Algemene fysiologie van het zenuwstelsel
- Gepubliceerd in Psychologie
- Reageer als eerste!
Het onderscheid tussen gevoels- en motorische zenuwen was onafhankelijk gedemonstreerd door het experimentele werk van Charles Bell en François Magendie.
Het onderscheid tussen gevoels- en motorische zenuwen was onafhankelijk gedemonstreerd door het experimentele werk van Charles Bell en François Magendie.
1) In de fysiologie, zorgde onderzoek naar activiteit van zenuwen voor een empirische basis voor vele menselijke functies die daarvoor beschouwd werden als functies van de geest.
2)Duitse ontwikkeling psychofysica genaamd probeerde om de kwantitatieve voor de geest-lichaam relatie te vinden, maar het ging voorbij de psychologische geschriften van Herbart door een empirische benadering te hanteren.
3) De geschriften van Darwin in Brittanië bevestigde een evolutietheorie gebaseerd op het empirische bewijs van natuurlijke selectie. Al deze bewegingen hielpen direct om de formele studie van psychologie vast te leggen.
Zijn beeld van de psychologie:
De dynamiek tussen zelf-behoud en tegenstelling leggen uit hoe er een stroming is tussen de bewuste en onbewuste aanwezigheid van ideeën. Herbart beschouwde deze dynamiek als een soort van geestelijke mechanismen, gelijkend op de fysische mechanismen.
Kant koos ervoor om voelbare wereld en de denkbare wereld te beschrijven.
De voelbare werels betekende voor Kant zintuigelijke informatie of de wereld van de verschijningen, waar de denkbare wereld gemaakt werd door het intellect of de reden. Om dit onderscheid duidelijker te maken, voegde Kant de basispositie toe dat de dimensies van tijd en ruimte niet de eigenschappen van de objectieve omgeving zijn, maar meer perceptuele (zichtbare) vormen eigen aan de geest.
De geest is dus niet de passieve agent gemaakt door ervaringe zoals de empiristen suggereerden. De geest is een actieve entiteit die beheersd wordt door eigen wetten en structuren en die ervaringen vertaalt naar ideeën. De positie van Kant impliceerde een psychologie van geestelijke handelingen die niet enkel op zintuigelijke ervaring stoelde.
Kant formuleerde zijn psychologische visie in zijn monumentaal werk Kritik der Reinen Vernunft (Kritiek op de Zuivere Rede). Met de term “Pure Reden” bedoelde Kant kennis die geen experimenteel bewijs nodig had, iets wat hij a priori kennis noemde.
Hij begon met het verdelen van alle kennis in empirische kennis, die zich baseert op zintuigelijke ervaring, en transcendentale kennis, onafhankelijk van kennis. Kant aanvaardde dat alle kennis begint met ervaringen inzoverre ze stimulaties opwekken die de handelingen van de geest in gang zetten. Eens dat de stimulatie zich heeft voorgedaan, nest de ervaring zich in de perceptie en conceptie, vormen die eigen zijn aan de geest.
Schatplichtigheid aan de leer van Aristoteles op het vlak van mentale categorieën:
- Categorie van kwaliteit: beperking, ontkenning en realiteit
“ “ kwantiteit: meervoud, totaliteit en eenheid
“ “ relatie: materie en kwaliteit, oorzaak en gevolg, activiteit en passiviteit
“ “ wijze: mogelijkheid en onmogelijkheid, bestaan en niet-bestaan, noodzakelijkheid en samenhang
Elk inzicht valt onder één van deze categorieën zodat de inzichten ervaringen zijn die geïnterpreteerd worden door de inherente vormen van tijd en ruimte.
Kennis is een inzicht in de vorm gegoten van een oordeelsidee.
De subjectieve ervaring van het individu is niet het passieve verwerken van zintuigelijke indrukken, maar het product van de geest die een ervaring verwerkt.
In 1788 publiceerde Kant nog een belangrijk werk voor de Duitse filosofie, Kritik der Praktischen Vernunft. Kant wou eerder werk uitbreiden met de overweging van moraliteit om aan te tonen dat deze moraliteit geen a posteriori sociale tradities zijn, maar a priori toestanden van de geest. Kant stelde dat elke persoon een moreel bewustzijn heeft dat bepaald wordt door de structuur van de geest en niet door ervaring. In onze subjectieve wereld van inzichten en ideeën zijn we vrij om oordelen te vormen die ons moreel bewustzijn bevestigen.
Het systeem van Kant hield in dat de objectieve werekd onkenbaar is en dat alle data van de zintuigen beheerd worden door de geest. Alle kennis bestaat dus in de vorm van ideeën.
Ze kozen voor een model van de geest dat duidelijk actief en dynamisch was.
Het was Spinoza, meer dan Descartes, die beschouwd wordt als de intellectuele voorvader van de Duitse filosofie.
Gemeenschappelijk aan de Duitse school was de essentiële activiteit van de geest. Waar de andere scholen keken naar de omgeving en de invloed daarvan op de geest, keken de Duitse denkers initieel naar voorafbestaande dynamieken van de geest die de omgeving kunnen sturen.