenen en, dankzij zijn chirurgische vaardigheden, definieerde hij zo de belangrijkste functies van elke zone:

  • Hemisferen van de hersenen: wil, oordeel, geheugen, zien en horen.
  • Cerebellum: motorische coördinatie.
  • Medula oblangata: geleiding van zintuigen en beweging.
  • Corpora quadrigenina: zicht.
  • Ruggegraat: geleiding.
  • Zenuwen: opwinding.

Hoewel dat zijn anatomische aanpak de lokalisatie, die werd benadrukt door de frenologen, weergaf, was zijn nadruk op de gemeenschappelijke eenheid van het systeem een stap weg van het extremisme van Gall.

Lees meer...

Ramon y Cajal,

een professor neuro-anatomie aan de universiteit van Madrid, gebruikte later deze vlekkentechniek ook om de neuron te ontdekken, de basis eenheid van het zenuwstelsel.

In het begin van de negentiende eeuw was de dominante interpretatie van de hersenfuncties bevat in de doctrine van de frenologie, uitgedrukt door Franz Joseph Gall en zijn student J. G. Spurzheim. In een brede manier waren frenologie en gelijkaardige bewegingen binnen de hersenfysiologie een logisch gevolg van het mentalistische model dat vetvat zit in de “faculteit” psychologie door Kant en Wolff bemeesterd. Specifiek probeerde de frenologie om een fysiologische lokalisatie van de mentale faculteiten te vinden. Gall en Spurzheim suggereerden dat er 37 mentale krachten zijn die overeenkomen met een gelijk nummer aan hersenorganen, en dat de ontwikkeling van deze organen karakteristieke vergrotingen van de schedel met zich mee brengt. Frenologie stelde dat de graad van menselijke faculteit of eigenschap van een individu bepaald wordt door de grootte van het hersengebied die deze functie controleert en dat dit geëvalueerd kan worden door de overliggende schedel zone te meten.

Eén wetenschapper van wie het werk hem leidde naar het afwijzen van de frenologie en beter bewijs van hersen-lokalisatie naar voor bracht was Luigi Rolando (1773-1831).

Gebruik makend van pathologische observaties stelde Rolando dat de hemisferen van de hersenen de primaire geleiders zijn van slaap, dementie, melancholie en manie. Hij vond dat elektrische stimulatie meer hevige spiersamentrekkingen opwekten terwijl het stimulatiepunt naar een hoger gelegen hersenzones verschoof.

Lees meer...

Johannes Müller

Müller heeft ten volle de zogenaamde doctrine van specifieke zenuw-energie uitgelegd. Hij beschreef de bepaalde kwaliteiten van neuro-transmissie en vatte hen samen in tien wetten. De grote implicatie van Müllers doctrine is de expliciete uitspraak dat ons bewustzijn niet van objecten is samengesteld, maar meer van de zenuwen zelf. Zijn werk stimuleerde de studie van het lokaliseren van de functies in de hersenen.

Het begrijpen van de zintuigelijke fysiologie nam een grote stap voorwaarts wanneer ontdekt werd dat de neuro-geleiding een elektrisch proces is, hiermee werd tegelijkertijd een einde gemaakt aan de traditionele opvatting dat de zenuwen “dierengeesten” in zich droegen. Het was een student van Müller, Emil Du Bois-Reymond, die brak met de traditionele visie van “dierengeesten” en die de basis legde voor neuro-transmissie door het beschrijven van de elektrische eigenschappen van de neuro-impuls.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen